Blind 7
Ik laat mezelf op bed vallen en sla mijn hand voor mijn mond. Ik gaap verschrikkelijk erg. M’n mond wil wijder open dan hij kan. Dat klinkt heel gek, maar het zij zo. Ik wist niet dat ik zo moe kon worden van een eerste dag in LA. Al meer dan vierentwintig uur zit ik, loop en ren ik heen en weer en ben ik constant bezig met iets. Daarnet in de auto naar huis viel ik al bijna in slaap, maar dat werd mij door Sven onmogelijk gemaakt.
Hoewel er niet veel te vertellen viel, wilde hij alles weten over Noah. Hij kreeg het idee dat ik hem wel zie zitten en dat die gedachtes meer dan wederzijds zijn. Ik lachte Sven uit en verzekerde hem dat Noah en ik alleen een zakelijke relatie gaan opbouwen. Natuurlijk zou een vriendschap ook kunnen. Dat zit er altijd wel in als je met elkaar samenwerkt, maar tussen twee hoofdrolspelers gaat dat altijd net wat lastiger dan je zou denken. En aangezien er bij mij sprake is van een crush op het eerste gezicht, ga ik niet zitten azen op een leuke vriendschap.
Ik rol mezelf van het bed af en beland op de grond. Terwijl er op de deur wordt geklopt, probeer ik mijn gedachtes over Noah weg te duwen. Dit kan ik er niet nu al bij hebben.
‘Binnen,’ roep ik. Ik maak geen aanstalten om op te staan en blijf naar het plafond staren.
‘Wat doe jij nou?’ Corry verschijnt in mijn blikveld en kijkt me vragend aan. ‘Gaat het wel helemaal goed met je?’
‘Ben je er nu al klaar mee?’ Ook Stan leunt zich over mij heen.
‘Ik ben moe. Laat me.’ Corry en Stan kijken elkaar aan. Ze pakken me beiden vast bij mijn armen en trekken mij omhoog. ‘Hey, hallo.’
‘Volgens mij ben jij meer dan alleen moe,’ zegt Corry.
‘Ja, doodop. Ik heb al meer dan vierentwintig uur niet geslapen,’ zeg ik dramatisch. Stan lacht en tilt me op. Hij zet me op mijn bed neer en ik kijk hem verontwaardigd aan. ‘Hier ben ik juist net van afgerold.’
‘Dat dacht ik al,’ zegt hij. Hij gaat naast me zitten en Corry gaat aan de andere kant van het bed in kleermakerszit zitten. Ze kijkt de kamer rond en knikt dan goedkeurend.
‘We waren nieuwsgierig naar hoe je kamer eruitziet,’ zegt ze. ‘En hij is echt geweldig.’ Ik kijk om me heen. De kamer is groot en lijkt op mijn kamer in Nederland. Het enige verschil is dat de ruimte drie keer zo groot is en dat alle meubels die erin staan qua prijs drie keer zo duur zijn. Het bed is bijvoorbeeld zo groot, dat Stan en Corry met gemak bij me zouden kunnen slapen. En dan is er nog ruimte over.
‘Dat is vast niet de enige reden waarom jullie hier zijn.’ Ik kijk de twee met gespleten ogen aan en sla mijn armen over elkaar heen.
‘We zijn natuurlijk ook nieuwsgierig naar vanmiddag,’ zegt Stan.
‘Ja, waarom die uitbarsting in de groepschat daarnet?’
‘Welke uitbarsting?’ vraag ik verontwaardigd. ‘Ik heb helemaal geen…’
‘Jongens, ik wil nu naar huis! Het is hier kut.’ Ik kijk naar Stan. Hij heeft zijn mobiel in zijn hand en leest met een hoge stem de groepschat voor. ‘Het huis is te groot en ik kan niemand vinden. Ik zweet me dood, want die rot chauffeur vertikte het om de airco aan te zetten.’ Ik kijk kort naar Corry, die haar lach probeert in te houden. Stan leest mijn berichten voor. En Sven is irritant, want hij liet mij niet slapen.’
