“Lolan! Blijf daar af!”
Het is vermoeiend met iemand als hem op stap te zijn. Hij weet iedereen te irriteren door bijna niets te doen. Eerst al door die centaur aan te spreken en drank te vragen. En nu door elke vaas, elk schilderij en elk beeld aan te raken. Straks breekt hij iets en helpt Assandrelle ons niet.
Grommend draait hij zich om, maar door wind die dat veroorzaakt, beweegt de vaas gevaarlijk heen en weer.
“Let op!” roept Jenny op hem.
Verschrikt draait hij zich weer om naar het waardevol uitziende voorwerp. Net op dat moment kantelt de vaas nog verder door over de rand van het tafeltje.
Voor ik verder iets kan roepen, slaat hij er met beide handen naar waardoor de vaas de lucht in zwiept in de richting van Jenny en mij.
Mijn instinct zegt me mijn boog te nemen, omdat ik daar de laatste tijd zo mee bezig geweest ben. Gelukkig vertrouw ik op verstand en niet op instinct, anders zou die vaas al stuk zijn voor hij de grond raakt. Jenny heeft wel haar zwaard in de hand genomen, wat denkt ze te bereiken? Het in stukken snijden van een voorwerp van een koningin?
Ik spring op de vaas af om hem te vangen vlak boven de grond, maar het is alsof de Goden me uitlachen. De vloer glijdt niet voldoende en ik weet nu al dat ik tekort ga schieten terwijl de vaas steeds sneller op de grond af suist.
Op het laatste moment strekt Jenny haar zwaard, haar punt gericht naar het vallende probleem. Haar ogen staan glazig en je ziet de magie door haar en het zwaard vloeien. De oranje schichten komen niet echt uit haar en het zwaard, maar glijden net onder de oppervlakte. De tijd lijkt stil te staan terwijl de schichten zich concentreren en uit de punt tevoorschijn schieten. De stralen vormen een soort buffer tussen de vaas en de ondergrond waardoor hij blijft zweven.
Achter ons begint iemand heel traag in haar handen te klappen.
“Voor iemand die nog nooit magie gebruikt heeft is dat heel knap Jenny.” Klinkt een heldere kristallen stem. Ik krijg meteen het gevoel bij een beekje in het woud te staan en intens gelukkig te zijn.
Als we ons omkeren in de richting van de vrouw is het effect adembenemend. De vrouw draagt een eenvoudige jurk, die haar natuurlijke schoonheid benadrukt. Het is alsof het licht nog meer haar aanwezigheid toont. Ze lijkt groot, haar lange benen gaan mooi over naar haar heupen waar elke man gek van zou worden. Haar bovenlichaam is perfect, haar borsten maken elke vrouw jaloers, het is niet zo groot dat het alle aandacht trekt, maar ze maken wel trots deel uit van haar weelderige lichaam. Eens aan haar gezicht zijn het de ogen die alle aandacht trekken. De kijkers richten zich niet op wat voor haar is, maar tot diep in de persoon voor haar. Het is alsof je ziel binnenste buiten wordt getrokken. Ik zou het nooit aandurven tegen haar te liegen. Haar ogen staan vriendelijk maar ook heel streng, ze duldt geen weerwoord, dat is duidelijk. Haar blik duwt mijn lichaam naar beneden. Dus ik kniel neer en zie vanuit mijn ooghoeken Jenny hetzelfde doen. Lolan twijfelt even, maar ook hij voelt de kracht van Assandrelle’s blik.
“Sta op mijn kinderen, welkom thuis, we hebben lang op jullie terugkeer gewacht.”
Ik ben nog te zeer onder de indruk van haar aanwezigheid om iets te durven zeggen. Haar rode lippen lijken de woorden in de lucht te accentueren. De kristallen klanken klinken niet te mooi voor onze taal, waardoor ik er zeker van ben dat ze een andere taal spreken.
Ik ben de eerste die mij hersteld.
“Vergeef mij, mijn koningin, maar het hele land is ons vreemd en indrukwekkend. We zijn …”
Lolan onderbreekt mijn zin halverwege, en gaat door op de manier dat alleen hij het kan.
“We hebben hulp nodig om een vriend te vinden en we hoorden dat jij die zou kunnen geven. Onderweg zijn we een …” hij kijkt even opzij naar mij, “…een centaur tegengekomen. Hij had een drank bij, is er ook wat van die drank in het paleis hier?”
De heldere lach van Assandrelle weergalmt door het vertrek.
“Net zoals het een bekende eigenschap was bij jouw ouders, staan de geneugten van de voeding je na Lolan. Er zijn centaurs aanwezig in het paleis, ik ben er zeker van dat ze je graag aan hun gelagtafel zullen verwelkomen. In tegenstelling tot velen van de Elfen zijn centaurs heel erg gastvrij en nieuwsgierig naar vreemden toe.”
“Vergeef ons uwe majesteit.” Mengt Jenny zich in het gesprek. “Lolan al zei zijn we op zoek naar hulp, niet naar een eet en drankfestijn.”
“Ja inderdaad, een groot krijger! Terwijl we daar op wachten kunnen we toch wel bij de centaurs langsgaan?”
