Geweldig! Assandrelle’s verhaal wordt gewoon in onze gedachten geprojecteerd. De Elfenkoningin kwam eerst als een afstandelijke schoonheid over. Snel sprak ze ons aan als lang verloren vrienden, maar ze eindigde als de onbuigzame heerseres van het hele Elfenrijk. Ze lijkt heel erg beschermend over profetieën en voorspellingen die ze kent. Gelukkig komen we nu wel te weten wat er in het verleden gebeurd is. Ergens weet ik gewoon dat zelfs het verleden te maken heeft met wat ons nu overkomt.
Het beeld begint in een soort flitsende tunnel. De wereld om ons heen vervaagd, het is anders dan toen we Elfaria binnenkwamen. Het voelt meer als dat we geprojecteerd worden. Ook zijn de anderen om me heen verdwenen terwijl ik nu midden in een weiland terechtkom. De stem van de koningin galmt in mijn hoofd. Ze vertelt het verhaal niet, ze leidt het beeld. Het is het beeld dat het verhaal vertelt.
Ik zweef alleen over het weiland en wegen, daarna stijg ik weer op om de wereld vanop een afstand te aanschouwen. Zo te zien is het land een grote ovaal. Er wordt altijd gezegd dat de wereld eindig is, aan de rand zou je er af vallen. Maar zover ik nu kan zien blijft het doorlopen! Ik zie nergens een einde, niet aan de zee, het eindeloze bos, de gigantische bergketen of de uitgestrekte zandvlakte. Het lijkt er wel op dat de vier buitenste delen van de gespleten wereld al aanwezig zijn, zonder de kloven die hen in later zullen scheiden.
Langzaamaan zie ik meer details, huizen vormen zich, vogels en draken vliegen rond me heen. Af en toe zie ik grote onherkenbare dieren over de vlaktes lopen. Langzaamaan worden de vestigingen groter, er komen meer huizen en zelfs prachtige grote bouwsels. Eentje lijkt op het paleis in Elfaria. Zou het kunnen dat de Elfen eerst zichtbaar op Pangi woonden en pas later zijn uitgeweken en tot legenden zijn bekomen?
Wanneer er plots een man op een groene draak voorbijvliegt, vertraagd het beeld. Ik kan alle details in me opnemen. Een jongeman met zwart haar en een boek in zijn hand, staart doelbewust naar het centrum van de wereld. Daar moet Kantih nog gevormd worden. Op zijn rug hangt een grote boog, aan zijn heup zie ik het gevest van een zwaard. Het zwaard lijkt zelfs wat op Gladiris, misschien is dat zwaard wel beroemd en is Gladiris erop gebaseerd. Aan het zadel van de draak zie ik ook nog eens een schild hangen. Dus alles mooi samengevat is de drakenrijder zeer goed bewapend. Hij vliegt vast naar een veldslag tijdens de Grote Oorlog!
Ik wil achter hem aanvliegen, ik wil zien wat er gebeurt, maar het beeld verandert en ik sta in het midden van een verwoede strijdt. Pijlen vliegen om me heen en klingen geven een heldere klank wanneer ze elkaar blokkeren.
Mijn bruine lederen gevechtsrok zwaait in het rond. Aan de uiteinden van elke lap hangen metalen punten die de dichtstbijzijnde tegenstanders neermaaien. Wacht? Een rok? Ik heb een een lederen rok aan?
Ik neem deel aan het gevecht, maar op automatische piloot, ik kan mijn eigen bewegingen niet controleren. Assandrelle moet me geprojecteerd hebben in een van de vrouwelijke krijgers op het slagveld. Mijn zwaard zwiert in het rond, maar het is de magie omheen het wapen dat de tegenstanders echt neerhaalt. Vraag me niet hoe, maar het is een magie die de wil om te vechten uit de vijand onderdrukt. Langs opzij voel ik dat er een pijl een boog verlaat, mijn richting uit. Weer is het magisch, zeker weten. Ik draai me meteen om naar de boogschutter, zo te zien is het een kleine trol. Hoe weet ik dat het een trol is?
