Zephyra en ik kwamen weer tevoorschijn op een steile berg. Om ons heen waren er meer van zulke bergen. De lucht was hier nogal ijl, ik had moeite met ademen. “Oké, waar zijn we en waar is de rest?” Ik vertrouw haar misschien, maar dat wilt nog niet zeggen dat ze zomaar alles mag doen en dat ik alles zomaar aanneem. Zephyra was duidelijk mijn gedachten aan het lezen, want ze antwoordde meteen: “Rustig maar. We zijn op de plaats waar je het best jouw luchtmagie kan ontwikkelen en de rest is op hun beste plek. Maar eerst zou ik graag willen weten hoe jullie ooit het gevecht tegen die mensen hebben gewonnen en hoe jullie al die moorden hebben gepleegd.” Dat laatste zei ze met afgunst, ze keurde het duidelijk niet goed. Wat ik volledig begreep, ik kon er zelf ook nog steeds niet bij. De enige die er onbewogen door bleef, was Ioanna. Zij trok zich er niets van aan. Nou ja, vampierbloed zeker? Ik besefte dat ik al meer dan een minuut alleen maar was aan het nadenken en Zephyra mij stond aan te staren, dus zei ik snel: “Uhm, ik heb geen idee eigenlijk, samenwerking denk ik? Ioanna heeft me bij mijn schouders gegrepen en ik voelde haar magie door me heen stromen, kon die sturen. Dus combineerde ik haar magie met die van mij en kon ik zo een heleboel mensen uitschakelen. Ik dacht dat ze alleen maar buiten westen waren, als ik dit had geweten was ik onmiddellijk gestopt!” Zephyra keek me even met medeleven aan vooraleer ze zei: “Maar Wouter, voor mij hoef je je niet te verontschuldigen hoor. Ik heb het gevoel dat die mensen niet gewoon van plan waren om ons gevangen te nemen, maar dat ze gestuurd waren door iemand, dus als jullie hen niet hadden vermoord, hadden zij dat wel bij ons gedaan. Ik ben jullie heel dankbaar. Maar vertel nu eens, hoe heb je dan achteraf die fata morgana kunnen oproepen?” “Ik dacht niet na, ik deed gewoon. Ik concentreerde me gewoon op de lucht rondom mij en ik dacht aan vlammen en toen was het opeens gelukt,” zei ik aarzelend. “Oh, in dat geval hoef ik je niet meer zoveel te leren. Ik moest je zover krijgen dat je bij dat gevoel kwam dat je niet nadacht maar gewoon deed, maar aangezien je dat al vanzelf hebt gedaan, hoeft dat ook niet meer. Hmmm, dan zal ik jou leren dingen te doen zweven en zelf te vliegen. Dus, ik heb hier dit boek.” Ze haalde uit haar binnenzak een heel klein notitieboekje en hield het met gestrekte arm tussen ons in. “Oké, focus je nu p de lucht rondom het boekje, zoals je deed bij de fata morgana. Beeld je dan in dat de lucht dichter wordt net onder het boekje, zodat het boekje daarop kan rusten. Als het blijft zweven, kan je proberen om de lucht die eronder is te verplaatsen. Zo doe je het boekje zweven naar waar jij wilt dat het gaat.” Ik concentreerde me weer op de lucht, liet al de rest los, ook al was dat heel moeilijk, en liet de lucht onder het notitieboekje dichter worden. Zephyra liet het los en het bleef even zweven. Na een paar seconden begon het echter langzaam naar beneden te vallen, alsof het een veer was die naar beneden dwarrelde. “Concentreer je harder, Wouter. Laat alles gaan en voel de lucht rondom je, voel de lucht onder het boek.” Ik deed wat ze vroeg en liet al mijn gedachten los. Ik voelde de lucht, het was fantastisch. Je kan het je echt niet voorstellen. De lucht leek wel een deel van mij, een soort verrijking van wat mijn hersenen kunnen aansturen. Ik beval de lucht onder het boekje om nog dichter te worden en naar boven te gaan, dus ging het boekje naar boven. Ik vond het geweldig, echt gewoon niet met woorden te omvatten. Ik speelde er wat mee en slingerde het notitieboekje alle kanten op, naar links, naar rechts, naar voor en naar achter. Het boekje deed gehoorzaam wat ik vroeg, of beter gezegd, de lucht rond het boekje deed dat en nam het boek mee. Na een paar minuten had ik daar echter genoeg van, dus deed ik het boekje hoog vliegen, zo hoog als ik kon. Het ging hoger en hoger, ik stopte niet. Ineens zag ik uit mijn ooghoek beweging in de lucht. Ik keek naar wat het was en vergat het notitieboekje volledig. Het viel onmiddellijk naar beneden, maar Zephyra had het wel gezien. Op een tiental centimeter van de grond deed ze het boekje stilhangen. Ondertussen probeerde ik erachter te komen wat het wezen in de lucht was, maar het was nog heel ver weg. Het enige wat ik kon zien, waren twee grote vleugels, groter dan enig bestaand dier voor zover ik wist. Het wezen kwam langzaam dichterbij, maar hoe dichter het kwam, des te meer werd het duidelijk dat het een persoon was met vleugels. Oehhh, zo’n vleugels wil ik ook wel, dacht ik vol jaloezie. “Die kan je ook krijgen aangezien je je uiterlijk kan veranderen, weet je nog?” zei Zephyra. Ze was mijn gedachten weer aan het lezen. “Dat zal ik je later wel leren, eerst luiteren naar wat de boodschapper te zeggen heeft. Ja, dat is één van onze boodschappers,” zei ze toen ze mijn gezicht zag. Ik keek vol verwondering toe hoe de boodschapper dichterbij kwam. Toen hij landde, kon ik hem pas goed bekijken. Hij had prachtige, grote, witte vleugels waarvan de punten over de grond sleepten als hij ze had opgevouwen. De jongen zelf zag er heel tenger en kwetsbaar uit, vond ik. Hij negeerde mij en liep regelrecht naar Zephyra: “Mevrouw, er is nieuws van de School van Vuur.”

Reageer (1)

  • snakebite852

    nu is het echt spannend

    5 jaar geleden
    • woetre333

      haha, echt totaal niet expres gedaan ;D

      5 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen