Alastor Dolleman - Hoofdstuk 2

In het Ministerie Van Toverkunst waren 2 rijen van 4 haarden te tellen. Het waren ouderwetse, bakstenen haarden, met een breed pad van gladgestreken planken tussen de rijen. Aan het eind van de gang stond een groot gouden beeld. Uit verschillende haarden rezen groene vlammen op, waarna er telkens een tovenaar uit stapte, die zich aansloot bij de massa medewerkers van het ministerie die over de met planken overdekte vloer liepen. Uit één van die haarden rezen vlammen op waarna een man van gemiddelde lengte, een met littekens overdekt gezicht, een wandelstok die bijna net zolang was als de man, een leren jack en geelblond haar verscheen. Dolleman verliet de haard en marcheerde naar de mensenmassa voor hem. Tussen de honderden doffe voetstappen was nu ook een hout-op-houten getik te horen: Dolleman had een houten been wat hiervoor zorgde. Toen hij bij het gouden beeld aan was gekomen ging hij mee met de stroom die linksaf ging, het atrium in. Na een stukje lopen bereikte hij de met gouden hekken afgesloten liften. Hij bevond zich in een grote, ronde hal met een marmeren vloer. Het grootste deel van de ruimte was zwartkleurig, wat een erg donkere indruk maakte. Zonder er verder woorden aan vuil te maken liep hij naar één van de liften, eentje waar behalve 2 heksen van het ministerie, de bediende van magisch onderhoud en een onfatsoenlijke hoeveelheid vliegende memo's nog niemand in stond. Na hem stapten nog 2 anderen in, hij kende ze verder niet. De liftpoort ging dicht en de lift begon te zakken van de achtste naar de zevende verdieping. Alle 5 de passagiers, behalve Dwaaloog, grepen 1 van de goudkleurige kabels aan het plafond van de lift vast om te voorkomen dat ze omvielen. Even later remde de lift af en klonk de blikken stem
"Departement van Magische sport en recreatie, waaronder de Britse en Ierse Zwerkbalbond, Officiële Fluimstenenclub en het Potsierlijk Patentbureau."
'Dit duurt toch veel te lang' mompelde hij toen de liftdeur eindelijk weer dichtging nadat er niemand was in- of uitgestapt. De lift zakte verder en nadat de blikken stem afdelingen als "Magisch Verkeersbureau", "Het Departement van Internationale Magische Samenwerking", "Het Departement Van Toezicht Op Magische Wezens" en nog wat andere verdiepingen had aangekondigd, bereikte hij eindelijk de tweede verdieping. Niemand van degenen die er op de achtste verdieping ook in stonden - behalve de onderhouder- stond nog in de lift. Wel stond er nu een reusachtige man met een vrij onvriendelijk gezicht die op de 4e verdieping was ingestapt, Vleeschouwer wist hij, hij mocht hem niet. Het magische hek schoof voor de lift weg, en hij en Vleeschouwer stapten uit. Achter zich hoorde hij nog de omroepstem "het Departement van Magische Wetshandhaving, waaronder de Taakeenheid Ongepast..." meer hoorde hij er niet van, hij was al buiten gehoorsafstand. In deze gang stonden wel de nodige mensen, maar het was geen massale drukte zoals op de achtste verdieping. Ook deze gang was volledig zwartgekleurd, om de paar meter stond een boogvormige doorgang aan zowel de linker- als de rechterkant. Hier zat de Afdeling voor de Opsporing en Inbeslagneming van Vervalste Verdedigingsspreuken en Beveiligende Voorwerpen. De gang liep opnieuw uit in een ronde hal met verschillende deuren. Hij liep naar de meest linkse deur, het Schouwershoofdkwartier. Hij opende de deur, en ging naar binnen.