Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 2.
Ik kom bij. De zwarte waas voor mijn ogen word blauw. Ik hoor vogels fluiten, voel het natte gras in mijn rug prikken en voel een boterbloempje tussen mijn vingers kriebelen. Ik staar naar de lucht tot ik weer alles goed zie. Ik ga langzaam rechtopzitten. 'Wat doet mijn arm toch verschrikkelijk veel pijn.' Hoor ik door mijn gedachten heen gaan. Ik sta op en volg strompelend het voetpad. Aan het eind van het voetpad kom ik bij een groot huis terecht. Ik bekijk het met grote ogen en loop er voorzichtig heen. Ik bel aan en de deur word geopend door een jongen van ongeveer 17 jaar oud. Hij heeft kort stekelig zwart haar twee piercings; een wenkbrauwpiercing en een in zijn lip. Ik bekijk hem van top tot teen en voel me rood en verlegen worden. Dan zie ik zijn CoF shirt en denk dat ik in de zevende hemel terecht ben gekomen. "Euh.. Hoi?" Zegt de jongen verbaast. "Hoi" Antwoord ik zachtjes terug terwijl ik naar de grond kijk. "Wat zie jij er uit!" Ik schrik. "Oh sorry! het was niet mijn bedoeling om je te laten schrikken." Zegt hij op een lieve toon. "Wat is er gebeurt?" Er valt een stilte. Plots verbreek ik de stilte en vertel hem dat ik van de heuvel af ben gevallen in de veldweg. Hij kijkt op en vraagt of ik binnen wil komen. "Tuurlijk, waarom niet?" Zeg ik voorzichtig tegen hem en begin te blozen. Hij lacht vriendelijk naar me en wijst me de woonkamer. Ik bekijk de hele kamer. Donkerrode muren, zwarte tegels, en antieke meubels. "Waaw! Wat is het hier mooi!" Zeg ik opgewekt. "Ach, het is niets. Gewoon een paar oude meubels met donkere muren en vloer, het stelt niets voor." Hij schenkt me drinken in en geeft het aan me. Ik probeer te drinken maar het doet zon verschikkelijk veel pijn aan mijn arm. "Wat is er met je arm?" Vraagt hij nieuwschierig. Ik mag deze jongen nu al, ook al ken ik hem niet eens. "Ik denk dat hij gebroken is, of gekneusd ofzo, weet ik veel. Hij doet in iederen geval veel pijn als ik mijn hand beweeg en mijn voet doet ook pijn, maar dat zal wel niets zijn." Zeg ik zonder enige twijfel. " Je moet naar een ziekenhuis!'' Hij staat op, loopt naar me toe en tilt me op. Ik voel mijn hart tekeer gaan in mijn borstkast en krijg een kriebelig gevoel in mijn buik. 'Wat, ik kan toch niet verliefd zijn?! Toch niet zo snel! Ik ken hem niet eens, ik weet niet eens wat zijn naam is!' Vraag ik mezelf af. "Wat heb je een rood kleurtje" Zegt hij dan met een grijns op zijn gezicht. "Oh, ja het is.. euh.. Nou.. Ik heb het nogal warm weetje, dus euh.." Stotter ik tegen hem. Hij lacht vriendelijk naar me en zet me neer bij de voordeur. "Waarom draagde je me eigelijk?" Vraag ik nieuwschierig aan hem. "Nou, je strompelde nogal dus ik dacht laat ik haar optillen, voor haar minder werk aangezien ze al last heeft van haar voet." "Ah, das wel aardig van je." Ik voel me nog roder worden dan net en verberg mijn gezicht door mijn haar ervoor te hangen. Ik zie hoe hij een telefoon uit zijn zak haalt en op een knopje drukt. Geen minuut later staat er een ober ofzo voor ons. "Justin, wil je ons naar het ziekenhuis rijden? Dankje." Ik bekijk de jongen nogmaals van top tot teen. 