'Woont ze hier?' 'Ja, hier woont ze.' Klistrandia grijnsde. Plots verdween haar glimlach. Ze hoorde iets. Een paar tellen bleef ze staan luisteren, toen gaf ze Yasko een duw. 'Rennen!' riep ze. 'Ik hoor iets.' Yasko keek om zich heen. Alles was nog steeds even vredig als voordien. 'Hoezo? Er is toch niets...' Toen werd hij stil. Wacht, hij hoorde toch iets, ergens in de verte. Hoewel, in de verte? Het kwam wel heel snel dichterbij. 'Snel!' riep hij, 'naar boven!' Klistrandia greep zijn arm vast, maar trok hem niet omhoog. In de plaats daarvan begon ze te rennen. Welk van de twee ideën het beste was, zouden ze nooit weten, want toen tien plotse gestalten tevoorschijn kwamen uit de struiken, was het duidelijk dat geen van bijde oplossingen hen zou kunnen helpen. Een hele groep maanlingen met speren, bijlen en af en toe enkel uitgestoken vingers, omsingelde hen. Yasko remde slippend af, waardoor hij op zijn rug op de grond belande, met onder zich het broze lichaam van Klistrandia. Ze kreunde en mompelde iets over haar verbreizelde ribben. Yasko stond snel op en hees haar weer overeind, waarna ze opnieuw op de grond gleed. Een van de maanlingen kwam grijnzend naar voren. 'Zozo, fijn dat we elkaar toevallig weer tegenkomen,' lachte ze. 'Vooral fijn voor mij eigenlijk, want als ik je niet had teruggevonden,hadden ze mij in jou plaats veemoord.' Bij die woorden klonk er een lichte opluchting door in haar stem, terwijl ze een boze blik op hen wierp. Yasko keek om zich heen. 'En die JungelBeat van jou, of wat was het ook alweer? Klistrandia haalde haar schouders op. 'Weet ik veel. Misschien is ze niet thuis of zo?' De maanling die had gesproken, zette nog een stap naar voor. 'Zoals je ziet kan je geen kant meer op. Ik ben niet alleen goed in het bevreiden van soortgenoten, verraders vermoorden is ook een van mijn talenten.' Daarbij grijnsde ze zo duivelachtig dat de wreedheid er van af leek te spatten. 'Ken je haar?' vroeg Yasko. Klistrandia knikte. 'Jij niet dan. Het is die maanling die je vermoord heeft.' Yasko keek haar even aan. 'Ik zou het niet weten. Voor mij zien alle maanlingen er hetzelfde uit. Ik herken alleen jou door je handschoenen. Wist je dat ik echt bang was dat ik de verkeerde uit het kamp ontvoerde? Ik herkende je alleen aan je kleren.' Klistrandia bevroor. Het was algemeen bekend dat maanlingen op elkaar leken, maar het was ook wel geweten dat het een diepe belediging was om daar over een opmerking te maken. De hele kring keek de jongen eerst geschokt en toen woedend aan. Zelfs Klistrandia vergat even aan welke kant zo stond. Ze spong vliegensvlug overeind en sloeg Yasko met een vlakke hand op zijn wang. Als je gedacht zou hebben dat het door de handschoen minder hard aan zou komen, het maakte nauwelijks verschil. Yasko zette geschrokken een stap achteruit. 'Weet je wat het is met jullie mensen?' Riep ze, 'uiteindelijk hebben jullie allemaal een even rot karakter.' Yasko voelde aan zijn wang. Goed, hij had zijn woorden wel wat tactvoller mogen kiezen, maar Klistrandia had zwaar overdreven. 'Mooi is dat hoor,' spotte hij. 'Jij probeert me te vermoorden en ik heb je toch nog een kans gegeven, en nu zeg ik een keer iets verkeerd en je haat me. Je bent nog erger dan mijn ouders.' Hij zette een paar passen in de richting van de Splijter. 'Wel, vermoord me maar. Er gaat toch nooit iet veranderen in de oorlog tussen menx en maanling.' De Splijter grijnsde. 'Met plezier. Maar eerst moeten we jullie terug naar het kamp brengen. De leiders willen het met hun eigen ogen zien.'
Yasko en Klistrandia werden meegenomen, samen met het paard. Obi volgde vanuit de struiken, maar moest telkens wegrennen als een van de maanlingen een speer door zijn kop probeerde te gooien. Klistrandia probeerde zoveel mogelijk naast Yasko telopen, maar hun bewakers haalden hen weer uit elkaar. Bovendien ontweek Yasko haar. Het was alsof ze zelfs onder de Splijter bengelde op zijn lijst van favoriete wezens.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen