Hoofdstuk 17 (Elizabeth)
Tweedeklassers die muziek komen spelen bij ons? Wauw ik stond er echt versteld van. Jammer genoeg toonden mijn ouders minder interesse. " Waarom komen zij hier spelen? Zij horen hier totaal niet." Dat was het enige zat ze zeiden. Ik wou luisteren, maar mijn moeder keek afkeurend toen ik met het idee kwam. Wanneer zei nog even naar de conversatiezaal gingen om met een paar medepassagiers te gaan praten, ben ik toch even mijn kamer uitgeglipt en komen luisteren. Ze hadden echt wel talent. Lang kon ik jammer genoeg niet blijven, anders ging moeder kwaad zijn als ze merkte dat ik weg was. Ik hoop dat ik een kans vind vandaag om te gaan kijken op het derdeklaspromenadedeck. Ik had van anderen gehoord dat ze daar regelmatig kwamen spelen.
Vandaag was de uitgelezen kans! Mijn vader voelde zich niet goed, en moeder besloot om bij hem te blijven vandaag. " Mam, mag ik een wandeling op het deck maken intussen? Ik kan toch moeilijk een hele dag in de hut blijven. Ik zal John wel meenemen! " Ze moest er wel even over nadenken of ze het ging toelaten. " Als je hem maar niet uit het oog verliest vind ik het goed.", was haar antwoord. Ik zag Johns ogen glinsteren. Hij verveelde zich hier ook dood. " Dank je wel mam!" " Voor je weggaat, wil jij wel even je viool geven? Ik vertrouw het niet." Waarom had ik dat zien aankomen? Ik zuchtte en gaf mijn viool. " Ik wil wel dat je er niets mee gaat doen. Hij houdt niet echt van water.", zei ik. Zie jij maar dat je je gedraagt, dan gebeurt er niks meer", was haar antwoord. Met John verliet ik de hut. Even vrijheid zonder de ouders, wat een fantastisch gevoel!
" Waar ga je naartoe zus", vroeg John, terwijl ik me door het gangenstelsel baande. " Het deck is niet deze kant op!" "We gaan naar een leuker deck!", was mijn reactie. Wacht maar je zal het zo zien! Niet veel later vond ik ook de weg naar het deck van de derdeklassers. En ja hoor, ik zag ze spelen! Ik kon een gat in de lucht springen van blijdschap! John merkte op dat deze mensen niet tot onze klasse behoorden. " Maar we mogen hier totaal niet komen van mama en papa!", riep hij uit! "Ik wil terug!" Hij stond klaar om terug te keren naar ons eigen deck. Ik hield hem tegen. "Ik moet op jou letten, dus jij gaat nergens heen!", zei ik. " En als je zwijgt tegen mama en papa, speel ik vanavond alleen maar spelletjes met jou, je mag ze zelf uitkiezen! " Zijn gezicht klaarde meer en meer op. Zo maak je een zevenjarige blij. Ik ben blij dat hij nog mijn kleine broertje is.
Ik genoot van de muziek dat ze speelden, ze doen het echt goed! John was al niet veel later met andere kinderen aan het spelen die ook op het deck aanwezig waren. Veel kinderen zijn er niet in de eerste klas, dus daar verveelt hij zich toch steendood. Nu zal hij zeker niet meer gaan klagen bij mijn ouders. Ik heb hem ook een " dank je wel" horen fluisteren. Ik ben blij dat hij geniet van dit moment.
