Hoofdstuk 15
Toen de luitspeler weer in de herberg was verdwenen bleef Will nog een paar tellen gespannen wachten. Er gebeurde niets. "Kom, Gilan, we gaan hier weg." Will gebaarde naar Bles, terwijl hij zelf Trek met een fluitsignaal naast zich liet lopen, zodat hij zijn boog niet weg moest leggen om op te stijgen. Aarzelend stapte ook Gilan op en Will stak zijn pijl terug in de koker. "Blijf voor me rijden en probeer niet om er vandoor te gaan." Ze wisten allebei dat die pijl in een mum van tijd terug op de boog gelegd en afgeschoten kon worden. Gilan deed al geen pogingen meer om Will op andere gedachten te brengen of om te vragen waar hij mee bezig was. Zo reden ze het dorp uit tot de plaats waar Will zijn vrienden de volgende morgen zou tegenkomen. Daar vertelde Will de Jager dat hij af moest stappen en hij besloot hem voor de veiligheid vast te binden. Dat was het moment dat Will even niet kon schieten, en zodra hij Gilans handen vastgreep, trok die zich los in een poging te vluchten. Gilan stampte Will hard tegen zijn benen, waardoor die op de grond belande. Daarna ging de lange gestalte er vandoor. Of dat zou hij toch gedaan hebben als Will zijn reflexen en zijn werpmes niet had gehad. Hij smeet het ding op die manier dat het handvat met een enorme kracht tegen Gilans hoofd botste. De lange Jager struikelde naar voren en verdwaasd door de klap lukte het hem niet meer in een rechte lijn verder te lopen. In een paar tellen had Will hem ingehaald en deze keer probeerde Gilan niet meer te ontsnappen. Will bond hem vast en ging zelf een eindje verder, onzichtbaar gemaakt door de schaduwen, op wacht staan. Het werd een lang nacht, en hij dacht er niet over maar even zijn aandacht te laten verslappen of te slapen, al zou Gilan dat waarschijnlijk niet doorhebben. Pas laat in de ochtend kon hij eindelijk zijn verdiende rust nemen toen in de verte hoefgetrappel klonk. Arnaut was als eerste aangekomen en stelde snel een paar vragen. Het volgende moment verzonk Will in een diepe slaap.
Halt kon zijn ogen niet geloven toen hij zijn vroegere leerling daar vastgebonden zag zitten. Dit kon alleen maar betekenen dat Will of Arnaut hem onverwachts was tegengekomen en dat hij blijkbaar ook niet meteen een goede verklaring had klaar gehad. "Gilan!" riep hij uit, al voor hij goed en wel was aangekomen. "Halt..." Gilans stem klonk uitgeput en angstig. "Wat heeft iedereen..." Toen Gilan Abelard had horen aankomen, had hij even hoop gehad, maar nu wist hij het echt niet meer. Hij besloot eerst af te wachten of Halt ook meedeed aan de boosheid die blijkbaar op hem was gericht. Halt, die de aarzeling opmerkte, besefte onmiddellijk wat er aan de hand was. Met een boze trap schudde hij Will wakker, zonder zelfs even zijn aandacht naar Arnaut te laten afglijden. "Zo," zei hij bars tegen de slaperige gedaante op de grond. "Je hebt hem dus niets gevraagd, niets uitgelegd, maar je hebt hem gewoon gevangen genomen, zonder dat hij er iets van kon vermoeden!" "Heuh… wa is er..." stamelde Will vermoeid. Hij knipperde met zijn ogen tot zijn beeld weer sterk was, en bij het zien van Halts ontevreden blik krabbelde hij snel weer overeind. "Ik heb hem gevangen genomen, Halt, kijk maar." De oude Jager bromde iets dat Will niet kon verstaan. "Ja, je hebt hem gevangen genomen, dat zie ik," vervolgde hij toen, "Je heb hem zomaar meegesleurd zonder hem zelfs uit te leggen wat er aan de hand was." "Ik dacht dat hi dat wel zou weten," zei Will verontwaardigd, en Halt schudde rustig zijn hoofd. "Nee, Will, hij weet van niets. Hij heeft nog steeds diezelfde dwaze gezichtsuitdrukking als toen ik hem jaren geleden probeerde uit te leggen dat een jager geen zwaard heeft." Gilan, die probeerde mee te luisteren, bedacht dat hij inderdaad wel een dom gezicht trok, en keek weer snel naar de grond. "Maar Halt, hij probeerde te ontsnappen! Dat geeft toch wel meer dan genoeg duidelijkheid." Weer schudde Halt zijn hoofd. "En wat zou jij doen als een gek met pijl en boog je uit het niets mee wilt sleuren?" Will keek schuldbewust naar zijn schoenen en Halt voelde dat hij doorhad hoe impulsief hij zich had gedragen. "Maar," ging hij verder, terwijl hij zich wendde naar hun gevangene, "dat wil niet zeggen dat Gilan inderdaad van niets weet. Gilan, ik hoop dat je nu onmiddellijk alles uit kan leggen." Gilan kramp in elkaar toen hij besefte dat zijn meester zich inderdaad tegen hem gekeerd had.
Er zijn nog geen reacties.