‘Dat was ook echt irritant,’ zeg ik.
‘Waar Rutger weer op antwoorde met; gek dat een babysitter zijn oppaskind niet laat slapen.’, zegt Stan. Nu kan Corry haar lach al helemaal niet meer inhouden. Ik werp haar een vernietigende blik toe en pak Stan zijn mobiel af.
‘Ja, nu weet ik het wel,’ zeg ik. ‘Ik was het gewoon even zat, omdat ik moe ben.’
‘Of heb je een slechte meeting gehad?’ vraagt Corry.
‘Nee, niet zo zeer.’
‘Maar?’ vraagt Stan.
‘Ja ik kwam mijn tegenspeler tegen op de gang. En ik herkende hem niet, nu nog steeds niet, maar blijkbaar is hij gewoon acteur. En hij kende mij juist wel. Heel gênant.’ Corry en Stan kijken elkaar weer aan en ik ratel door. ‘En nu heeft Marvel…’
‘Marvel?’
‘De regisseur,’ zeg ik. ‘Hij vertelde waar de film over gaat en het wordt de ene na de andere seksscene en Noah…’
‘Noah?’
‘M’n tegenspeler.’
‘Ho,’ zegt Stan. ‘Je gaat veel te snel. Ik ga weg en dan kunnen jullie even bijpraten met elkaar. Dit zijn meer meidenzaken.’ Hij staat op en loopt naar de deur.
‘Kan je het niet aan?’ vraagt Corry lachend.
‘Nee. Straks begint ze nog te slaan uit schaamte.’
‘Hey!’ Stan geeft me een knipoog en loopt de slaapkamer uit. Hij sluit de deur achter zich. Corry stapt van mijn bed af en pakt mijn laptop. Ze loopt ermee naar het bed en rijkt het aan mij uit. Ik pak het aan, niet wetend wat ze hier nou precies mee bedoeld. Ze klimt mijn bed weer op en gaat recht tegenover me zitten.
‘Dus,’ begint ze. ‘Noah.’
‘Ja.’
‘Noah wie?’ Ik kijk even weg en pluk aan mijn dekbedovertrek. Noah heeft een Spaanse achternaam. Tenminste, daar lijkt het op. Het is heel erg dat ik er nu niet op kan komen.
‘Ik weet het niet meer.’
‘Nou, lekkere tegenspeelster ben je,’ zegt Corry. Ik trek mijn wenkbrauwen op en open mijn laptop. ‘Wat ga je doen?’
‘Als Noah echt zo beroemd is, dan vinden we hem wel op internet,’ zeg ik. Ik tik Noah zijn naam in. Met en zonder h. Corry komt ondertussen zo naast me zitten dat ze mee kan kijken.
Er verschijnen verschillende zoekopties in beeld. Noah, Noa, Noah Cyrus, Noa Lang, Noah Chomsky, Noah Centine… ‘Noah Centineo!’
‘Wat?’
‘Dat is hem,’ zeg ik.
‘Nou, klik erop!’ Corry slaat me op mijn been en duikt nog net niet in mijn laptop. Ik klik op zijn naam en er verschijnt een waslijst aan informatie. YouTube-filmpjes, foto’s, artikelen en een biografie. Ik kijk Corry aan en grijns.
‘Google is je beste vriend.’ Ik klik op de foto’s en ga er een paar na. Zijn uiterlijk op de foto’s is heel anders dan hoe hij er vandaag uitzag. Hij kijkt vooral heel zwoel. Soms bijna ernstig. Maar goed, dat doen fotomodellen ook. Gelukkig kan hij ook lachen en die lach is echt oogverblindend. Zijn ogen stralen. Ik voel hetzelfde gevoel als vanmiddag bij mij naar boven komen. Die nare siddering.
‘Jeetje wat een knapperd,’ zegt Corry.
‘Ken jij hem wel?’ vraag ik twijfelend.