Hoewel het gezicht van de koningin niet te lezen valt, lijkt ze volledig verrast door wat hij zegt.
“Over wat voor groot krijgen heb jij het Lolan?”
Nu is het Lolan die twijfelt.
“Philippe zei dat Assandrelle ons zou helpen Gale terug te halen. Wie anders dan een groot krijger kan Nenja’s magie weerstaan en haar verslaan?”
“Nenja!” klinkt het fluisterende ontzag rond ons.
Pas nu merk ik dat er langs alle kanten volledig met wapens en harnassen uitgeruste elfen in de zaal staan. Ook andere nieuwsgierige leden van het hof zijn stil de kamer ingeslopen zonder dat we hen eerder hebben opgemerkt. Hoewel me dat verbaast, maakt het me angstiger dat ze ook hier Nenja kennen en duidelijk weten hoe machtig ze is.
“Het protocol van het hof laat niet toe dat er door vreemden hulp gevraagd wordt de eerste drie dagen dat ze aangekomen zijn.” Zegt Osanna haastig.
Wat is haar probleem? Onderweg hierheen heeft ze ook niet ons vertrouwen gewonnen, en nu dit weer! Ik hoopte dat Assandrelle tegen haar in zou gaan, maar dat is duidelijk niet het geval. Fronsend schudt ze haar hoofd, waarop meteen het fluisteren in de zaal stopt.
“Osanna heeft gelijk, volgens de traditie is het niet toegelaten dat jullie hulp vragen, jullie zijn aan het hof omdat ik dat wilde en daarmee een inschatting kon maken van de vreemden die steeds opnieuw in aanraking komen met eeuwenoude magie.”
Voor ik haar kon onderbreken om daar een vraag over te stellen zwaait ze met haar arm.
“Ook dient u mij niet te onderbreken, ik ben de heerser van dit land, jullie zijn ondergeschikt aan mij en vele anderen in dit koninkrijk. Wel is het nu drie dagen feest, niet omdat er vreemden het land zijn binnengebracht, maar omdat er drie van de vier verloren elfenkinderen zijn wedergekeerd.”
Met een zachte zwaai van haar vinger wenkt ze Osanna tot naast haar te komen staan. Dat lijkt onnodig want voor de volledige zaal verkondigt ze dat Osanna een boodschap zou sturen doorheen de verste hoeken van het elfenrijk opdat alle lokale nobelen mee konden vieren.
Ik heb moeite met mijn frustratie te verbergen, Gale is in gevaar en zij willen hier feestvieren?! Zodra ik kan ga ik op zoek naar de bibliotheek om meer te weten te komen over magie, elfen, eigenlijk alles! Misschien helpt dat ook tegen Nenja.
Schuchter richt Jenny zich tot de onbuigzame heerseres. “Is het misschien ook mogelijk ons meer te vertellen over onze echte ouders? Ondanks dat ik mijn ouders doodgraag zie, wil ik nu wel weten wie en waarom onze echte ouders ons opgegeven hebben.”
Weer schudt Assandrelle zachtjes haar hoofd. “Nee dat is niet mogelijk, zoals jullie vermoedelijk al weten is er een profetie. Het beïnvloeden van profetie door de betrokkenen dat te vertellen is altijd gevaarlijk, het kan de uitkomst veranderen, en dat is in dit geval nefast voor de hele gespleten wereld.”
“Maar…”
“Nee Jenny, vorige keer dat het geheim van een belangrijke profetie werd verkondigd, is de wereld in vijf delen gesplitst en zijn alle magische wezens gevlucht naar regio’s zoals Elfaria hier.”
De splitsing van Pangi! Dat moet met de Grote Oorlog te maken hebben! Het is echt gebeurd dan?
“Vertel ons dan op zijn minst over de Grote Oorlog en de splitsing van Pangi!” zegt ze gefrustreerd.
Nu knikt de heerseres. “Dat zal ik doen, maar Lolan zal liever naar de centaurs gaan, toch?”
Het enthousiasme van Lolan is echt wel lachwekkend. Hij is kinds, maar eigenlijk een gewone man met een passie voor uitbundige festiviteiten.
Assandrelle stuurt hem op weg samen met een van de mannen aan het hof om hem te begeleiden. Daarna brengt ze ons naar een vergadervertrek. Ook hier weer is de schoonheid overweldigend, hier zal ik nooit aan wennen. Gelukkig moet ik hier niet wonen. Geef mij maar een bos, dat is meer mijn woonplaats.
“Pangi.” Assandrelle zucht wanneer ze zich neerzet in één van de vele fauteuils in de ruimte.
Jenny en ik zetten ons snel aan de andere kant van het kleine glazen tafeltje, opgewonden om meer te weten. Misschien leren we hier wel iets uit over hoe de magie in elkaar zit. Dat kan ons weer helpen bij het bevrijden van Gale.
Met een handbeweging dimt ze het licht in de kamer. Haast onmiddellijk worden we in de geschiedenis gezogen. Het verhaal wordt bijna niet meer verteld, we beleven het werkelijk. Was Gale maar hier, hij zou zeer sterk genoten hebben van deze ervaring.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen