Hoofdstuk 2
Ik stapte in de zwarte auto van de man. Iedereen van het weeshuis kwam me uitzwaaien. 'Tot de kerstvakantie!' riep Arda. 'Tot de kerstvakantie,' zei iedereen haar braaf na. De man gaf gas en scheurde de hoek van de straat om. Na ongeveer 10 minuten keek de man om zich heen en reed een oud onbewoond steegje in. Hij reed een klein stuk achteruit en scheurde toen met zoon 200 kilometer per uur de steeg in. Opeens werd alles pikzwart. We draaiden keihard rond en ik begon me misselijk te voelen. Precies op het punt dat ik dacht flauw te vallen stopte we met draaien en stonden we stil op een hoge brug. Door de voorruit zag ik in de verte een enorm kasteel. Het was van oud steen gemaakt en alles zat onder het mos. De avond begon te vallen en het was daarom ook wat donkerder. Brrr, extra griezelig, dacht ik. De man gaf weer gas en we schoten vooruit. Het kasteel leek steeds groter te worden. Uiteindelijk stopte de auto. Ik en de man stapte uit. De man knipte in zijn vingers en de auto verdween. Ik dacht even dat ik weer dat ik flauw zou vallen. Zou vampier zijn leuk zijn? Of juist afgrijselijk?
Er zijn nog geen reacties.