Mijn verontschuldigingen voor de lange pauze, ondertussen heb ik met NaNoWriMo aan dit verhaal gewerkt en een heel aantal hoofdstukjes helemaal klaar liggen ^^ Veel leesplezier!



Toen Gaston stoffig en vermoeid door de grote poort Villeneuve in reed, waren de straten vreemd leeg en stil. De luiken van de kleine huisjes stonden nog altijd wagenwijd open, maar er was achter de smalle ramen was geen enkel tegen van leven te bekennen. Het zat er dik in dat niemand ook maar een oog had dichtgedaan de afgelopen nacht. Gaston slikte een keer moeizaam en spoorde Philippe aan om verder te lopen. Hij had het gevoel dat de sfeer van het kasteel achterin zijn keel was blijven hangen.
      Naarmate hij dichterbij kwam, dreef het zachte geroezemoes van de dorpelingen hem tegemoet. Niemand van hen had zijn gebruikelijke taken opgepakt en de meesten leken rond te hangen bij de Volle Fles. De waard had alle ramen van zijn herberg wijd opengezet, in een poging om zoveel mogelijk frisse lucht naar binnen te laten.
      Binnen waren de dorpelingen in groepjes rond de toog of aan de tafels samengeklit en waren zachtjes met elkaar aan het fluisteren, terwijl ze om de zoveel tijd een zorgelijke blik richting de deur wierpen. Gaston was namelijk niet de enige die nog niet was teruggekeerd. Niemand had ook maar iets vernomen van de bakker, en ook de broer van de smid en de hovenier waren nog nergens te bekennen. Met dat de tijd verstreek groeide de vrees dat ze ook niet meer terug zouden komen. In de achterste hoek van de herberg had zich de grootste groep mensen rond de kleermaker verzameld, die zo mogelijk nog grimmiger en nog zachter dan de rest zijn verhaal deed.
      Ook Maurice zat ondertussen in de Volle Fles. Aanvankelijk had hij thuis gewacht tot zijn dochter zou terugkeren, maar met de uren die verstreken werd hij steeds ongeduriger. Hij wist immers niets van wat er zich in het kasteel had afgespeeld en werd met de minuut ongeruster. Uiteindelijk had hij de onwetendheid niet meer kunnen verdragen en zich naar de herberg begeven en had zo in flarden het verhaal van de nederlaag meegekregen. Hoewel iedereen hem gretig hun eigen versie van de werkelijkheid had willen vertellen, wist niemand wat er met zijn kleine meisje was gebeurd.
      Enkel de zoon van de kleermaker had hem wat hoop kunnen geven. Hij had Belle even gezien toen ze hem voorbijsnelde in het kasteel. Volgens hem was ze in één van de gangen van het kasteel verdwenen en had hij haar sindsdien nergens meer gezien. Even had hij een veelbetekenende blik uitgewisseld met zijn vader, voordat hij er met gedempte stem aan toevoegde dat Gaston niet veel eerder dezelfde kant uit was gegaan.
      Zo kwam het dat toen Gaston de deur van de Volle Fles opengooide, Maurice de enige was die nog enigszins blij leek hem te zien.
      ‘Gaston!’ Het geroezemoes in de herberg verstomde abrupt toen de gasten de figuur in de deuropening eveneens herkenden. Gaston gebaarde vermoeid wat naar de waard en liet zich op de dichtstbijzijnde kruk aan de toog vallen. Misschien kwam het doordat hij zo moe was, misschien omdat hij opgelucht was om eindelijk weer terug te zijn, maar Gaston merkte niet hoe iedereen in de gelagkamer hem aanstaarde met een mengeling van argwaan en ongemak. Hij wreef even in zijn ogen en keek toen op naar de waard, die nog geen vinger had verroerd. Met een lichte ergernis gebaarde Gaston de man opnieuw om hem wat te drinken in te schenken.
