Annie's Valentijn
Het had een normale dag moeten zijn.
Langzaam ontwaakte het plaatsje Stenen, door de één een kleine stad genoemd en door de ander een groot dorp. Een koude februariwind vond zijn weg in de grijze straten en zou weldra iedereen teisteren die het waagde een stap buiten te zetten.
Iets buiten Stenen, over velden en grenzend aan een bos, lag Hess. Het was eigenlijk niet groot genoeg om het echt een dorp te noemen, maar het was ook niet bepaald een gehucht. Het belangrijkste aan dit plaatsje was dat één van de inwoners een hele stressvolle dag zou hebben.
Fee werd om stipt 7:00 uur wakker. Ze wreef de slaap uit haar ogen, gaapte en overwoog om nog een paar minuten in bed te blijven. Toen besefte ze plotseling wat voor dag het vandaag was.
Valentijnsdag.
En voor het eerst had ze een reden om daar enthousiast voor te zijn. Grijnzend gooide ze de lakens opzij en stond ze op. Ze was ervan overtuigd dat dit een dag was om nooit te vergeten. Daar had ze gelijk in, maar dan vanwege de verkeerde redenen.
Zelfs de fietstocht met tegenwind kon Fee’s goede humeur niet vernietigen. Ze zette haar fiets in het fietsenrek en liep met een lichte tred het schoolgebouw in.
Het Descade College was bekend vanwege de volgende redenen: het was ooit vernoemd naar één of andere rijke edelman uit de 19de eeuw, de binnenhuisarchitect die het interieur bepaalde was niet helemaal lekker en ondanks het feit dat de school zich presenteerde als een ‘moderne’ middelbare school, was de Wi-Fi ongelooflijk traag. Dat alles hield de scholieren echter niet tegen om grapjes uit te halen die soms iets te ver gingen, of om in het algemeen gewoon vervelend te zijn.
Met een glimlach begroette Fee Caroline, die bij de kluizen verwoed op haar smartphone stond te tikken. Ze keek op, fronste en zei: ‘Jij bent veel te vrolijk voor zo vroeg.’
Fee haalde haar schouders op. ‘Ik heb er gewoon zin in. Trouwens, heb je Kevin al gezien?’ Ze probeerde zo nonchalant mogelijk te klinken, maar vermoedde dat ze daar in faalde.
‘Nope. Ik ben echt vet jaloers op Ilsa.’ Caroline propte haar mobiel in een te kleine broekzak. ‘Ze heeft echt mazzel dat ze niet het hele eerste blok naar de feeks moet luisteren.’
‘Denk je dat hij vergeten is dat het vandaag Valentijnsdag is?’ vroeg Fee opeens bezorgd.
Caroline keek naar de posters op de muren die naar je schreeuwden om vóór donderdag rozen of chocola te bestellen voor degene die je aanbidt, toen gleed haar blik naar de rode hartjesslingers die al sinds maandag hingen. ‘Ik zou zeggen van niet.’
Terwijl ze de trap opliepen naar de eerste verdieping, controleerde Fee haar telefoon. ‘Hij heeft mijn berichten nog niet gelezen.’
‘Wanneer heb je ze verstuurd?’
‘Uh, een paar minuten geleden?’
Caroline lachte. ‘Waarschijnlijk staat die jongen zijn fiets weg te zetten. Kevin zal echt niet vergeten zijn wat voor dag het vandaag is.’
‘Denk je?’ Fee beet op haar onderlip, besefte toen dat dat niet kusvriendelijk was en stopte ermee. ‘Ik zie hem pas in de pauze.’
Ze liepen het Latijnlokaal in, waar ze op hun vaste plekken gingen zitten. Fee draaide zich meteen om naar Gloria, die achter hen zat. ‘Heb jij Kevin gezien?’
Gloria zag eruit alsof ze nog wakker moest worden. Terwijl ze in haar ogen wreef zei ze: ‘Ik zag hem mijn straat uit fietsen, maar hier op school heb ik hem nog niet gezien.’
