'Yasko!' Verward keek Yasko rond. De stem kwam uit een ondoorzichtige groep bomen wat verderop en leek niet dichterbij te komen. Hij vroeg zich bezorgd af wat hij kon doen. Of hij moest Klistrandia achterlaten of hij misschien nooit weten wie hem geroepen had, want hij herkende de stem niet. Ten slotte stond hij op om op het geluid af te gaan, de maanling kon toch nergens heen. Obi trippelde nieuwsgierig achter hem aan terwijl hij de struiken opzij duwde. Na een worsteling met een doornstruik en een paar bomen met laaghangende takken, kwam Yasko op een open plek van enkele meters. Het was verlaten, al was hij er zeker van dat de stem ergens uit die richting was gekomen. Gespannen luisterde hij nog eens aandachtig, maar hij hoorde alleen de vogeltjes. Toen raakte een dennenappel hem op zijn rug. Vliegensvlug had hij zich omgedraaid. Hij zag alleen een boom, maar toen hij aandachtiger keek, ontdekte hij ook dat er iets bewoog tussen de takken. Toen een tweede dennenappel op hem afgevuurd werd, zag hij in een flits een groene hand voorbijflitste. Hoe was Klistrandia hier gekomen? Ze zat toch vastgebonden. En zelfs als ze was ontsnapt, hoe had ze hem dan kunnen roepen? Langzaam liep hij op de boom af, zichzelf geruststellend. Hij zou er later wel achter komen hoe ze zich had losgemaakt, en ze zou hem toch niets kunnen doen. Ze was niet gewapend en lang niet sterk genoeg. 'Klistrandia?' vroeg hij voorzichtig. Geen antwoord. Toen hij vlak onder de boom stond, begon Obi dreigend te grommen. Zou dat zijn omdat de maanling hem van zich af had geduwd, want normaal deed hij dat nooit. Plots begonnen de takken te kraken. Het ogenblik daarna vloog er een groene gedaante op hem af. Maar het ergste was dat ze een bijl in haar handen klemde. Toen voelde hij een splijtende kracht neerkomen op zijn schedel. 'Klistrandia, jij moordenaar!' galmden zijn laatste woorden door het bos. Toen viel zijn lichaam dood neer. Obi begon te janken.

Klistrandia zat nog steeds vastgebonden te wachten. Yasko bleef nu wel erg lang weg. Ze voelde dat ze bij die gedachten doodsbang begon te worden. Niet zo denken, dacht ze, ik haat hem. Toch bleef haar onrust er. Misschien had hij haar toch gewoon achtergelaten. Nee, zo slecht kon hij toch niet zijn. En dan zou hij zijn paard waarschijnlijk ook meegenomen hebben. Net op het moment dat ze er zeker van was dat er iets mis was, hoorde ze een stem uit de verte. 'klistrandia, jij mmoordenaar!' gevolgd door een hartverscheurend gejank. Ze begon weer met de kettingen te worstelen, niet wetend of ze wou vluchten, helpen of gewoon komen kijken. die keuze hoefde ze niet eens te maken, want het ijzer hield haar stevig vast. Even was ze bang dat ze daar voor eeuwig gevangen zou zitten. Toen merkte ze dat een figuur een paar meter verderop haar aankeek.

'Ik ben de splijter,' vertelde het meisje tegen Klistrandia. Ze was net als haar een maanling. 'Ik zag hoe hij je gevangenhield en toen besloot ik je te bevrijden. Ze noemen me trouwens zo omdat ik met een slag een mensenschedel in twee kan splijten.' Klistrandia moest bijna overgeven bij het zien van de bebloede bijl in haar hand en bij de gedachte van wie het bloed was. De zogenaamde splijter maakte de kettingen los en kuiste haar wapen af. 'Je hebt hem vermoord...' stotterde ze, even vergetend dat zij dat ook had geprobeerd. 'Inderdaad. Ik ben lid van de MTM.' Elke maanling kende de MTM organisatie, die stond voor Maanlingen Tegen Mensen. Het was een moordzuchtige groep mensenhaters die vond dat alle mensen moesten worden uitgemoord. 'Je bent wat van streek door die lange gevangenschap,' zei de splijter geruststellend. 'Ik neem je mee naar onze basis, daar kan je wat tot rust komen.' Zonder nog iets te zeggen liep Klistrandia met het meisje mee. De splijter pakte ook meteen het paard en ze vertrokken. Onderweg begon Obi langs haar benen te rennen, het lichaam van zij baasje achter zich latend. Klistrandia hield de andere maanling tegen toen ze haar bijl op het beest richtte. 'Die is van mij', loog ze. 'Tamme honden zijn bijna net zo erg als mensen,' zei de splijter afkeurend, maar ze liet haar het dier meenemen.