Ik zag de bandleden even pauzeren. Ik ga even naar hun toestappen. " Mooie muziek dat jullie spelen, heb jullie in de eetruimte bezig gezien gisterenavond", zei ik. "Bedankt!", zei het roodharige meisje. "Ik speel zelf ook muziek. Ik speel viool", gaf ik toe. " Oh?", zei ze nieuwsgierig. " Moet ik anders even een stukje laten horen?", vroeg ik. " Sure", zei een van de jongens. " Maar ik zie geen instrument bij je." " Ja ik kon die niet meebrengen, mijn ouders laten het niet toe dat ik muziek speel. Ze vinden dat maar laag." Het andere meisje leek al minder geamuseerd te kijken naar mij. " Maar ik vind zelf van niet", voegde ik er snel bij toe. " Ik vind het zelf geweldig! Mag ik anders even jouw viool lenen?", vroeg ik aan het roodharige meisje. Ze gaf me haar viool. Ik begon een stukje te spelen. Ze stonden met open mond toe te kijken. Ze hadden niet verwacht dat ik het zo goed kon. " Ik heb het allemaal van mijn nonkel geleerd", zei ik met trots. " Je kan het goed!", zei het roodharige meisje. " Wil je met ons meedoen?" " Emmily, dat zal moeilijk gaan, vrees ik. Ze mag niet spelen van haar ouders.", was de reactie van het andere meisje. " Ik zal er een manier voor vinden denk ik", zei ik. " Het is me al gelukt dat ik hier ben geraakt. Het voordeel van een zieke vader en een klein broertje die je al blij kan maken met een simpele spelletjesavond" "Als je wilt mag je even in mijn plaats spelen", zei een van de jongens. " Dan ga ik even een sigaretje roken. " Ik vond dat een goed idee. De rest ook, ook het andere meisje.
Ik zag verschillende passagiers verbaasd kijken. Had iemand verwacht dat ik zou komen spelen? Iemand uit de hoogste klas? Mijn broertje stond ook verbaasd te kijken. Omdat ik het altijd stiekem moet doen, wist hij hier niet eens van. Hij mag wel nog steeds zwijgen tegen onze ouders. Als het echt nodig is, regel ik nog wel een spelletjesavond. Na een aantal liedjes te spelen, merkte ik op dat er nog meer mensen kwamen kijken. Stond nu bijna de hele boot te kijken, of lijkt het maar zo? Het applaus was oorverdovend, ik en de andere bandleden keken trots rond. " Je bent een natuurtalent!", knipoogt een van de twee jongens naar mij. " Ik zou je meteen aannemen als je werk zou zoeken in muziek." "Dank je wel", antwoordde ik. Ik wou zo graag verderspelen, maar ik zag het donker worden. We waren al een tijd weg van de kamer. Hopelijk vinden mijn ouders het niet erg dat ik zo lang weg ben geweest. " Ik moet nu gaan, mijn ouders gaan zich beginnen afvragen waar ik ben en het diner zal zo starten. Bedankt dat ik even mocht meedoen met jullie. " "Geen probleem", antwoordde Emmily. Als je nog eens de mogelijkheid vindt om langs te komen, je weet ons te vinden!"
" John, waar ben je John?", riep ik over het deck. Ik was toch wel zeker dat ik hem hier het laatst had gezien. Ik kan hem nergens meer vinden. Waar is hij nou heen? In paniek liep ik door de menigte die nog na stond te praten over het concert op het deck, zoekend naar mijn broertje. " John dit is nu echt niet het moment om verstoppertje te spelen, kom tevoorschijn!" . Geen reactie, ook geen John te zien. Een ding is al zeker, hij kan alleen op deze boot zijn. Denk ik toch? Hij is toch niet overboord geklauterd. Oh nee ik begin het ergste te vrezen...
Na het deck een keer of dertig af te wandelen, vond ik hem eindelijk weer. Bij mijn moeder... " Wie we daar hebben, Elisabeth Maria Josephina Astor (als ze mijn naam volledig uitspreekt weet je eigenlijk al dat het foute boel is ), ik had al een vermoeden dat ik je hier kon vinden. Hoe durf je je broertje achter te laten?!" Mijn moeder schreeuwde zo hard, dat bijna de hele boot kon meeluisteren. " M-m-m-aar hij was zo leuk met de andere kinderen aan het spelen.", stamelde ik. "Je kan beter op hem letten, hij kan makkelijk ineens weglopen, wie weet kon het erger aflopen met hem. Wat had je gedaan als hij overboord ging?" Ik keek naar de grond, bedwong mijn tranen. Dit goedpraten is bijna onmogelijk. Ik sta hier op een derdeklas deck, wat mijn moeder al afkeurt en ik ben mijn broertje uit het oog verloren. Klinkt als kamerarrest voor de rest van de trip. Ik hoorde de hoorn voor het diner in de verte. " We moeten naar ons eigen deck. We bespreken jouw straf later nog wel. " Ik keek nog een laatste keer naar de nieuwe vrienden die ik had gemaakt vandaag en liep achter mijn moeder aan terug naar ons eigen deck.
Er zijn nog geen reacties.