'Hij is knap, aardig, fan van CoF en rijk! GEWELDIG!' denk ik in mezelf. Mijn gedachten zijn helemaal bij mijn fantasietjes over ons twee samen hand in hand lopend langs het strand. Dan voel ik iemand me aantikken. Ik schrik op en kijk de jongen aan. "Kom je, de auto is er." Zegt hij vriendelijk tegen me en hij maakt de autodeur voor me open. "Ja, sorry." Zeg ik snel en stap langzaam in de auto. "Hoe heet je eigelijk, als ik vragen mag?" Vraag ik verlegen aan hem en kijk naar mijn voeten. "Haha, sorry dat ik me niet meteen voorstelde. Ik ben Kay, aangenaamd. En wie ben jij?" "Ik ben Melissa, aangenaamd." Ik probeer mijn hand uit te rijken maar het lukt me niet. "Leuke naam! En laat dat handje schudden maar zitten" Zegt hij en lacht lief naar me. Mijn rood kleurtje was eindelijk weg en nu voel ik het weer terug komen. Mijn hartslag voel ik sneller worden en zeg zachtjes dankje.De auto stopt. "We zijn er!" Roept Kay en hij stapt uit voor mijn deur te openen. Ik word als een 'echte dame' uit de auto gehaald, alleen mist de rode loper nog en het woordje 'U'. Kay slaat een arm om me heen voor me steun te geven. Ik loop een beetje mank mee het ziekenhuis in. We nemen plaats en wachten geduldig af terwijl Justin meldt dat we er zijn en ik last heb van mijn hand. "Oh wacht ik heb een kaartje van de dokter!" Schreeuw ik plots naar hem toe. Justin loopt naar me toe en neemt het kaartje aan dat hij vervolgens bij de balie weer afgeeft. Kay tikt me aan. Ik kijk naar hem en voel kriebels in mijn buik. Er valt een stilte en ik voel dat Kay me diep in mijn ogen kijkt, ik kijk terug in zijn mooie groene ogen omringt door een beetje zwarte eyeliner. Ik merk dat ik weer een kleurtje krijg en wil wegkijken. Dan pakt Kay zachtjes mijn gezicht en draait het rustig naar hem toe. Ik denk dat mijn hart zometeen uit mijn borstkast recht in zijn handen springt. Het verliefde gevoel blijft door mijn buik zweven en ik krijg het niet kwijt. "Weet je dat je bloost?" Merkt kay op. "Euh.. eh. nou eh.." Stotter ik en draai mijn gezicht naar de grond. Kay krijgt een glimlach op zijn gezicht. "Het geeft niet, mooie meisjes zoals jij mogen dat." Fluistert hij zachtjes in mijn oor. 'Oké, nu gaat mijn hart definitief uit mijn borstkast en in zijn handen springen! Hij zal vast en zeker een expert zijn op het gebied van stelen.' denk ik in mezelf. De dokter roept mijn naam om en ik sta op. Kay helpt me met lopen. We lopen rustig de kamer binnen en ik vertel hetzelfde als ik Kay verteld heb. "Nou, daar moeten we toch even een foto van gaan maken hoor." Zegt de dokter tegen me. Ik mag weer plaatst nemen in de wachtkamer. Een minuut of vijf later wordt mijn naam weer omgeroepen. Kay helpt me opnieuw met lopen tot dat hij de kamer moet verlaten vanwege de foto. Ik moet al mijn sieraden af en elektronica weg doen. De dokter legt me uit hoe ik mijn arm moet houden en de foto word gemaakt. Opnieuw moet ik plaatst nemen in de wachtkamer en rustig afwachten op het resultaat van de foto. Ondertussen praten Kay en ik een beetje over bepaalde stijlen, muziek en dat soort dingen. Hij blijkt dezelfde soort muziek te luisteren als ik doe, en ook nog eens van dezelfde stijl te houden! En wat een geluk, zijn favoriete band is ook COF en hij gaat over een