Niet veel later kwamen ze aan bij een reusachtige gebouw dat, ironisch genoeg, heel hard op een mensenbouwwerk leek. 'Hier leven alle maanlingen die mensen net zo walgelijk vinden als wij twee ze vinden.' Klistrandia wou protesteren over die WIJ, maar bedacht zich toen. Dit leek haar niet de beste plaats om iets positiefs over mensen te zeggen. Ze bleef zwijgen tot ze naar binnen gingen. Daar werd ze naar een kleine kamer gebracht. 'Dit is de afdeling voor slachtoffers van mensen. In dit deel van het gebouw kan je voorlopig blijven wonen, en daarna kun je je bij onze organisatie aansluiten.' 'wat, me er bij aansluiten? Maar ik wil niet..' 'Natuurlijk wil je dat wel. Iedereen wil erbij', onderbrak ze haar. 'Trouwens, je kunt eerst een paar weken uitrusten. Wist je dat er hier en zwembad is? En een bibiliotheek. Er is trouwens nog veel meer, ik moet nu gaan om verslag uit te brengen van je redding, verken het gebouw ondertussen maar.' Klistrandia knikte en de splijter liep de kamer uit.

Toen de stilte inviel besefte ze pas goed wat er was gebeurd. Yasko was dood! Gewoon plots, zomaar. Wanhopig begon ze te snikken. Ze moest hem haten, maar eigenlijk was hij toch best aardig geweest. Obi kwam troostent naast haar zitten. Ze begon hem zachtjes te aaien. En toen was ze het beu in de kleine kamer, ze voelde zich opgesloten en besloot wat rond te zwerven door de gangen. De hond volgde haar. Ze ontdekte een zwembad en een kleine eetzaal en liep zonder op te kijken langs een paar andere "slachtoffers". Uiteindelijk ging ze zitten op een bankje in de reusachtige bibliotheek. Ze liet haar ogen langs de boeken glijden. ze vroeg zich af of ze toevallig bij de rekken over de dood was beland. Haar ogen gleden als vanzelf over de boeken. "De geheimen van de dood"... "Wat is de dood?"... "Hoe ga je snel dood"... "De dood ongedaan maken"... "wat er na de dood komt"... Wacht eens, schoot Klistrandia wakker, stond daar nu "De dood ongedaan maken?" Snel griste ze het boek weg en begon te lezen.

Meestal is de dood onherroepelijk, wanneer de ziel het lichaam heeft verlaten en langzaam verdwijnt. Soms zijn er echter uitzonderingen. Een ziel van een vermoorde zal bijvoorbeeld nooit rust vinden voor zijn moordenaar gestorven is. De missie van deze ziel is zijn moordenaar vinden, daarna blijft hij voor eeuwig rond die persoon dwalen om in zijn dromen te verschijnen...

Daarop volgden hoofdstukken met "Vlinders levend maken" "vulkaanmannen levend maken" en tenslotte ook "mensen levend maken". De eerste zin was dat de ziel dicht genoeg in de buurt moest zijn. Als ze vervolgens de instructies zou volgen, kon de ziel zijn lichaam opnieuw maken. Dat klonk best eng, en ze had geen flauw idee hoe ze die ziel terug kon vinden. Maar toen herinnerde ze zich Yasko's laatste woorden en bedacht ze dat hij moest denken dat zij hem had vermoord, dus hoogstwaarschijnlijk hing zijn geest er vlakbij. Verschrikt keek ze rond, maar ze zag niets. Toch wist ze dat niet alles al verloren was.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen