Het gevoel van het natte gras is één van de weinige dingen die tot me doordringen als ik door het donkere bos ren. Ergens langs mijn arm voel ik hoe een warme vloeistof zich langzaam verspreidt naar beneden. Bloed. Waarschijnlijk ben ik gevallen of heb ik mezelf aan een scherpe tak opengehaald. Ik heb geen idee.
In de verte hoor ik takken kraken en vliegt een uil verschrikt op van zijn plaats.
Het haalt me in! Het gaat me inhalen en dan zal niemand mij meer kunnen vinden!
Mijn hart klopt in mijn keel en de angst houdt me in zijn greep als ik hoor hoe de voetstappen steeds dichterbij komen. eindelijk maakt de dichte begroeiing plaats voor een open stuk bos, dus moet ik bijna terug zijn in de bewoonde wereld.
Waar zijn de huizen nu? De mensen? Ik moet ze bereiken voordat datgene achter me MIJ weet te bereiken!
De regen stroomt nu over mijn gezicht en het zicht wordt minder. Datgene wat zich achter mij bevindt, komt nu wel heel erg dichtbij en ik probeer door te rennen. Maar ik ben uitgeput en mijn benen kunnen mij bijna niet meer dragen, toch ik moet verder en strompel naar het kleine beetje licht wat in de verte verschijnt.
Als ik er bijna ben, struikel ik en lig ik op de grond niet meer in staat om overeind te komen.
Een donker silhouet verschijnt naast me. Wat het ook is, het heeft het gezicht en de bouw van mijn vader maar de ogen hebben een felle geel-groene kleur die op lijkt te lichten in het midden van de nacht. Langzaam komt het dichter bij, terwijl ik steeds verder naar achter probeer te kruipen. Dan voel ik een boomstam tegen mijn rug drukken en zie ik hoe het wezen lachend zijn scherpe tanden ontbloot.
Ik ben er geweest.
*Biep* *Biep* *Biep*
Ik schrik op en ben even gedesorienteerd.
Gelukkig.. Het was allemaal maar een droom.
Dan dringt het zonlicht en de geur van verse broodjes tot me door en verschijnt er een lach op mijn gezicht.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen