Hoofdstuk 37
"Hoezo, weg?" vroeg Crowley. "Jij en Halt waren toch bij hem gebleven om hem te bewaken?" Hij rende mee naar het hutje. "Hij was al weg toen we naar de kamer liepen waar hij was vastgrebonden." legde Will uit. "Halt is al in de buurt aan het zoeken, maar ik vrees dat het te laat is. Van zijn paard is ook geen spoor." Crowley wandelde naar binnen. Het hutje bestond uit drie kamers, een slaapkamer, een rommelkamer en een bureau. Om bij een van de twee kleinere kamers te komen, moest je wel door zijn bureau wandelen. Hij liep naar het rommelkamertje waar ze Steven hadden achtergelaten. Er lag enkel een doorgesneden touw op de grond. Er waren geen ramen, enkel heel dunne spleetjes waar een klein straaltje licht door viel. Gilan raapte een stuk touw op en keek verbijsterd naar het doorgesneden gedeelte. "Hij kon onmogelijk iets scherps bij zich hebben," zei hij, "we hadden hem wel vijf messen afgepakt. Hij kan er onmogelijk nog meer gehad hebben." "Dus hij moet hulp gehad hebben," besloot Will. "Ik denk dat het niet moeilijk is om te raden van wie. Gilan, als jij Sander oppikt, ga ik op zoek naar Sarah." Hij liep naar buiten, maar op dat moment kwam Halt naar binnen gerend. "Ik denk dat ik al weet hoe het gebeurd is," zei hij, en hij liep naar de rommelkamer. Hij wees op een van de vele spleten die slordig tussen het hout zaten. Nu pas merkte Will dat er in gekerft was. "Dus iemand heeft het gat vergroot," mompelde hij. Toen fronste hij zijn wenkbrauwen. "Wil je soms zeggen dat onze vriend vloeibaar is geworden en langs daar naar buiten is gedropen?" Halt schudde zijn hoofd. Hij trok een pijl uit zijn koker en Will zag dat die net in de spleet paste. "Iemand moet hem een pijl hebben aangegeven waarmee hij zichzelf los heeft gesneden. Hij moet wat later naar buiten geglipt zijn, toen Sarah ons riep om achter het huis naar die kettingen te komen kijken." Op dat moment kwam Gilan de kamer binnen. Hij was, in tegenstelling tot Will, onmiddellijk achter Sander aan gegaan. Hij trok de jongen hardhandig naar binnen. "Hij stond gewoon de tenten verder op te zetten," verklaarde hij. "Ik denk niet dat hij verwacht had dat de verdwijning van zijn vader zo snel zou worden opgemerkt." Halt greep Sanders pijlenkoker vast en telde snel de pijlen. "Drieëntwintig," concludeerde hij toen. "Er ondbreekt een. Hij moet die pijl hebben aangegeven." Sander deed alsof hij er niets van begreep. "Ja, er ontbreekt een, en dan?" vroeg hij. "Ik was daarnet nog even aan het oefenen, daarbij is een van mijn pijlen gebroken. Ik had hem nog niet aangevuld." Maar zijn smoesjes werden straal genegeerd. "We moeten die twee zo snel mogelijk vinden," besloot Crowley. "Ik ga de anderen zo snel mogelijk de volledige situatie uitleggen. Ik neem Sander wel mee, dan kan hij niet plots verdwijnen. Jullie kunnen alvast op zoek gaan." De Jagers splitsten zich op terwijl Crowley zo veel mogelijk Jagers bijeenriep. Hij sleepte Sander achter zich aan. De jongen had moeite zijn pas bij te houden en hij verspilde geen energie om zich los te rukken. In de plaats probeerde hij zo verward mogelijk te kijken in de hoop dat hij zo de andere Jagers op zijn hand zou kunnen krijgen. Er was niet eens een echt bewijs.