‘Maak je niet zo druk, Fee.’ Caroline zwaaide met haar smartphone in de lucht, zoekend naar de Wi-Fi. ‘Misschien kijkt hij niet op zijn mobiel om het juist spannend te houden.’
‘Ik weet het niet, maar ik heb een heel naar gevoel. Alsof er iets met hem aan de hand is.’ Fee staarde peinzend naar de whiteboard, waar mevrouw Malkan (alias ‘de feeks’) bezig was werkwoordvervoegingen op te schrijven.
Casey, die twee rijen voor hen zat, draaide zich naar hen om. ‘Omnia vincit amor,’ citeerde ze.
‘Is dat bedoeld om me te helpen? Ik weet niet eens wat het betekent.’
‘Liefde overwint alles,’ vertaalde Caroline.
Toen Kevin van zijn moeder te horen kreeg dat hij vaker naar de kerk moest gaan, was dit niet precies wat hij zich had voorgesteld.
Hij zat op een stoel, met zijn handen achter zich vastgebonden en zijn beide enkels aan de stoelpoten getapet. Hij bevond zich in iets dat leek op een verwaarloosde kerk, maar kleiner. Een kapel misschien. Hij had geen idee hoe hij daar was beland.
Het laatste wat hij zich kon herinneren was dat hij in de overdekte fietsenstalling stond en er een meisje bij hem was. Niet Fee. Iemand anders.
Enig besef van tijd was hij verloren, maar hij wist vrijwel zeker dat hij het eerste blok gemist had. Als hij hier langer moest zitten, zou hij de hele dag missen.
Hij zuchtte en probeerde zich te kalmeren. Ontvoerd worden stond niet bepaald op de lijst van dingen die op zijn eerste Valentijnsdag met Fee mis konden gaan. Hij had nog liever verlepte rozen dan dit.
De deur van de kapel ging open en klapte met een dof geluid dicht. Voetstappen echoden door de ruimte heen.
Kevin zat op het priesterkoor, met zijn gezicht naar het altaar toe. Hij kon niet zien wie er in het schip naar hem toe liep, maar veel goeds kon het niet zijn.
Om zijn zenuwen onder controle te houden focuste hij op het vage lichtstralen die door de hoge ramen naar binnen vielen.
Toen stapte er iemand in zijn blikveld. Het was een meisje met geverfd blond haar en de blik in haar ogen was alles behalve veilig.
Ze boog zich voorover om een kus op Kevins wang te geven en hij kromp in elkaar.
‘Hallo daar, Kevin.’ Haar stem was mierzoet. ‘Vandaag wordt het onze speciale dag.’
Het tweede en derde blok voelde voor Fee aan als een hel.
Bij Duits ondervraagde ze Ida om erachter te komen of zij Kevin had gezien. Ida wist van niets en ondertussen waren Fee’s verzonden berichten nog steeds ongelezen. Er zat verder niets anders op dan gestrest naar de klok te staren, die tergend langzaam het uur voorbij tikte.
‘Hij was er niet bij M&O,’ meldde Caroline tijdens hun uur Nederlands. ‘Ook niet ziekgemeld.’
‘En hij leest geen enkel bericht?’ Ida fronste. ‘Dat is wel de vreselijkste manier om het met iemand uit te maken.’
Fee, die al op het randje van een zenuwinzinking zat, schrok op. ‘Wat?!’ riep ze uit, harder dan ze had bedoeld.
‘Natuurlijk wilt hij het niet uitmaken,’ zei Caroline snel, met een waarschuwende blik naar Ida gericht. ‘Zo’n domkop is hij niet. Er is iets anders aan de hand.’
‘Ik zei toch dat ik een naar gevoel had,’ zei Fee nerveus. Ze tikte met haar pen op het tafelblad en dacht aan elke mogelijke ramp.
‘Ida, heb jij je zus al gezien?’ Waar Fee zich de Apocalyps aan het inbeelden was, ging Caroline juist in haar gedachten door strategische manieren om erachter te komen waar Kevin gebleven was.
