Arnaut had al van ver de oproer op de brug gehoord, maar toen die eindelijk binnen zijn gezichtsvelt opdoemde, zag hij enkel twee paarden en een figuur die op de grond zat. Het was Gilan. Hij sprong van Schopper en liep er op af. Het ging te gemakkelijk, vond hij, dat de Jager er na die hele zoektocht zo verslagen bij zou zitten. Even schoot het door zijn hoofd dat het misschien een valstrik was, maar toen hij vlak voor Gilan stond, was er nog altijd niets gebeurd. Hij verschoot toen de jager opkeek. Er zat een grote blauwe plek op zijn hoofd. Toen de Jager hem herkende kwam hij wankel overeind en trok hij zijn zwaard. "Dus daar ben je weer." het lukte Gilan niet met veel zelfvertrouwen te spreken, al probeerde hij wel. De Jager ging in een gevechtshouding staan en hield met moeite zijn zwaard omhoog. "Weet je zeker dat je wilt vechten?" vroeg Arnaut bezorgd. "Dat vroeg je me de vorige keer ook, vlak voordat je op je rug belande," zei Gilan. Arnaut pakte het zwaard van zijn tegenstander vast en wrong het zonder al te veel moeite uit zijn handen. "Wat is er gebeurt?" vroeg hij. Gilan probeerde na te denken. Hij wist nog dat hij plots hier was, naar de rand van de brug werd geduwd, en toen was Halt er plots opgedoken. "Halt was er net," zei hij. "Hij moest nog iets doen. Hij zei dat ik hier moest wachten." Hij probeerde verder te denken, naar wat er daarvoor was gebeurd. "En ik had Steven bijna te pakken," wist hij plots weer. Ineens stond alles hem weer helder voor de geest. "Ik had het allemaal door! Het was gewoon allemaal Stevens schuld!" Arnaut aarzelde. Steven, dat was toch die man uit het vreemde verhaal van de tweeling. Toen verschenen twee Jagermantels op de brug. Halt sleurde een andere man met zich mee. Zodra hij genaderd was, zag hij Arnaut staan. Gilan liep op Halt af. "Het is in orde," stelde de oude Jager hen gerust, "ik geloof dat de hele zaak is opgelost."

De hele zaak was bijna opgelost. Er waren nog twee kleine details. De ene liep ergens rond in de bossen, de andere graaide onhandig in zijn laars. Sander glimlachte. Will had zijn mes niet gevonden. Het duurde tien minuten voordat hij vrij was, maar dat liet hij niet merken. "Jager," zei hij, "ik moet plassen." Will kwam naar hem toe. "Goed dan," zei hij, "maar ik hou mijn boog op je gericht tot je klaar bent. Hij boog zich voorover om de jongen los te maken. Toen pas zag hij dat er iets niet klopte. Sander stompte hem in zijn maag en rende weg. Hij hoopte dat hij zijn wapens kon pakken en de veiligheid van de bomen kon bereiken, maar Will stond alweer op zijn benen. Toen kwam Sarah tevoorschijn. Ze was, toen ze zag wat er ging gebeuren, naar het midden van het kamp gerend om haar wapens te pakken. Will kon niets beginnen tegen de getrokken boog. De zijne was door de klap op de grond beland. Sander raapte al hun wapens op en ze klommen op hun paarden zonder dat Sarah haar boog een moment op iets anders dan Will gericht hield. Toen verdwenen ze tussen de bomen. Will vloekte in zichzelf. Hij vroeg zich af hoe ze er in geslaagd waren hem twee keer met hetzelfde smoesje beet te nemen. Hij zocht de rest van de dag verder, maar vond niemand. De tweeling was in het niets opgelost.