Sarah sloop voorzichtig dichter naar de groeiende groep Jagers. Ze trok haar kap ver naar voren in in de hoop dat niemand op haar zou letten en kroop toen tussen de groep Grijze Jagers. Zoals ze al had voorspeld was alle aandacht bij Crowley en keek niemand naar haar om. "Sommigen onder jullie kennen Steven nog van vroeger en weten hoe gevaarlijk hij kan zijn. Zijn dochter is hier ook nog ergens verstopt, of anders met haar vader mee. Over haar kan ik alleen zeggen dat ze op haar broer lijkt. Je mag haar niet onderschatten, ze wordt al van jongs af aan opgeleid. Die twee zijn lang niet zo onschuldig als ze er uit zien." Op dat moment besloot Sarah om tevoorsschijn te komen. Ze probeerde de situatie in te schatten en besefte dat de kans dat ze met al die zoekende ogen weg kon sluipen beangstigend klein was. Ze trok haar kap naar achteren terwijl ze zich een weg naar voor baande. "Ten eerste," zei ze, terwijl ze drie snelle Jagers ontweek die haar probeerden vast te grijpen, "ben ik niet ergens verstopt, en ten tweede is Crowley bij zijn ingekorte versie van het verhaal vergeten te zeggen dat hij er dankzij ons achter kwam wat Steven in zijn schild voerde. We hebben Gilan toch maar mooi gered." Enkele veraste hoofden draaiden Crowleys kant op. "Ja, maar daarna heb je hem ook weer laten ontsnappen," verweet hij haar. "Ik begrijp dat je ons daarvan beschuldigt," legde Sarah uit meet een toegeeflijke glimlach, "maar naast een pijl die er niet meer is, heb je geen enkel bewijs." Ze greep ogenschijnlijk willekurig de dichtstbijzijnde Jager bij zijn pijlenkoker en begon luidop te tellen. "Kijk hier, tweeëntwintig pijlen," zei ze triomfantelijk. "Hij is dus twee keer zo schuldig als mijn broer, en ik wil wedden dat er veel meer van jullie rondlopen zonder volle pijlenkoker." Toen ze dat zei, keken een stuk of zes mannen nerveus naar achteren in de hoop dat het niet op zou vallen dat er wat pijlen ontbraken. "Ik ben net op jacht geweest," verklaarde de Jager die zijn pijlenkoker voorzichtig uit haar handen trok. "En ik heb daarnet zitten oefenen," legde Sander op dezelfde toon uit. Crowley, die merkte dat het de verkeerde kant opging, besloot zijn troef op tafel te gooien, het gezond verstand. "Maar dan nog, hij heeft duidelijk hulp gehad en jullie zijn zijn kinderen. En jullie hebben op weg naar hier ook een paar keer geprobeerd hem te laten ontsnappen." Sarah haalde haar schouders op. "Ja, het zou best wel eens kunnen dat wij er achter zitten, maar ik zeg niet dat het zo is, en jullie hebben geen bewijs. Wat kunnen jullie doen?" Een oude Jager, met het meeste praktische verstand onderbrak haar. "We kunnen dat misschien voor later houden, en nu als de bliksem op zoek gaan naar die Steven." "Dat klinkt veel beter dan twee leerlingen in het wilde weg te beschuldigen," bevestigde Sander. "Ik en Sarah zoeken hier wel, dan kunnen jullie ondertussen de rest van het bos uitkammen," zei hij, en hij trok Sarah achter zich aan. Crowley greep Sarahs kap vast, waardoor broer en zus met een schok tot stilstand kwamen. "Niets van," zei hij, "de leerlingen bewaken jullie. Het zou toch te riskant zijn om ze tegen iemand als Steven in te zetten." Hij richtte zich tot de groep Grijze Jagers. "Blijf in groepen van twee, we mogen niets aan het toeval overlaten." De tweeling protesteerdde niet. Hun vader had toch al te veel voorsprong, en hij was zo listig dat zelfs tien korpsen hem niet klein konden krijgen.