‘Ilsa is al sinds zessen druk in de weer,’ antwoordde Ida schouderophalend.
‘Ze gaat door alle lokalen om die troep rond te brengen. Rozen en chocola en whatever.’ Caroline vond dat Valentijnsdag slechts een kapitalistische uiting was. ‘Misschien heeft ze hem ergens gezien, of anders iemand van de leerlingenraad.’
‘Denk je dat hij zich aan het verstoppen is?’
‘We moeten toch iets proberen.’ Met een bezorgde blik keek ze naar Fee, die zich nu nog net niet in een schoktoestand bevond. ‘We vragen het aan haar in de lunchpauze, anders heb ik nog wel een idee.’
Ida fronste. ‘Je gaat me niet vertellen dat je een GPS-tracker in zijn kleding hebt gedaan.’
Caroline grijnsde. ‘Was het maar waar.’
De lunchpauze kwam sneller dan verwacht en al gauw stonden de drie meiden in een drukke aula. Caroline en Ida keken zoekend rond naar Ilsa, terwijl Fee op een lolly zoog die Caroline uit haar schooltas had gegraven. Het leek de enige manier te zijn om haar ervan te weerhouden op haar lippen te bijten.
Ida, die langer was, spotte de cupcakesale als eerste. ‘Daar.’
Klasgenoten en drukke tieners ontwijkend wisten ze ongehavend Ilsa te bereiken, die met een rood shirt cupcakes stond te verkopen. Haar gezicht ging van gestrest naar opgelucht. ‘Vertel me alsjeblieft dat jullie hier zijn om cupcakes te kopen. Het wil nog niet echt lopen.’
Toen zag ze de verontrustende blikken en de lege plek waar Kevin had moeten staan. ‘Wat is er aan de hand?’
‘Heb jij Kevin gezien?’ Caroline keek rond om te bepalen of hij zich ergens verschanst had, wat niet het geval bleek te zijn.
‘Eh, nee. We zijn nog niet bij alle klassen van ons jaar geweest.’
‘En ook niet in de aula?’
‘Nee. Vanwaar de vragen? Hij is niet mijn vriendje.’
‘Hij leest zijn berichten niet en we denken dat hij ook niet op school is,’ verklaarde Ida.
Nu keek Ilsa wat beter om zich heen en de hartjes op haar diadeem hobbelden alle kanten op. ‘Ik denk dat die kans aardig groot is. Maar hadden jullie niet wat gepland? Fee?’
Fee haalde de lolly uit haar mond. ‘Er is iets mis met hem.’
Caroline rechtte haar rug. ‘Er is maar één manier om daar achter te komen. Ilsa, geef haar een cupcake. Ida, jij gaat met mij mee. We zijn zo terug.’
En weg waren ze. Ilsa rommelde wat in een plastic bak en haalde daar een mislukte cupcake uit, die ze aan Fee gaf. ‘Hij komt heus wel terecht, Fee. Wat heb je voor hem?’
‘Een brief, maar die krijgt hij nu natuurlijk ook niet te lezen.’ Triest kauwde ze op de restanten van haar lolly.
Een aantal minuten en een paar met succes verkochte cupcakes later kwamen Caroline en Ida terug. ‘Ik heb aan Tom gevraagd of hij weet waar Kevin uithangt, maar hij beweert dat hij geen idee heeft.’
‘Gevraagd?’ herhaalde Ida. ‘Ze heeft hem tegen een muur geduwd en geëist dat hij vertelde waar Kevin was.’
‘Hij heeft ook gezegd dat hij hem bij de fietsenstalling aan zag komen,’ voegde Caroline toe, Ida compleet negerend. Ze wreef op haar slapen. ‘Ik begin hier hoofdpijn van te krijgen, en dan heb ik ook nog wiskunde vandaag.’
‘Maar hij is wel op school aangekomen,’ zei Ilsa mijmerend. ‘Waar is hij dan gebleven?’