Arnaut had verwacht dat zijn vriend blij zou zijn dat het hele gedoe voorbij was. Blijkbaar niet. Toen hij hen aan had zien komen had hij meteen wantrouwig naar zijn boog gegrepen en die pas laten zakken wanneer alles uitgelegd was. Daarna had hij zich beschaamd aan Gilan geëxcuseerd, waarna hij vertelde hoe hij zich door twee kinderen om de tuin had laten leiden. Arnaut haalde zijn schouders op. "Zo erg is dat toch niet," zei hij, "laat ze maar rondsluipen in de bossen. Wat gaan ze doen? Stropen, zoals zoveel dorpsbewoners? Het zijn nog maar kinderen, die vormen geen probleem." maar Halt en Gilan wisselden bezorgde blikken. "Het zijn dan wel kinderen," bracht Halt voorzichtig hun zorgen onder woorden, "maar dan wel twee die alle jagersgeheimen en jagerskunsten kennen. Ze zijn nog steeds gevaarlijk. En omdat we hun vader hebben gevangen genomen, gaan ze op een dag wraak nemen. Ze zijn met twee en hebben volgens mij een soort van telepatisch contact. Toen Sander ontsnapte moest Sarah exact aangevoeld hebben wat haar broer van plan was. Ik zou ze liever ergens zien waar we ze in de gaten kunnen houden." Steven schonk hen een kwadaardige lach. "Mijn kinderen laten zich niet in de gaten houden. Ze zouden hun leven risceren om jullie te ontsnappen." Arnaut negeerde hem. "En wat zou je dan met hem doen, Halt?" vroeg hij. "Ik zou een van hen als leerling kunnen nemen," stelde Gilan voor. "Op die manier kan ik hem in de gaten houden, en we geven de andere een leeraar aan de andere kant van het rijk. Als ze uit elkaar groeien voermen ze ook een minder grote bedreiging." Arnaut bleef realistisch. "De vraag is alleen nog of ze dat zelf wel willen. En hoe we ze gaan vinden om het hen te vragen." Er viel een lange stilt. Dat was inderdaad een lastige opgave. Uiteindelijk was het Steven die iets zei. "Ik kan ze voor jullie roepen." Alle hoofden draaiden zijn kant op. "En waarom zou je dat doen?" vroeg Will wantrouwig, want hij was immers hun vijand. Hij haalde zijn schouders op. "Ik denk dat ze graag Grijze Jager zouden willen worden. Ik heb hen er immers al die jaren voor opgeleid. Maar uit elkaar halen lukt jullie nooit, al hadden jullie het hele leger van Araluen." Uiteindelijk nam Halt een besluit. "Dan moet je dat maar doen," zei hij. Steven liet een paar fluittonen door het bos galmen. Een paar tellen keek iedereen verwachtingsvol naar de bomen. Er gebeurde niets. "Het is ook een hele tijd geleden," zei hij, "ik heb het jaren geleden met hen afgesproken voor als ze zich te goed verstopten bij de training, maar die twee klungels gaven me nooit de noodzaak het te gebruiken."

Plots verscheen er een beweging tussen de bomen. Het was Sarah. Ze hield een witte vlag in haar hand die gemaakt was van een lap stof en een tak. "Ik hoop dat jullie mijn witte vlag respecteren," riep ze over de paar meter. "Hiermee geef ik jullie heel veel vertrouwen." Ze wachtte even. "En als dat geen reden genoeg is, Sander zit hier ergens met zijn boog in de aanslag. En hij is van ons twee de beste schutter." De scherpe Jagersblikken scanden het terein, maar alleen Steven zag de kleine onregelmatigheid in het landschap, maar daar liet hij niets van merken. Toen Sarah zag dat ze niet aangevallen ging worden, kwam ze dichter. "Goed, wat is jullie voorstel?" vroeg ze. "We kennen jullie bijeenkomst terein en we kennen een bende huurmoordenaars die nog een eitje te pellen heeft met jullie korps. En ze kunnen al jullie geheimen van ons leren. We zouden de hele groep natuurlijk ook aan jullie kunnen verraden, maar dat kost jullie dan wel iets zoals... De vrijlating van onze vader." Ze hoopte dat ze genoeg indruk maakte. Zenuwachtig wachtte ze af, maar de groep leek alles behalve onder de indruk. "Eerlijk gezegd," zei Halt uiteindelijk, "dachten we aan een heel ander soort onderhandeling. We wouden jou en je broer een optie geven met een andere uitkomst dan dat jullie opgespoord en doodgeschoten worden." De moed zakte Sarah in de schoenen. De oude Jager was veel beter in bluf dan zij.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen