Het Muisje en het Veulen spelen tikkertje
Het was een zonnige dag en Het muisje en Het veulen lagen op hun rug in het hoge gras.
Het muisje zuchten . Hoe was jou dag?, vroeg Hij. Het veulen trok een gezicht en haalde zijn schouders op of hij wou zeggen: Saai zo als gewoonlijk iedereen negeert mij. Bij jou? Ach ja, ze lachten mij weer eens uit van wegen mijn oor. Ze zuchten beiden. In de verte hoorde het muisje een koe loeien. Piep! Schreeuwde het muisje. Er stond op eens een koeienpoot vlak bij zijn hoofd. Het veulen sprong van schrik overeind en keek en keek recht in de ogen van een kalf. O, mijn muizenstaart. Zei Het muisje geschrokken. Ze lagen dus te zonnen in de koeienwei. Het muisje verstopte zich achter het veulen terwijl het veulen van blijdschap begon te stuiteren. Er kwamen meer kalfjes aanlopen die er bij gingen staan. Het oudste kalf vroeg of ze tikkertje wilde doen. Het muisje knikte blij en keek naar het muisje die tussen zijn achterbenen stond. Het muisje knikte verlegen en klom op het veulen. Oke, zei een kalf. Ik ben hem wel Drie, twee, één! En ze schoten weg. Tien kalfjes een veulen en daar bovenop een muis sjeeste door de hele wei heen. Tikkie, riep het kalf toen hij het veulen aan tikte. Het veulen ging op de rem en en stoof achter de kalfjes aan. Hier door vloog het muisje van rug af en landen of de rug van een kalf die er net aan kwam rennen. Tikkie, zei het muisje lachend. O, wat flauw, lachte het kalfje. Ze stopte bij het hek zo dat het muisje op het hek kon zitten. Het kalfje sjeeste weer weg. Niet veel later kwam het veulen naar het het hek toe gerend en stopte zo dat het muisje weer op zijn rug kon klimmen.
Ho jongens, kijk een beetje uit, lachte een moederkoe toen de stoet langs haar heen schoot. Het was zo'n grappig gezicht. Het muisje en het veulen en de kalfjes rennend achter elkaar in de koeienwei op een zomerdag. De mensen die voorbij kwamen fietsen stopte om naar het groepje te kijken en lachten. Sommigen maakte foto's en filmpjes van het zooitje.
Ze speelden de helen dag tot zonsondergang. De kalfjes namen afscheid van het muisje en het veulen en liepen met hun moeders naar de stal. Ook voor het muisje en het veulen was het tijd om naar huis te gaan. Ze namen afscheid van elkaar en gingen naar hun eigen huis. Waar was je? schreeuwde de bruinen merrie tegen haar zoon toen hij thuis kwam. Voor straf geen eten! Het veulen liep met zijn staart tussen zijn benen en met een hangend hoofd weg. maar zodra hij uit het zicht van zijn moeder was ging zijn staart en zijn hoofd omhoog en draafde vol zelfvertrouwen en met een glimlach van oor tot oor naar zijn slaapplaats. niks kon hem pijn doen. Hij had zijn leukste dag ooit gehad.
Reageer (1)
Wat ontzettend lief geschreven!
5 jaar geledenEén tip: probeer iets vaker de Enter-toets te gebruiken, dat leest makkelijker.