Nadenkend keken ze elkaar aan. De lunchpauze liep inmiddels ten einde. Caroline besloot haar lunch erbij te halen, aangezien ze beter na kon denken als ze iets had om op te kauwen, en de anderen volgden haar.
‘We moeten zometeen in de fietsenstalling kijken,’ zei ze met volle mond. ‘We hebben toch nu ons tussenuur? Tijd zat. We moeten op zoek naar aanwijzingen.’
‘En wat als we die niet vinden, Sherlock?’ Ilsa plukte een stukje van haar cupcake af. ‘Moeten we niet bij de docenten melden dat hij er niet is? Ze zullen vast zijn ouders bellen.’
‘Dat hebben ze al gedaan.’ Casey, van Latijn, voegde zich bij hen.
Ilsa haalde een wenkbrauw op. ‘Hoe weet jij dat?’
‘Het lievelingetje zijn van de docenten komt met een aantal privileges. Zijn ouders zeiden dat hij gewoon van zijn huis vertrokken was en weten ook niet waar hij is.’
‘Heb jij de laatste dagen wat verdachte dingen gezien?’ vroeg Caroline.
Casey fronste. ‘Te veel om op te noemen. Sinds wanneer ben jij een detective?’
‘Sinds vandaag.’ Ze gooide haar lege broodzakje weg en richtte zich op de hele groep. ‘Ik ga bij de fietsenstalling kijken of ik zijn fiets zie staan. Misschien vind ik nog wel iets anders.’
Ze wilde net weglopen toen Fee opeens een piepend geluid maakte. ‘Ik heb een bericht van Kevin!’
‘Annie,’ zei Kevin, want dat was de naam van het meisje dat voor hem stond. Zijn keel voelde aan als schuurpapier en hij kreeg het vermoeden dat hij gedrogeerd was.
Ze glimlachte. ‘Eindelijk zijn we dan samen.’ Ze pakte een tweede stoel erbij en ging voor hem zitten. ‘Weet je wel hoe lang ik hier naar heb uitgekeken?’
Kevin hoestte. ‘De brieven,’ wist hij uit te brengen.
‘Nog langer dan dat. Ik wilde eigenlijk wachtte tot aan de vakantie, maar toen kwam dat kreng tussen ons.’ Haar gezicht vertrok. ‘Ik zie niet wat je in haar ziet.’
‘Shit, Fee.’ Hij besefte dat ze zich waarschijnlijk zorgen om hem maakte. ‘Wat wil je van me? En wat heb je tegen haar?’
Annie hield haar hoofd schuin. ‘Ze is mijn rivale, natuurlijk. Maar dat zal gauw afgelopen zijn.’ Ze hield Kevins smartphone omhoog. ‘De code. Wat is het?’
Hij zag dat Fee hem een aantal appjes gestuurd had. De klok beweerde dat hij daar al minstens voor een uur zat. ‘Waarom wil je de code?’
Ze rolde met haar ogen. ‘Het is maar goed dat je knap bent, want van je intelligentie moet je het niet hebben.’
‘Wat wil je van me?’ herhaalde Kevin, al vermoedde hij het ergste.
‘Ik laat haar weten wat de deal is,’ antwoordde ze met een ijskoude stem. ‘Het is best wel simpel. Ik eis dat ze ons belt en zegt dat ze het met je uitmaakt, dat ze niet meer van je houdt en je niet meer wilt zien. Ze moet het menen. Eindelijk zal je van mij zijn.’
‘En anders?’
Annie glimlachte nogmaals en haalde een vlijmscherm mes uit de mouw van haar jas. ‘Anders ben ik bang dat je morgen niet meer zal halen.’
Kevin trok bleek weg. Hij wilde niet geloven dat hij echt, vandaag, vermoord zou worden. ‘Waarom?’ sputterde hij.
‘Het liefst zou ik ons natuurlijk samen zien.’ Ze bestudeerde het mes. ‘Maar als ik je niet kan krijgen, dan krijgt niemand jou.’