‘Nee, kende ik hem maar.’ Corry lacht en pakt mijn laptop uit mijn handen. Ze gaat naar zijn biografie en knikt goedkeurend. ‘Geboren op 9 mei 1996. Hij is dus net 23 en iets ouder dan jij bent.’
‘Goh, fijn om te weten,’ zeg ik sarcastisch.
‘Geboren in Miami, Florida. Wat doet hij dan in godsnaam hier.’
‘Een carrière als acteur opbouwen.’
‘Heeft een zus…’
‘Oké stop.’
‘…en ouders.’
‘Je meent het.’
‘Verwachtte films zijn ‘The Perfect Date’ en een remake van ‘Charlie’s Angels’.’ Ik pak mijn laptop af en sla hem dicht. ‘Wat doe je nou?’
‘Ik hoef niet alles over hem te weten. Straks kan ik hem niet eens normaal aankijken, omdat ik door die biografie weet wat voor ondergoed hij draagt.’
‘Zijn ondergoed staat niet in zijn biografie.’ Ik kijk Corry ongelovig aan. Ging ze hier nou serieus op in?
‘Ik wil niks weten, omdat ik hem gewoon zelf wil leren kennen. Ik wist vanmiddag nog niet wie hij was. Laten we dat nog even zo houden.’, zeg ik. Ik sta op om mijn laptop op tafel te leggen. Misschien was het beter geweest om Corry niks te vertellen. Haar kennende gaat ze mij nu iedere dag vragen naar Noah. Recht in mijn gezicht of via WhatsApp. Waarschijnlijk zelfs als hij gewoon naast mij staat. Ik weet het eigenlijk wel zeker. De grootste vraag is hoe ik zal reageren. In ontkenningsfase kan ik best een bitch zijn. Dan doe ik alsof een jongen mij niks kan schelen. Vaak doe ik zelfs alsof ik diegene niet kan luchten. Natuurlijk werkt dit net als al mijn andere slechte tactieken geheel averechts. Meestal krijg ik bonje met de jongen in kwestie. Onhandig. Daarom moet ik dat met Noah voorkomen. Hij moet niet alleen ver bij mijn vrienden vandaan blijven, maar ook bij mij. Er mag geen vriendschap ontstaan. Dan verpest ik het zo weer.
‘En hij kende jou wel?’ vraagt Corry. Ik knik en zucht.
‘Hij zei zelfs dat hij fan is van me en dat hij de serie alleen kijkt vanwege mij.’ Corry lacht en staat op. Ze loopt richting de deur en kijkt me aan.
‘Aanbidder en player in één. Voelde jij je gevleid?’
‘Tuurlijk niet. Het is toch gek dat hij dat zegt.’ Corry trekt haar wenkbrauwen op en pakt de deurklink vast.
‘Zeker?’
‘Ja,’ snauw ik. Corry opent mijn slaapkamerdeur en zucht. Ze stapt de gang op en kijkt me nog een keer aan.
‘Dan hoop ik maar dat je zo raar doet, omdat je ongesteld moet worden,’ zegt ze. ‘Anders worden dit lange maanden.’ Ze loopt weg en ik sla mijn ogen neer. Voor even blijf ik staan zonder me te bewegen. Ik maak mezelf gek. Stress al voordat er überhaupt iets aan de hand is. Iets zegt me dat dit niet goed gaat lopen. Het nadeel is dat ik Noah daar bij voorbaat al de schuld van geef. Ik geef hem geen eerlijke kans ondanks dat die kans er nog niet is geweest. Misschien valt het allemaal reuze mee.
Ik draai mezelf om en open mijn laptop weer. Het scherm springt aan en de Google-pagina van Noah verschijnt in beeld. Ik kijk naar een foto waarop hij lacht.
‘Je gaat hier spijt van krijgen,’ mompel ik in mezelf. Ik pak mijn laptop op en loop ermee naar mijn bed. Ik plof neer en klik op het eerste artikel in het rijtje. Tijd voor wat voorkennis.
Er zijn nog geen reacties.