Op hetzelfde moment dat ik me naar de boogschutter toe draai slaat een vijand mijn zwaard uit mijn pols. In mijzelf vervloek ik de voorouders, maar met een handomdraai laat ik het hart van de geniepige aanvaller ophouden met kloppen. Nu richt ik me weer op de schutter. De trol heeft al een derde pijl op zijn boog gespannen, de tweede was veel te kort geëindigd. Gelukkig weet ik uit ervaring dat ik sneller ben met mijn boog dan een trol ooit zou kunnen zijn. In een oogwenk heb ik de boog over mijn hoofd getrokken en ligt de pijl al in mijn hand. Dat is hetzelfde ogenblik waarop de trol zijn pijl laat vliegen. Dit keer is het zeker dat hij mij zal raken, daar kan ik niets aan doen, maar ik kan wel voorkomen dat het mij raakt midden tussen de maliënkolder op mijn borst en de lederen beschermende rok. Met een halve draai naar rechts weet ik dat de pijl net de onderkant van de metalen bescherming zal raken. Ik zal het zeker voelen, maar ik zal er niet aan sterven, tenzij er een vergif op aangebracht is. In mijn ervaring zijn trollen bang van giffen, dus ze zullen het risico niet nemen om hun eigen pijlen in gif te dopen. De kans om zichzelf om te brengen is te groot. Zelfs met een tegengif. Terwijl ik mijn eigen pijl richt net boven de knieschijf van de trol, raakt de zijne mijn lichaam op de exacte plaats waar ik het had ingeschat. De scherpe pijn doet me mijn concentratie bijna verliezen, gelukkig herstel ik snel. Ik moet sterk zijn, de oorlog mag niet verloren gaan. Met die gedachte laat ik de pijl vliegen, waarop de trol op 1 been neer zakt. Mijn tweede pijl verlaat de boog al wanneer zijn knie de grond raakt. Deze pijl vestigt zich tot het einde der tijden in het oog van de trol waarop hij achterover op zijn soortgenoten neerstort. In de verte achter de trollen zie ik het vuur van een draak. Johrah! Ik moet door de verdediging naar hem toe komen. We moeten zijn magie stoppen, anders is alles verloren!
Weer verandert het beeld. Ik sta op een heuvel, mijn armen zijn vastgebonden achter mijn rug. Voor mij staat een vrouw in het wit, koningin Chalia Zumvalur. Er was een profetie die zei dat ze ging sterven en daarmee het einde van de oorlog ging inleiden. Hoe het exact ging heb ik nooit geweten, ze wil mij, haar dochter beschermen. Ook zij wordt vastgehouden door een stel handlangers van Johrah. Johrah zelf is aan het lezen in een groot donker boek dat hij op een marmeren steen heeft neergelegd.
“Johrah! Doe het niet, je gaat de wereld vernietigen, je weet niet waar je aan begint!” roept Chalia hem toe.
Johrah, hij was ooit een mens, maar hij is bezeten over alles dat met magie te maken heeft. Dat heeft hem veranderd en nu is hij een van de machtigste magiërs in de wereld. Dat is nog niet genoeg, hij wil de wereld beheersen. Om dat te bekomen is hij tal van magische boeken afgegaan, ook boeken die verboden en al sinds het begin van de jaartelling verloren gewaand zijn. Zo heeft hij iets gevonden tijdens zijn studies in de bibliotheek van het paleis van mijn moeder. Moeder durft niet eens de naam van het boek uitspreken omdat er alleen al daarmee gevaren opgeroepen kunnen worden. Het boek kan niet vernietigd worden, dus moeder had het verstopt achter de meest krachtige beschermende magie die ze kende. Toch is Johrah aan het boek geraakt, niemand weet hoe. Zijn kracht en hebzucht stegen langzaam naar zijn hoofd. In de afgelopen 5 jaar heeft hij alle ingrediënten verkregen om iedereen tot slaaf te maken en de wereld te vervormen hoe hij het wil. Maar om dat te bekomen moeten er duizenden sterven, van alle creaturen, niet alleen wij als elfen, maar ook de dwergen, mensen, feeën … Johrah heeft een verbond gesmeed met onder andere de trollen om de anderen uit te schakelen. Maar het is vooral zijn duistere magie die hem naar de overwinning leidt.
Hoewel hij denkt dat hij gewonnen heeft, is dit nog niet waar. Chalia heeft vast nog iets voor hem klaar gehouden, ik ken haar, ze is ook 15 keer zo oud als Johrah nu. Hij kan haar niet zo gemakkelijk verslaan! Daarvoor is mijn moeder te krachtig!
Het beeld nu versnelt, Johrah tekent een grote cirkel op de grond met allerlei ingewikkelde en onbekende symbolen. Bij elke afgewerkte lijn ontstaat er een steekvlam en wordt het leven meer uit de grond getrokken. Telkens weer gebruikt hij een voorwerp meer. Een voorwerp dat hij bij had op zijn draak daarstraks!
