120 - We have won
Ik durfde niet te ademen. Langzaam liet ik mijn stok zakken. Ik verwachtte dat Voldemort elk moment op kon sprongen. 'Is hij dood?', vroeg ik zacht. Harry keek naar Voldemort. 'Ik weet het niet,' zei Harry. Ik schudde Harry's klamme hand van mijn stok af en ik liep naar Voldemort toe. Ik schopte eerst zijn stok uit zijn hand. Daarna hurkte ik bij hem neer. Hij had zijn rode ogen nog open, maar hij staarde voor zich uit. Zonder enige emotie. Zijn hart klopte niet meer. Als hij een hart had, tenminste. En toen drong het tot me door. Hij was dood. Ik voelde de tranen prikken in mijn ogen. Daarna stond ik op en liep ik met snelle passen op Harry af. Harry deinsde achteruit. 'Harry, kijk uit!' Maar ik toen ik bij hem was sloeg ik mijn armen om hem heen. Harry was even verrast maar sloeg toen zijn armen om mij heen. De tranen gleden over mijn wangen. 'Bedankt,' fluisterde ik. Al snel liet ik Harry los. En toen klonk er een oorverdovend applaus door de Great Hall. De Death Eaters die nog aanwezig waren werden verslagen of ze Verdwijnselden. Mij lieten ze met rust. Voor nu.
Ik liep door de Great Hall. De rust was wedergekeerd. Iedereen praatte met elkaar en de gewonden werden verzorgd. Harry liep vlak naast mij. Harry hield de Elder Wand vast. Ik zag de Hufflepuff die ik eerder had gered. Hij keek mij met een glimlach aan. Ik lachte terug. 'Sarah,' zei Harry uit het niets, 'vertel over je Horcruxes.' Ik keek hem even aan. 'Ik had er twee,' zei ik. 'Had?', Harry keek mij vragend aan. 'Samen met Snape heb ik er een vernietigd,' zei ik, 'of nou ja, vernietigd, hersteld.' Harry knikte begrijpend, hij wist waar ik het over had. 'En de andere?' Ik keek even moeilijk. 'Het probleem is dat ik niet weet waar de andere is,' zei ik, ‘De Dark-' 'Voldemort,' zei Harry, 'noem hem Voldemort.' Ik keek hem even geïrriteerd aan, maar toen vervolgende ik mijn verhaal. 'V-Voldemort heeft het ergens verstopt. Maar ik heb al een spoor gevonden.' Harry knikte. 'Als alles weer rustig is dan help ik je,' zei hij. Het was geen vraag, besefte ik. Hij wilde dat andere Horcrux vernietigd hebben. Maar ik wilde dat net zo goed.
Toen kwamen Harry en ik Hagrid tegen. 'Harry!', zei Hagrid en hij omhelsde hem. Toen hij hem los liet keek hij mij aan. 'Sarah!', zei Hagrid, 'ik wis’ wel dat je 'n goeie was!' Ook ik kreeg een omhelzing van Hagrid. Ik glimlachte zwakjes. Hagrid liep weg en ik zag Harry staren naar de deuropening. Ron en Hermione kwam de Great Hall binnen. 'Sorry,' zei Harry en hij liep naar hun toe. Samen liepen ze naar buiten.
Ik draaide mezelf om. En toen zag hem. Draco. Hij stond samen met zijn familie aan de zijkant. Ze keken allemaal ongemakkelijk. Alsof ze hier niet hoorden te zijn. En toen zag Draco mij. We maakten oogcontact. Mijn hart maakte een sprongetje. Draco liep langzaam op mij af. 'Draco,' zei ik toen ik dichterbij was. Draco keek mij kort aan maar toen trok hij mij naar hem toe. Hij drukte zijn lippen op die van mij. Voor een paar minuten vergat ik waar ik was. En wat ik had gedaan. En wie ik was. Ik was samen met de jongen waar ik zoveel van hield. De tranen prikten in mijn ogen. Tranen van geluk. 'Ik hou van je,' fluisterde ik toen ik hem omhelsde. 'Ik ook van jou,' zei Draco zacht terwijl hij mij los liet, 'Ik had geen keus, het spijt me zo. Ik-' Ik schudde mijn hoofd, hierdoor gleden de tranen over mijn wangen. 'Ik weet het. Severus heeft me het verteld. Het was Voldemort's plan.' Draco knikte en lachte daarna zwakjes. Ik pakte zijn hand vast. Ik knikte en ik keek hem glimlachend aan. Echter had ik niet in de gaten wat er toen gebeurde.
In de tijd dat ik Draco had omhelst, was ik omsingeld door Aurors. Draco keek mij wanhopig aan maar daarna liep hij van mij weg. Naar zijn ouders. 'Sarah Merope Riddle,' zei een ruwe stem. Ik keek op in het gezicht van een volwassen man. En ik zag dat 6 stokken op mij gericht waren. 'Je gaat mee naar Azkaban.' Ik keek geschokt op. Maar ik kon niks inbrengen. Een van de Aurors liep op mij af en ruw trok hij deze uit mijn handen. Waarna hij deze op mij richtte. 'Waarom?', vroeg ik. Mijn vraag resulteerde in een harde klap in mijn buik. Happend naar adem zakte ik op de grond. Ik keek op vanaf de grond in het zicht van de Auror die mij zojuist een klap had gegeven. 'Je hebt voldoende tijd om na te denken over je misdaden in Azkaban,' snauwde hij. Het volgende moment werd ik ruw vast gegrepen en daarna werd ik naar Azkaban geleid. Ver weg van de festiviteiten.
Er zijn nog geen reacties.