Ze stond op en aaide met haar hand door Kevins haar. ‘Krijg ik nou nog die code?’
Trillend noemde hij de cijfers op. Hij hoorde het geluid van zijn mobiel die succesvol werd ontgrendeld.
‘Perfect. Ze heeft één uur.’ Ze raakte met haar vingertoppen zijn wang aan en hij deinsde weg. ‘We zullen zien of je vriendin eindelijk inziet dat ze je niet waard is.’
Iedereen stond aan de grond genageld.
Caroline was de eerste die in beweging kwam. ‘Wat zegt het?’
Fee las het bericht en trok bleek weg. Ilsa, wiens geduld opraakte, griste haar smartphone uit haar handen en las het. ‘Oh nee. Dit is niet goed.’
Caroline las over haar schouder mee. ‘Maak het uit met Kevin binnen één uur, anders zal je hem nooit meer zien.’ Ze fronste. ‘Annie. Kennen wij een Annie?’
‘Ik heb geschiedenis met haar,’ meldde Ida. ‘Die ene die altijd roze draagt. Ben ik trouwens de enige die niet snapt wat er aan de hand is?’
‘Oh, zij. Shit, dit is niet goed. Ze heeft hem ontvoerd!’
‘Hoe dan? En wat moeten we doen?!’
‘Zal ik een docent erbij halen?’ opperde Casey.
Fee liet zich op een stoel vallen. ‘Ik zal hem nooit meer terug zien.’ Ze had enorm veel zin om een potje te huilen.
Caroline knielde bij haar neer. ‘Luister, Fee. Het komt goed. We lichten de docenten in, bellen de politie en vinden Kevin. Oké? Ik beloof je dat het goed komt.’
Afgezien van het laatste was dat precies wat er de volgende 15 minuten gebeurde. De docenten werden geroepen, de politie werd gebeld en de school begon eruit te zien als een crime scene. De scholieren waren in rep en roer. Op de één of andere manier had het nieuws zich vlug verspreid.
Fee en de rest stonden bij de kluisjes uit het raam te kijken. De politie had de fietsenstalling afgezet, waarschijnlijk op zoek naar sporen op de plek waar Kevin voor het laatst gezien was. Een echte detective was gekomen om Annie’s bericht te lezen en uit te vissen waar het bericht vandaan gestuurd was.
Caroline staarde nadenkend naar de kluisjes. ‘Annie,’ mompelde ze. Ze knielde voor een kluisje neer en haalde twee metalen, dunne staven uit een broekzak.
‘Wat zit jij nou te doen?’ Ida onderzocht Caroline’s activiteiten en schrok op toen ze doorhad wat ze aan het doen was. ‘Zit je nou een kluisje te kraken?’
‘De politie zal nooit op tijd achterhalen waar ze zijn. We hebben meer informatie nodig en als ik het goed heb, is deze die van haar.’ Geconcentreerd ging ze te werk en negeerde ze de priemende blikken van de drie meiden achter haar.
‘Sinds wanneer kan jij dit? En is dat niet illegaal?’ Ilsa keek sceptisch.
‘Ik ben ermee geboren. Trouwens,’ ze keek op, ‘ik ben degene die ervoor gezorgd heeft dat Fee en Kevin samenkwamen, dus ik zal er ook voor zorgen dat ze bij elkaar blijven.’
‘Jij bent niet de held van dit verhaal,’ zei Ilsa. ‘En ik heb daar ook een aandeel in gehad.’
‘Dat weet ik.’ Het kluisje zwaaide piepend open. ‘Even kijken.’ Ze pleurde wat schoolboeken en schriften op de grond en stak toen haar hoofd in de kluis. ‘Aha! Oh jee.’
Fee knielde bij haar neer. ‘Wat is het?’
‘Ik weet niet zeker hoe ik dit tactvol kan zeggen, maar de achterkant van haar kluisje is helemaal volgeplakt met foto’s van je vriendje. Ze heeft dit van tevoren gepland.’
