Nadat Aeolus heel de uitleg had gegeven, mochten we nog even gaan doen wat we wilden: “Binnen een klein half uurtje vertrekken we. Wij moeten nog even overleggen wat we gaan doen en hoe, dus ga je nog even opfrissen, eet nog even verder,” bij dat laatste keek Aeolus nadrukkelijk naar Kasper, ”kortom, doe wat je niet laten kunt.” Ik keek op mijn horloge en zag dat het eigenlijk tijd was voor het avondeten. “Hoe laat is het nu?” vroeg Romy, die had gezien dat ik er een blik op wierp. Ik wierp haar een glimlach toe en zei: “Tijd voor avondeten!” Kasper keek heel alwetend en zei: “Duhh. Anders zat ik nog niet aan tafel hoor.” Ik keek hem hoofdschuddend aan, maar negeerde hem voor de rest. Benjamin wou tegen hem ingaan, maar aangezien ik daar geen zin in had, ging ik naar de keuken om een appeltje te gaan halen. Onderweg hoorde ik Benjamin nog roepen: “Natuurlijk wist jij dat niet! Jij zat al te eten toen wij hier aankwamen.”
Ioanna kwam, duidelijk ook vermoeid door hun discussie, ook binnen in de keuken. Ik vroeg meteen: “Kan je nu vertellen wie het was, die ons zou verraden?” Ze keek me niet-begrijpend aan, maar net op de moment dat ik het wou uitleggen, zag ik dat er een lichtje ging branden. Ze antwoordde: “Ja, natuurlijk. Het was…”
Dagon kwam binnen. Geïrriteerd vroeg ik hem: “Ik dacht dat jullie als onze begeleiders een eigen keuken en eetzaal hadden?” Het leek alsof hij ons niet had opgemerkt, want hij keek ons toen pas aan en zei: “Ook hallo. Ja, dat klopt, maar ik moest snel zijn van de anderen en onze keuken is aan de andere kant van het gebouw. En geloof me, het is hier groter dan je denkt. Veel groter…” Hij keek me veelbetekenend aan en deed zonder te kijken een greep in de fruitschaal. Hij had een banaan te pakken, maar toen hij ernaar keek, wierp hij die terug bij de rest terwijl hij in zichzelf mompelde: “Wie heeft dit er nu ingelegd. Ik dacht dat dit de fruitschaal was, dit is toch niet eetbaar…”
Ik moest moeite doen om mijn lach in te houden. Dagon greep een peer en ging weer weg. Ik keek Ioanna aan en zei lachend: “Die is duidelijk geen fan van bananen.” Ze schudde ter bevestiging haar hoofd en pakte een andere banaan. "Misschien moeten we terug naar de rest, het gaat wel opvallen als we hier de hele tijd blijven,” stelde ze voor. Ik knikte maar.
Eenmaal terug buiten gingen we bij de rest van de groep jongeren zitten. Kasper en Benjamin keken me aan en Benjamin verwoordde wat ze beiden dachten: "En? Wie is het?" Ik trok vluchtig mijn schouders op om te zeggen dat ik het niet wist en gebaarde vluchtig naar Aeolus die onze richting uitkwam. Hij kwam meteen ter zake: "Is iedereen klaar? We willen nu ongeveer vertrekken." Iedereen keek naar elkaar, als om te vragen wat er van ons verwacht werd om te doen. Uiteindelijk verwoordde Romy wat door al onze gedachten heenging: "Klaar voor wat? een confrontatie? We kunnen amper datgene wat ons net is geleerd, hoe zouden we dan ooit een gevecht moeten winnen?" Daar leek Aeolus zo meteen geen antwoord op te hebben, want hij trok een heel gepijnigd gezicht. Uiteindelijk besloot hij het lekker vaag te houden, door te antwoorden met een simpel "Vertrouw op je gevoel". De glimlach die hij erbij trok maakte daarentegen duidelijk dat ook hij er geen goed gevoel bij had.
"Dus, we moeten vertrouwen op iets wat we niet kennen, kunnen zien of kunnen gebruiken als wapen, maar toch gaan we daarmee een team van evenveel mensen die veel meer ervaren zijn, proberen te overwinnen?" vroeg Kasper nuchter. Aeolus keek weer even moeilijk, en zijn reactie was niet al te oppeppend: "Je moet het niet zo bekijken, we zijn niet zomaar als jullie mentors gekozen hoor."
"Bovendien is dit niet de eerste keer dat jullie een gevecht zullen aangaan," deed Nerpius een duit in het zakje.
"Plus, zij zullen afgeleid zijn omdat ze het Geheime Geschrift van Vuur zoeken. Ze zullen ons totaal niet zien aankomen. En met een kleine inmenging van Nerpius hebben we er weer wat bondgenoten bij,' sloot Zephyra af.
Kasper leek, net als iedereen trouwens, niet echt overtuigd, maar hij besloot het er maar bij te laten. Hierover discussiëren had geen zin. Ik keek er ook niet bepaald naar uit, maar welke andere keuze hadden we nog? Daarom besloot ik ook maar eens mijn mond open te trekken: "Goed, dan kunnen we misschien zo snel mogelijk vertrekken, aangezien zij misschien al volop aan het zoeken zijn."
Door dat idee leek Aeolus even uit het veld geslagen, maar hij herpakte zich snel: "Ja. Dat is geen slecht idee. Oké, ga allemaal bij jullie mentor staan, die zal jullie dan meenemen naar de School van Vuur. En dan maar hopen dat die nog bestaat," voegde hij er zachtjes mompelend aan toe. Dat gezegd hebbende greep hij Kasper bij zijn hand. Onmiddellijk waren ze verdwenen Terwijl ik de andere mentors hetzelfde zag doen, pakte ook Zephyra mijn hand. We verdwenen weeral in het niets. Toen we ter plekke arriveerden, keek ik op en ik zag ...
Niets.
De school was er niet meer. De vulkaan waarin die gevestigd was, was met de grond gelijk gemaakt. Enkel een zwarte rookwolk was het stille bewijs van de zovele levens die hier slechts luttele uren eerder nog waren.
Een intense schreeuw van pijn en woede rees op over de vlakte. Nerpius lag ineengezakt op de grond, huilend om het heiligdom dat was verloren gegaan. Twijfelend of een schouderklopje zou helpen, stond Ioanna onbeholpen naast hem. Ondertussen stond Dagon te beven van woede. "Dat was de laatste fout die ze ooit hebben begaan," zei hij met trillende stem. Hij haalde agressief uit om Benjamins hand te grijpen. Het enige wat ze achterlieten was open plek op de plaats waar ze net nog stonden.

Reageer (1)

  • VanillaJuice

    Héeej, het verhaal gaat door. Ik was al bang dat je ermee gestopt was, fijn dus dat je weer schrijft : -)

    4 jaar geleden
    • woetre333

      nee hahah, het leven is gewoon nogal druk

      4 jaar geleden
    • woetre333

      maar bedankt dat je nog altijd zo enthousiast bent : )

      4 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen