Hoofdstuk 32
Ze reden nog een paar uur verder. Steven zat vastgebonden op zijn paard, en keek teneergeslagen naar de grond. Hij zag eruit alsof hij elke wanhopige poging om te ontsnappen of wraak te nemen met beide handen aan zou grijpen. En waarschijnlijk kon het hem daarbij ook nauwelijks schelen of hij er zelf levend uit kwam. Will nam zich voor hem zeker niet te onderschatten. Die twee tieners ook niet trouwens, want hoewel ze in een vrolijke woordenwisseling over wie in het hele avontuur de meeste blunders had begaan verstrikt zaten, had Will ergens het gevoel dat ze iets in hun schild voerden. "Daar is een ideale plek voor de nacht," schetterde Sanders stem plots in het rond. Arnaut reed er dichter naar toe en knikte. "Hier is het inderdaad goed," zei hij, terwijl hij afsteeg, maar Halt hield de boel tegen. "We kunnen nog wel een eindje verder," besloot hij, ook al was het al laat, "hier zit het waarschijnlijk vol met mieren." Een van de eigenschappen aan kamperen is dat het overal en altijd vol mieren zit, waar je ook bent, maar Halt vertrouwde die jongen ook niet volkomen. Wie weet lagen er nog drie leden van de vijfling klaar in de struiken, voor een hinderlaag. Het duurde wel een uur voor ze eindelijk weer een goede plek vonden. Wantrouwen is best, maar wanneer je moe bent, is het ook niet alles.
"Ik neem de eerste wacht wel," probeerde Sarah opgewekt nadat ze hun avondeten hadden binnengewerkt. "Dat had je gedroomd, kleine struikrover," hielp Arnaut haar uit haar droom, "ik voel er niet zo veel voor om wakker te worden met doorgesneden keel." "Je kan practisch gezien niet wakkerworden met doorgesneden keel," mopperde Sarah. Ze had eigenlijk wel verwacht dat het niet zou werken, maar Sander zag er de positieve kant van in. "Ik ga zorgen dat jullie me nooit vertrouwen. Ik ben namelijk veel te listig voor stomme opdrachten. "Over vervelende opdrachten gesproken," riep Gilan van een paar meter verderop, "de afwas wil ik jullie wel toevertrouwen. Halt heeft me vroeger verteld dat dat iets is voor leerlingen." Sanders grijns verdween als sneeuw voor de zon. "Dat is dan één blunder bij voor jou, drie tegen vier dus," merkte Sarah op, "tenzij je het in je eentje opknapt, dan wil ik het voor een keer door de vingers zien."
Arnaut zag die nacht pas dat er iets niet klopte toen hij zijn ogen over de gevlekte jagersmantels liet glijden die in een cirkel op de grond lagen. Er ontbraken twee kleine vlekjes. De mantels waren door hun vreemde patroon niet duidelijk zichtbaar, maar ze camoufleerden ook niet zo goed dat hij ze niet meer zou kunnen zien liggen. Langzaam trok hij zijn zwaard uit de schede. Als die twee iets van plan waren, was het logisch dat dat tijdens zijn wacht gebeurde. Een Grijze Jager leidde je niet zomaar om de tuin, maar wat moest hij, simpele krijger, tegen het vermogen om onzichtbaar te worden, beginnen. Hij liep voorzichtig naar Steven toe, die wakker was geworden toen hij zijn zwaard tevoorschijn trok. "Mooi weertje, hè, ridder," zei hij. Arnaut negeerde het, want hij wist dat de tweeling eerst hun vader zou bevrijden. Als hij afgeleid werd, stak er voor hij het wist een mes in zijn rug. Tenzij ze hem gewoon van twintig meter verderop zouden neerschieten. Bij die gedachte voelde hij de neiging zich te laten vallen om niet meer zo'n goed doelwit te zijn, maar zijn training hield hem overreind. Hij probeerde logisch na te denken. "Wakker worden," riep hij toen, "die twee kinderen zijn verdwenen." Het volgende moment gebeurde alles verbazingwekkend snel. Op nog geen twee meter afstand van hem, langs twee kanten, rezen twee figuren op uit het niets, en met een identieke beweging hadden ze allebei hun zwaard vast. Een van de twee ging als eerste in de aanval, terwijl de andere eerst Steven bevreidde, die plots uit het niets een mes vast bleek te hebben. De twee kinderen, die waren geen moeite, maar de man met het mes, dat was andere koek. Hij moest zich focussen op drie vijanden tegelijk, terwijl een van die drie ook nog eens over een uitzonderlijk reactievermogen beschikte. Hij kon het nauwelijks bijhouden. Gelukkig voor hem zaten de drie Jagers ook niet stil. Plots draaide een van de twee leerlingen zich om naar een beweging een paar meter verderop, naar waar Halt ongezien dichterbij probeerde te sluipen. De figuur stoote zijn spiegelbeeld aan en wees op de gestalte. Tussen de steken door zag Arnaut uit zijn ooghoek de gedaante dichterbij sluipen. Halt was best goed, als je het uitdrukt met de woorden van normale mensen, maar uit Grijze Jagers standpunt gezien, was amateuristisch nog veel gezegd. Het leek er op dat de tweeling ook al tot die conclusie was gekomen, want ze begonnen druk te flusteren. Het volgende moment werden ze allebei van achter beetgegrepen. Sander slaakte een verschrikt kreetje, een waarvan hij wist dat Sarah hem er nog weken mee zou pesten. Gilan en Will hadden, terwijl Halt hen afleidde, de tweeling langs achter beslopen. Ondertussen sprintte Halt al om Arnaut te hulp te schieten. Toen was het gevecht snel gestreden. Ook al probeerde Sander zich uit alle macht uit Gilans greep los te worstelen, en had Sarah Will al meermaals tegen de schenen geschopt en zelfs gebeten, de situatie was hopeloos voor hun geworden. Halt had Steven ondertussen zelfs alweer vastgebonden. Nu liep hij op de nieuwe leerlingen af. "Het ziet er naar uit dat jullie je niet aan onze afspraken hebben gehouden," zei hij kalm. "Afspraken?" vroeg Sarah fel, "Hadden we die dan? Ik heb jullie nooit horen zeggen dat we niets meer mochten proberen." "Maar jullie mochten wel jullie wapens houden omdat we jullie vertrouwden," bracht Will haar in herinnering. "We geven jullie nog een laatste kans," besloot Halt, "maar jullie geven wel jullie wapens af, en jullie moeten beloven dat jullie je vader niet meer helpen ontsnappen. Oké?" "Beloofd," zuchtte Sarah. "En jij, Sander?" vroeg Halt. "Beloofd?" Sander zweeg even. "Nee," zei hij toen, "jullie weten even goed als ik dat ik ga blijven proberen. Ik heb geen zin om mijn woord te moeten breken." Er viel een gespannen stilte. "Wat gaan jullie er tegen doen?" vroeg hij dapper, "me vermoorden? Doe gerust." Sander wist op voorhand al dat dat vermoorden toch nooit zou gebeuren, en zolang hij niets beloofde, kon hij blijven proberen. "Goed dan," besloot Halt uiteindelijk, "zoals je wilt. Will, bind hem vast, voor hij weer vuile trucks gaat uithalen. " Gefrustreerd bedacht Sarah dat ze zelf ook zo had willen reageren. Te laat. Ze moest er maar het beste van maken door haar broer wat te pesten.
Er zijn nog geen reacties.