‘Wat? Ieuw.’ Ilsa trok een gezicht. Fee keek nogal pijnlijk.
‘Misschien staat hier iets in.’ Caroline haalde een map tevoorschijn en sloeg hem open. Het eerste wat ze zagen waren nog meer foto’s van Kevin en iets wat leek op een haar van hem. ‘Creepy.’ Ze bladerde verder. Een collectie aan foto’s van een oude kapel en een plattegrond begroette hen.
Caroline fronste. ‘Ik weet waar dit is.’
‘Denk je dat ze daar Kevin houdt?’ Voor het eerst kreeg Fee een sprankje hoop.
‘Het hoorde bij een kasteel dat is afgebrand, het ligt nogal afgelegen en niemand komt er ooit langs.’ Ze keek op. ‘Ik denk dat dit het is.’
‘Eh, jongens?’ Ida had iets uit het kluisje gepakt en liet het aan hen zien. Het was een doorzichtig zakje met naalden en injecties.
‘Ik denk dat dat het antwoord is op de vraag hoe ze hem heeft meegekregen,’ zei Ilsa. ‘We moeten dit aan de politie laten zien.’
‘Ervan uitgaand dat ze ons serieus nemen en niet pissig worden dat ik in iemands kluisje ingebroken heb.’ Caroline stond op, gevolgd door Fee.
Ilsa had zich naar het raam verplaatst. ‘Hem moeten we hebben.’ Ze wees naar de detective die eerder naar hen gekomen was en bij de fietsenstalling stond. ‘Hup, naar buiten. De tijd dringt.’
Detective Jonas Hoekstra keek aandachtig naar het plastic zakje wat de forensische onderzoeker aan hem gegeven had. Deze zaak was zojuist nog dramatischer geworden dan dat hij had voorzien.
‘Dus de verdachte heeft het slachtoffer gedrogeerd en afgevoerd,’ mijmerde hij. ‘En waarheen?’
De onderzoeker haalde zijn schouders op. Zijn blik gleed naar iets achter Hoekstra. De detective draaide zich om en zag nog net hoe een meisje met een hartjesdiadeem door een politieagent tegengehouden werd. ‘Aan de kant,’ hoorde hij haar snauwen. De politieagent deinsde achteruit en het meisje, gevolgd door drie anderen, kwam zijn kant op.
‘Meneer de detective,’ begon ze. ‘We weten waar Kevin is.’
‘We denken te weten,’ verbeterde het meisje met de donkerbruine krullen haar.
Ilsa haalde haar schouders op, alsof dat verschil niet uitmaakte. ‘Laat hem de map en de injecties zien.’
Hoekstra kreeg een map overhandigd en een zakje met spuiten. Het viel hem meteen op dat het dezelfde soort spuiten waren als degene die ze gevonden hadden. De blik van Caroline viel op het gevonden voorwerp. ‘Zie je wel!’ riep ze triomfantelijk uit.
De detective bladerde door de map heen. ‘Waar hebben jullie dit vandaan gehaald?’
‘Het kluisje van de verdachte.’ Caroline leek nogal trots met zichzelf. ‘Maar daar gaat het niet om! We moeten nú naar de kapel toe, want we hebben nog minder dan dertig minuten.’
Hoekstra richtte zich op Fee. ‘Heb jij er al over nagedacht om je rivale te bellen?’
Fee schudde haar hoofd. ‘Ik kan dat niet doen. Ik bedoel, we hebben pas anderhalve maand pas, maar het was de beste tijd van mijn leven.’
Hij knikte, zuchtte en zei toen tegen één van zijn collega’s: ‘Haal iedereen bij elkaar. We gaan erop uit.’
De kapel was moeilijker te vinden dan gedacht, maar uiteindelijk stonden ze voor de ingang. Er waren nog maar vijf minuten over, en met elke seconde die wegtikte werd Fee iets zenuwachtiger.
Hoekstra keek onderzoekend naar haar. ‘Ben je er klaar voor?’