paar maanden naar een concert van hun. Ik denk dat ik mijn droomjongen echt heb gevonden, dit moet gewoon toeval zijn of het geluk heeft me eindelijk gevonden! "Hoe oud ben je?" Vraag ik zonder na te denken. Kay kijkt me aan en verteld dat hij twee maanden geleden 17 is geworden. "Nog gefeliciteerd, het is wel laat maarja. Ik...." Mijn zin wordt onderbroken door de dokter die de uitslag heeft van mijn foto's. We lopen naar binnen en luisteren naar wat de dokter te vertellen heeft. "Blijkbaar is je ellepijp gekneusd en zal je arm moeten rusten." Verklaart de dokter aan ons. "Danku." Zeg ik vriendelijk tegen de dokter en samen met Kay verlaat ik het ziekenhuis. We komen aan bij de auto waar Justin op ons staat te wachten. We stappen in de auto en rijden weg. "Waar woon je dan?" Vraagt Kay en kijkt me aan met een nieuwschierige blik in zijn ogen. "Ik woon in eh.. in Luik. Oké, dit is ook Luik alleen eh.. weet ik niet waar in Luik. Ik woon hier pas twee weken en alles is nog nieuw voor me." Antwoord ik. "Straatnaam?" Vraagt Justin aan me. "Oh, ja.. wacht ik heb het opgeschreven." Ik lees de straatnaam op en Justin tikt het in de navigatie. "Wil je ook wel naar huis? Aan je gezicht te zien niet." Vraagt Kay aan me. Ik kijk hem aan en krijg een lachje op mijn gezicht. "Hoezo, zou ik langer bij jullie mogen blijven dan?" Vraag ik grijnzend. "Waarom niet, we hebben genoeg eten dus je zou ook nog mee mogen eten als je dat leuk zou vinden. En als het mag van je ouders natuurlijk." Verklaard Kay. "Vader, bedoel je." Ik kijk naar mijn voeten. "Mijn zusje is vorig jaar overleden, een paar maanden later pleegde mijn moeder zelfmoord. Ze kon de depressie denk ik niet meer aan, mijn vader is helemaal gek geworden en doet niets anders dan alcohol drinken. Ja, hij is alcohollist geworden na de dood van mijn moeder." Zeg ik tegen hem. Tranen springen in mijn ogen maar ik probeer ze in te houden. Voor ik het weet valt er een traan op mijn schoot. Kay schrikt ervan en probeert me te troosten. "Het komt allemaal wel goed. Echt waar." hoor ik hem fluisteren. Ik merk dat Kay niet weet wat hij moet zeggen. Dan zie ik hem in mijn ooghoeken dichterbij schuiven en hij omhelst me. Ik sla mijn armen om hem heen en laat mijn tranen hun eige wil gaan.
"Kom maar lekker mee naar ons huis. Mijn ouders zijn bijna nooit thuis, ze hebben het altijd druk op hen werk en zijn nu voor vier maanden op zakenreis in Amerika. Justin zorgt voor eten enzo, niets waar je je zorgen voor hoeft te maken. En mijn zus heeft sinds kort een vriend waar ze altijd is, je ziet haar nooit thuis. Dus je kan in haar bed logeren, als je het niet erg vind teminste. En anders hebben we nog een logeerkamer waar je ook zou kunnen slapen, maar daar is het wel stoffig denk ik. Die kamer wordt namelijk bijna nooit gebruikt." Verteld Kay me. Ik kijk hem aan en geef hem een knuffel. "Is goed! Als niemand het erg vind dat ik weg ga dan blijf ik bij jullie voor een tijdje! Maar eerst mijn spullen thuis ophalen." Zeg ik en laat Kay rustig los. Hij veegt mijn tranen met een zijdezacht doekje weg en geeft me zachtjes een kusje op mijn wang.
Reageer (1)
ik wil hier 3 of meer reacties op voordat ik verder schrijf
1 decennium geleden