"Euh, zouden jullie je wapens willen afgeven?" er waren vier leerlingen. Twee ervan kenden ze al. Sarah merkte dat ze niet al te veel zelfvertrouwen hadden en besloot er mee te spelen. Vooral omdat zij en haar broer de jongsten waren was het grappig. "Nee, eigenlijk hou ik ze liever bij," antwoorde ze allervriendelijkst. "Je moet ze toch afgeven," zei de jongen onzeker, in de war gebracht door haar antwoord. "Of anders?" vroeg Sarah uitdagend. "Je gaat toch geen meisje aanvallen, hoop ik." De jongen was een jaar of zeventien. Hij aarzelde. De oudste van de vier, een van de twee die had staan afluisteren, stapte op haar af en rukte de boog van haar schouder. Sarah, die altijd zin had in drama, deed alsof ze struikelde. Ze viel op de grond en krulde zich op als een gekwetste voetballer. Sander gaf de leerling een duw. "Hé, wat was dat? Ze is gewond, hoor!" riep hij. Hij genoot ervan dat de leerlingen niet goed wisten hoe ze ermee om moesten gaan. "Dus jullie willen dat we onze wapens afgeven, hè?" vroeg hij, en hij trok zijn mes. Alsof dat gebaar de andere leerlingen had wakker geschud, kwamen ze plots in actie. Twee leerlingen grepen de hand met het mes vast, terwijl de anderen hem vasthielden. Sarah, die plots genezen bleek te zijn, sprong recht en storte zich op een van de leerlingen. In dezelfde sprong ramde ze nog een andere jongen op de grond, vooralleer ze op haar slachtoffer viel. Sander wist zich door de plotse wending los te rukken en trok zijn zwaard. Sarah stond snel op en volgde zijn voorbeeld. "Wacht even," merkte een jongen op. "Zijn jullie echt van plan het met z'n tweeën tegen vier op te nemen?" Sander knikte. "Niemand van jullie heeft al vijf jaar training achter de rug, terwijl wij al zo'n tien jaar bezich zijn," zei hij. "In totaal hebben we dus meer ervaring." Er hing even een gespannen stilte, twee zwaarden tegenover tien messen, toen liet de tweeling gelijktijdig hun wapens vallen. "Bij nader inzien zou het toch jammer zijn als we perongeluk een van jullie zouden verwonden," verklaarde Sarah. "En anders gaat iedereen denken dat we het wél hebben gedaan, wat dus niet het geval is." Opgelucht raapten de leerlingen hun wapens op. Natuurlijk hadden ze nooit met twee vier leerlingen kunnen verslaan, maar door de bluf leken ze waarschijnlijk een gevaarlijke tegenstander. "Gaat het trouwens, nadat die lomperik je halfdood heeft geslagen," vroeg Sander met gespeelde bezorgdheid. Als bij toverslag vertrok Sarahs gezicht. Ze zakte door haar knieën. "Nu je het zegt. Ik denk dat ik zeker een rib of twee gebroken heb," kreunde ze. Toen ze zag dat de jongens niet goed wisten wat ze met hen moesten beginnen, lachtte ze in zichzelf. Het bleef haar eeuwige hobby om mensen voor de gek te houden.
Halt keek naar de laatste ondiepe sporen die eindigden in de zee. "Dat lijkt me duidelijk," zuchtte hij. "Waarschijnlijk met paard en al met een handelschip meegelift. Will knikte. "Wel toevallig dat hij zo snel een schip heeft kunnen vinden." Halt keek zijn leerling recht in de ogen. "Als toeval al bestaat moet je er altijd vanuitgaan dat het in jou nadeel speelt." Ze draaiden om, de kleine scheepjes van de haven achter zich latend. Teleurgesteeld reden ze terug, en geen van hen keek achterom. Als ze de kustlijk verder zouden gevolgd hebben, enkele kilometers richting het noorden, zouden ze misschien het spoor van paardenhoeven in het zand hebben ontdekt dat uit de zee kwam, alsof er een paard uit het water was opgerezen, maar dat deden ze niet. Stevens listen mislukten nooit twee keer vlak na elkaar.
Er zijn nog geen reacties.