Het plan, als je het al zo kon noemen, was dit: Fee zou naar binnen gaan via de hoofdingang en ging proberen om Annie, die waarschijnlijk inmiddels met een mes op Kevins keel zat, op andere gedachten te brengen. De agenten zouden via zijdeuren naar binnen glippen en uiteindelijk Annie dwingen om het op te geven, mocht het escaleren. Pistolen zijn altijd goede argumenten.
Fee haalde diep adem. ‘Ik ben er klaar voor.’
In de kapel hing een bedompte geur. Ze sloot de deur met een doffe klap achter haar en liep het schip in. Met moeite wist ze haar blik omhoog te brengen.
En daar zat Kevin, vastgebonden op een stoel, en een mes op de keel.
‘Kijk nou eens.’ Annie’s kille stem vulde de ruimte. ‘Ik krijg zelfs je gezicht te zien. Dit is meer dan wat ik had kunnen dromen.’
Fee’s stem trilde. ‘Laat hem gaan, Annie.’
‘Als jij hem eerst laat gaan.’ Ze hield haar mes iets dichter bij Kevins keel. Kevin zelf zag eruit alsof hij het liefst ergens anders zou willen zijn. Ze had zijn stoel omgedraaid zodat hij nu vol zicht op Fee’s bezorgde gezicht had, wat hem niet bepaald goed deed.
‘Fee,’ zei hij. ‘Het spijt me van Valentijnsdag. De rozen zullen nu waarschijnlijk wel verlept zijn.’
Met tranen in haar ogen probeerde Fee te glimlachen, wat mislukte. ‘Dat maakt niet uit. Alsjeblieft, laat hem leven.’
‘Laat hem gaan. Zeg dat hij nu van mij is.’ Annie keek wantrouwend om zich heen. ‘Als ik ook maar één teken van politie zie, is het voorbij. Begrijp je dat? Laat hem gaan.’
‘Je hoeft het niet te zeggen,’ wist Kevin nog net uit te brengen voordat Annie zijn mond met haar vrije hand bedekte.
‘De tijd tikt, Fee. Wat gaat het worden?’
‘Ik zal alles voor je doen, maar laat hem met rust,’ smeekte Fee.
‘Oh ja?’ Annie haalde het mes weg. ‘Zou je jezelf van een brug kunnen gooien? Want dan vind ik het ook prima.’
Inmiddels stroomde de tranen over Fee’s gezicht. Ze had geen idee wat ze moest doen, wat haar opties waren. Ze stond op het punt om met een nieuwe smeekbede te beginnen, toen opeens het geluid van een alarm door de kapel klonk.
‘Tijd is op. Het ziet ernaar uit dat niemand uiteindelijk jouw hart zal krijgen, lieve Kevin.’ Ze bewoog het mes richting Kevins keel.
Het plotselinge geluid van een kogelschot. Het mes gleed uit Annie’s handen en viel op de grond. Een moment later viel zij zelf, levenloos en met een blik in het oneindige.
Een paar seconden gebeurde er niets. Hoekstra stond met geheven pistool achter het altaar. Fee staarde geschrokken naar Annie’s dode lichaam. En voor ze het wist, rende ze richting Kevin, sprong op de verhoging en omhelsde ze zijn trillende lichaam.
‘Het is voorbij.’ Ze verborg haar natte gezicht in zijn nek.
Kevin liet een bibberige lach horen. ‘Ik wist wel dat je voor me zou komen.’
‘Ik laat je nu echt nooit meer gaan, ik zweer het.’ Ze kusten elkaar, en even leek het alsof hij niet vastgebonden aan een stoel zat en het dode lichaam van zijn ontvoerder niet in de buurt lag.
Omnit vincit amor. Liefde overwint alles, zélfs een wel heel bizarre Valentijnsdag.
Reageer (1)
Holy shit, this was a wild story from start to finish
5 jaar geledenMAAR WEL EEN HELE GOEDE DAAAAAMN