      De man stak echter in tegenstelling tot normaal geen poot uit om aan Gaston’s verzoek te voldoen en wierp hem zelfs een blik toe die leek te grenzen aan minachting. Even wisselde hij een korte blik uit met de kleermaker, waarna hij met duidelijke tegenzin toch een kroes van de plank pakte en die opvulde met bier. Hij schoof hem echter niet naar Gaston toe en gebaarde met zijn hoofd.
      ‘Drie sous*.’ Ongelovig hief Gaston zijn hoofd op, maar de waard was onverzettelijk. De man gebaarde naar het bord met de prijzenlijst. ‘Drie sous voor een kroes bier. Betalen.’ Gaston gromde met een groeiende ergernis en graaide in zijn zakken naar de kleine bronzen muntjes. Toen hij ze op de toog wierp klingelden de stuivers luid door het doodstille vertrek. Gaston stond op het punt zich naar de dorpelingen om te draaien en te snauwen of ze iets van hem moesten, toen Maurice naar voren stapte en de gespannen stilte doorbrak.
      ‘Gaston, waar is Belle?’ De stem van de oude man klonk hoopvol, maar wanhoop tekende zich af in zijn gezicht. Gaston was immers alleen teruggekomen en van zijn dochter ontbrak nog altijd ieder spoor. Er liep een koude rilling over Gastons rug terwijl hij zijn blik op Maurice richtte. Het lijkbleke gelaat van Belle verscheen op zijn netvlies en hij nam gauw een flinke slok bier om het beeld van zich af te schudden. Een aantal dorpelingen waren achter Maurice gaan staan. Nu had gebleken dat hij al die tijd al de waarheid had verteld over het vervloekte kasteel, konden de mensen van Villeneuve niet snel genoeg laten zien hoe ze hem steunden.
      Gaston haalde diep adem en schudde toen zijn hoofd. ‘Ze is dood.’ Hij wendde zijn blik af en probeerde verslagen naar het bier in zijn handen te staren. ‘Het monster heeft haar verslonden.’
      ‘Dood?’ Maurice deed een wankele stap naar achteren, plotseling lijkbleek. Voor heel even trachtte Gaston de blik van de man te ontmoeten, maar de angst dat de schuld van zijn gezicht af te lezen zou zijn, was hem te groot en hij sloeg zijn ogen neer. Hierdoor zag hij niet hoe er in de hoek van de herberg iemand opstond. Gaston liet zijn kroes op de toog rusten en wachtte even totdat de schokgolf aan fluisteringen die de gelagkamer was rondgegaan was bedaard. Hij hoopte dat zijn ongemak werd gezien als verdriet om de dood van het meisje en schudde zijn hoofd.
      ‘Het monster had mijn kruisboog gebroken en ik was te ver weg om er iets aan te doen.’
      ‘Leugens.’ De scherpe stem van de kleermaker galmde zo plotseling door de ruimte, dat Gaston haast verslikte in zijn bier. Geschrokken draaide hij zich om naar Raymond, die met een grimmig gezicht naar voren liep. ‘Je bent een moordenaar en een bedrieger, Gaston. Het is tijd dat iedereen daarachter komt.’

*Een sous = een stuiver
(Dit komt ongeveer overeen met een euro)

Voor de mensen die het interesseert: gezien het ontzettend lastig is om een verhaal te schrijven zonder te kunnen werken met een geldeenheid, heb ik een systeem uitgedacht waar al mijn personages gebruik van maken. Het geld zal zeker nog een paar keer terugkomen, met een korte uitleg onderaan het hoofdstuk wat een bepaald begrip betekent. Maar als mensen het interessant vinden kan ik een klein overzichtje plaatsen waarin ik heb uitgeschreven hoe het werkt. Dus als je dat leuk vindt, laat even een reactie achter^^

Reageer (4)

  • Slughorn

    Ik vind het niet kunnen eigenlijk dat hij Phillipe heeft gestolen. Mag niet, Gaston! *terechtwijzend vingertje*

    Mooi geschreven (:

    5 jaar geleden
  • AMuppetOfAWoman

    Dankjewel voor het schrijven van een nieuw hoofdstuk! Ik heb genoten :')

    6 jaar geleden
  • Sunnyrainbow

    Gaaf!

    6 jaar geleden
  • Laleah

    Super geschreven weer!! Gimme moreee

    6 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen