Drie maanden later
Drie maanden.
Het kostte dat mens DRIE maanden om verder te gaan met mijn verhaal. En alleen maar omdat ze wanhopig is. Niet omdat ik een verhaal heb dat verteld moet worden. Niet omdat ze ooit van plan is om me naar een uitgeverij te sturen. Nee, ik ben haar laatste optie. Ik heb nog altijd geen naam, geen gezicht en geen persoonlijkheid -behalve mijn brutaliteit- maar ze verwacht wel dat ik haar writers block even voor haar fix.
'Maar ik weet niet of ik nog wel kan schrijven,' hoor ik haar zeuren door de luidspreker. Onze wachtkamer heeft nu zo'n ding gekregen, waardoor ze tegen ons kan praten. Gelukkig hangt het alleen in de wachtruimte en niet in onze slaapkamers, waar ik ook eeuwen om heb moeten zeuren. Technisch gezien hoeven we natuurlijk nooit te slapen maar het is fijn om je even terug te trekken en alleen te zijn, want iedereen werkt me op m'n zenuwen. De enige met wie ik het echt nog een beetje kan vinden, en wiens keel ik niet heel langzaam wil fijn knijpen, is Zomer. Als ik toch eens in de wachtruimte verschijn en op één van de sofa's lig om naar het plafond te staren - we hebben nu een Harry Potter plafond, die de lucht moet voorstellen en vaak onweert het - komt ze altijd bij me zitten. Vaak zegt ze niets en bladert ze alleen door haar script. Soms geeft ze commentaar.
'Dit nieuwe stuk dat ze geschreven heeft, is echt... Nouja. Ik ben best wel een bitch,' zuchtte ze een keer.
'Welkom bij de club. Ik heb geen stickers of badges om je lidmaatschap te bevestigen. Sorry.'
'Alsof ik bij jouw zielige club zou willen horen.' Ik wilde net een gemene opmerking terug kaatsen, toen de deur van de wachtruimte open vloog. Een prachtig meisje stapte naar binnen. Waarschijnlijk een jaar of zeventien en al bijna even mooi als Zomer was. Is.
Ik sprong overeind om de nieuwkomer beter te bekijken. Ze keek geïnteresseerd de ruimte rond en lachte breed. Bree was al op haar afgelopen om haar welkom te heten. Met zo'n overdreven knuffel, alsof ze elkaar al jaren kenden.
'Mijn naam is Jessica,' lachte het meisje, 'Hoewel dat nog veranderd kon worden. Maar voorlopig is het dus Jessica.'
'Ik ben Bree. Van welk verhaal kom je?'
'De schrijfster had er nog geen titel voor.'
Ik kreunde overdreven luid en liet me met een plof weer op de sofa vallen. Zomer grinnikte. Ik gaf haar een mep tegen haar achterhoofd, hoewel het nooit pijn gedaan kon hebben. Dat krijg je, als je nog maar een schim bent.
'Ik heb niet eens een lichaam om je te slaan, maar dat kind heeft al een naam, uiterlijk en een leeftijd,' klaagde ik, 'En ze is hier nog maar een paar seconden. Het is niet eerlijk.' Door de luidspreker klonk een geïrriteerde zucht, waardoor ik wist dat de schrijfster me gehoord had. Kennelijk interesseerde het haar gewoon niet.
Maar nu ben ik er opeens weer. Nu heeft ze me weer nodig.
'Als ik gewoon ga schrijven, gewoon iets schrijf, misschien komt het dan wel weer,' hoor ik de schrijfster zeggen. Haar stem trilt, alsof ze elk moment kan gaan huilen.
'Gebruik daar lekker een ander voor.' Ik loop naar de koffiemachine en neem een dubbele espresso en neem me voor om me op te sluiten in mijn slaapkamer, zodat ik haar niet hoef te horen.
'Jij hebt makkelijk praten,' klinkt de stem van de schrijfster, 'jij hebt geen verantwoordelijkheden. Jij hoeft niet te schrijven. Jij hebt niet constant het idee dat je schrijftechnisch gezien nog niet verder ontwikkeld bent dan een kind uit groep zes.'
'Niet mijn probleem.' Ik pak mijn beker, die inmiddels gevuld is. Het is er eentje waar een foto van Trump op staat, omdat ik weet dat ze hem niet kan uitstaan. Zodra ik dat gedacht heb, verandert de foto van de oranje brulkikker naar een foto van Obama.
'Dat is censuur,' schreeuw ik in de richting van de luidspreker. Ik draai me om en been met woeste stappen in de richting van mijn slaapkamer.
'Alissa, luister nou even...'
Stokstijf blijf ik staan. Ergens in de wachtruimte hoor ik Bree een opgewonden kreet slaken. Langzaam draai ik me weer om en kijk ongelovig naar de luidspreker.
'Hoe noemde je me?'
'Alissa.'
Ik heb een naam. Eindelijk heb ik een naam. Het is natuurlijk smerige omkoperij. Je kent het wel; ik-geef-jou-een-naam-en-jij-helpt-mij-uit-de-shit. Maar het werkt.
Met een brede glimlach sleep ik mijn favoriete sofa tot vlak onder de luidspreker en ga erop liggen.
'Zeg maar hoe ik je kan helpen.'
Reageer (2)
Misschien een beetje laat, maar dit verhaal blijf ik gewoon zo leuk vinden
6 jaar geledenBen superblij met een nieuw hoofdstuk (:
6 jaar geledenMooi geschreven!