Elk voorwerp, dat hij in het symbool verwerkt, begint te gloeien en schiet een nieuwe donkere straal de lucht in. De zwarte magie wekt angst op, het voelt heel slecht, de wereld gaat echt vergaan als het zo verder gaat. Niemand hier zal het overleven, alleen Johrah Zelfs zijn bondgenoten moeten weten dat hun leven niet gespaard zal worden, wat hij ook beloofd heeft!
Het laatste voorwerp wordt toegevoegd, het boek, symbool voor alle levens die hij onder controle zal brengen. Langzaam stijgt de donkere gloed doorheen de tekening op de grond, in de richting van het boek. Alles gaat verloren zodra het boek ook donker op licht, de wereld zal voor altijd veranderen, geluk zal tot een legende horen en niemand zal kunnen weerstaan aan de krachten van Johrah.
“Vanaf nu ben ik Ja’afrah, de ware heer van Pangi! Niemand zal zich kunnen verzetten tegen mijn wil. Ik zal een goede wereld creëren naar mijn visie!”
Ja’afrah klinkt wel heel erg als Ja’afar! Dus Jorah moet dat wel zijn! Dan weet ik al hoe het af loopt! Pangi gaat verloren, de hele mensheid is slaaf onder hem.
“Nooit!” De stem van Chalia klinkt vastberaden en rustig. “Johrah, je zal nooit winnen van de hele mensheid. Er zal nu een tijd van duisternis zijn, net zoals de profetie aan ons beiden onthulde. Maar het licht zal weer doorbreken, zoals onze voorouders altijd zeiden: Malus videtur aeternalis, bonus manet .”
Dan richt ze zich naar mij. Ik zie haar lippen bewegen, maar de woorden zijn onverstaanbaar, alsof ze onder water woorden probeert te vormen. De vrouw door wiens ogen ik het hele gebeuren mee volg begrijpt wel wat er gezegd wordt. Ik voel het intense verdriet die ze voelt. Ondanks alles knikt ze. “Ik zal doen wat je vraagt moeder, het zal eeuwen duren, maar het zal gebeuren.”
Met die woorden gaat er een schokgolf van magie vanuit Chalia, waarop de handlangers die haar vasthouden meteen uit het zicht geblazen worden.
“Onmogelijk!” klinkt Ja’afar verbaasd. “Jouw magie zou niet sterk genoeg kunnen zijn om dat te breken!”
Snel schudt hij zijn hoofd. “Het maakt niet uit, het is te laat, mijn plan is volbracht.”
“Je hebt niet alles gelezen Johrah, het kan niet ongedaan gemaakt worden, wel veranderd. Jij zal nooit de wereld zo overheersen als jij zou willen. Je moet weten dat je nooit veilig bent voor wat de profetie je kan aandoen. Ik kan je nu niet tegenhouden, maar ik kan je wel verzwakken zodat later een toekomst uitgebouwd kan worden. Assandrelle zal de profetie waarheid laten worden. Vaarwel, mijn dochter.”
Met een vlaag van onbeteugelde magie gooit Chalia mij de lucht in waardoor ik steeds verder weg zweef. Volgende golf van magie schiet uit haar vingertoppen naar het boek dat bijna een volledige zwarte gloed heeft. Haar rooskleurige golf mengt zich met het zwarte maar dringt het niet terug.
Met een gefrustreerde gil zuigt Chalia zichzelf op in de roze wolk om Ja’afrah’s magie te verzwakken. Chalia is niet meer en de duistere magie woedt voort. Ja’afrah’s grijns is zelfs hier hoog in de lucht te zien.
Vanuit de cirkel breekt plots de aarde open. Dat moet de vorming van de kloven zijn. Het gegil van miljoenen mensen, elfen, dwergen en andere creaturen rijkt vanop de aarde naar mijn oorschelpen. Al die arme zielen! Ze zullen allemaal een zinloze dood sterven! En niemand die iets kan doen!
Het beeld verandert, ik sta weer op de grond en voel de grond nog zwaar onder mij trillen. Hier zal ik de nieuwe thuis van de Elfen maken. Van hieruit zal ik alles doen om de profetie waarheid te laten worden. Van hieruit zal een nieuwe goede wereld van vrede kunnen ontstaan.
Met een schok word ik uit het beeld gezogen en zit ik weer samen met Alia in een fauteuille met Assandrelle tegenover ons.
“Dat … dat was ongelooflijk.” Weet ik nog net uit te brengen voor ik het bewustzijn verlies.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen