2
Het getik van de regen kalmeerde me wel. Ik werd er rustig van, zo rustig dat ik helemaal niets in de gaten had dat een dokter de kamer was binnen gekomen.
‘Zo, ik ben dokter Cullen, ik ga je helpen met alle problemen die je tegen gaat komen, terwijl je hier bent.’ Hij was zo jong, volgens mij te jong om een dokter te kunnen zijn. Ook was hij zo mooi, de kleur van zijn haar. Zijn ogen, ze waren goudkleurig, maar vol met pijn. Ik kon aan zijn ogen zien dat hij het moeilijk vond om hier te zijn, dat hij de persoon was, die mijn tijdstip van…. Nog steeds, iedere keer, bleef het moeilijk. Soms denk ik dat er vloek op mijn familie is. Mijn oma en opa van mijn vaders kant stierven voorat ik geboren was. Mijn vader vertelde dat ze vredig waren gestorven, in hun slaap, ze waren gestikt door de rook. De opa en oma van mijn moeders kant, aan hen was ik erg gehecht, ik kon het niet begrijpen waarom iemand hun kon meenemen, of wat dan ook. Niemand weer wat er met hun gebeurd was. Ook hun ouders waren op en erge manier omgekomen. Ik was de enige van de Senly familie, de laatste.
‘Als er iets is wat ik voor je kunt doen zeg het maar.’ Hij wilde bijna weglopen. ‘Eigenlijk…’ ik wist niet zeker, of ik zo de einde van mijn leven tegemoet wilde gaan.
‘Ja, wat kan ik voor je doen.’ Zijn ogen leken hoopvol, ik snapte alleen niet waarom. ‘Ik wilde vragen.’ Ik beet op mijn lip. ‘Of ik u misschien zou kunnen helpen met iets.’ Ik probeerde hoopvol te kijken.
‘Ik weet niet precies waarmee je kan helpen.’
‘Kunt u anders misschien vervoer voor me regelen, ik zou graag naar het strand willen gaan.’ Hij keek een beetje bezorgd. ‘Weet je het zeker?’ ‘Ja, mijn bedoeling om hier heen te gaan was niet zodat ik uit het raam ga staren.’
‘Oké, ik ga wel even iemand bellen die daar woont die je vast wel wil komen ophalen en weer terug brengen.’
‘Dankjewel. U bent mijn reddende engel. ’zei ik met een lach. Gelukkig hij wilde me helpen. Hij vond iets grappig, wat wist ik niet. Toen hij weer mijn kamer uit liep, pakte ik snel een broek uit mijn koffer en trok een shirt aan met een trui eroverheen. Dikke sokken en warme laarzen. Dat moest wel warm genoeg zijn.
Ik hoorde in de gang dokter Cullen met iemand praten aan de telefoon. Het enige wat ik hoorde was: ‘Hey….is goed……tot zo.’.
‘Hij komt eraan.’zei hij terwijl hij weer naar binnen liep. ‘Ik breng je alvast naar beneden, het kan namelijk niet lang duren.’ Niet lang duren?? Een zuster kwam naar binnen met een rolstoel. Ze hielp me met mijn jas aantrekken en in de rolstoel te krijgen. Lopen kon ik nog wel, alleen niet veel. Dokter Cullen kwam naar me toe lopen. Hij had een mobiel in zijn hand. ‘Dit is voor de zekerheid, voor als je weet terug wil en als er iets gebeurt.’zei hij terwijl hij de mobiel aan mij gaf. ‘Dank u.’ zei ik met een lachje erachteraan. Hij ging achter me staan en duwde me naar de lift. Terwijl we in de lift wachtte voelde ik me niet helemaal op mijn gemak. We stonden zo dicht bij elkaar. Ik had echt een gevoel dat ik echt hem uit de lift moest duwen (als ik sterk genoeg was). Toen we eindelijk weer buiten waren. Kwam er een auto om de hoek rijden. De bestuurder had een bruin kleurtje en diepe bruine ogen. Ouder dan mij had hij niet echt kunnen zijn, ik was namelijk 18, hij leek meer op 17.
‘Alexia, dit is Seth. Hij is een goede vriend van mij en mijn familie.’zei Dr. Cullen terwijl Seth de auto uit liep. Familie?? Hij was nog zo jong, onmogelijk….
Seth kwam naar me toe lopen met een lach op zijn gezicht. ‘Ik ben Seth, zoals Carlisle al zei.’zei hij terwijl hij zijn hand uitstak. Ik gaf hem mijn hand. ‘Ik ben Aleixa.’ ‘Naar het strand?’ zei hij terwijl hij mij optilde en in de stoel naast hem liet zitten. Nooit had iemand mij zo snel van een plek naar een ander gekregen. Ik deed mijn gordel om terwijl hij mijn rolstoel in de laadbak van zijn truck deed.
‘Ik wil je graag nog een keer bedanken Seth.’zei Carlisle terwijl hij zijn hand op de schouder van Seth legde. ‘Alles voor vrienden.’zei Seth vrolijk. ‘Wil je voor mij op haar letten, het is niet de bedoeling dat ze zichzelf in de zee duwt.’Dat laatste zei hij zacht, maar ik kon het nog horen. Hij was bang dat ik zelfmoord pogingen had, onzin. ‘Natuurlijk.’ Seth liep langs de voorkant van zijn auto en stapte in.
Terwijl we weg reden zeiden we niet veel.
‘Waarom ben je eigenlijk naar Forks gekomen?’
‘Ehm, voor mij is dit de plek waar ik meer met mijn ouders verbonden voel, denk ik.’ Ik fronste mijn voorhoofd. Eigenlijk wist ik niet echt de reden.
‘We zijn er.’zei hij naar een paar minuten. Het weer was niet mooi, maar dat maakte voor mij niets uit. Het zou waarschijnlijk me weer helder maken. Seth haalde mijn rolstoel uit de auto en hielp me erin zitten.
‘Waar wil je dat ik je neerzet?’ ‘Niet te dicht bij de zee. Dan heb ik niet de kracht om mezelf in de zee te duwen.’Seth moest lachen. ‘Dus dat heb je gehoord?’ Ik moest ook lachen. ‘Natuurlijk, heb misschien niet lang meer te leven, maar dat betekend niet dat ik doof aan het worden ben.’ Ik hoorde hem zachtjes grinniken terwijl hij me vooruit duwde, ongeveer tien meter voor de zee stopte hij.
Reageer (1)
leuk verhaal
1 decennium geledensnel verder