Hoofdstuk 10
De volgende ochtend ben ik al vroeg wakker door wat gerommel aan de voordeur. “Joshua er is iemand aan de deur.” Ik schud hem snel wakker dat hij op de grond rolt. “Jezus Luna het is...-” Joshua zoekt mn klok en draait hem dan naar zich toe. “-Het is half 6. Ik kan nog verdomme een uur slapen.” Ik kijk hem beledigend aan. “Ik kijk wel alleen.” Ik klim over mijn bed naar het voeteneinde en doe voorzichtig mn deur open. Ik kijk naar de deur van mijn ouders maar die is nog dicht. Ik hoor nog wat gerommel en dan loop ik zo snel en stil mogelijk naar beneden. Ik blijf midden op de trap staan zodat ik kan zien wie het is.
“Goedemorgen pap.” Ik sla mn armen over elkaar en voordat hij zich nog om kan draaien loop ik naar de slaapkamer waar mn moeder nog ligt te slapen. Ik doe voorzichtig de deur open. “Mam. Pap gaat vroeg weg.” Ze draait zich om en kijkt me met vochtige ogen aan. Ik voel de pijn die mijn moeder heeft. “Hij gaat naar haar toe.” En mijn moeder stort in tranen uit. Ik ga bij haar op het bed zitten en ik lijk nu net de moeder inplaats zij. “Mam het is beter zo. Dan moeten we maar weer verhuizen als het niet anders kan. Maar als hij zou blijven zou het niet meer kunnen voor jou.” Het enige wat mijn moeder als antwoord geeft is een groot geluid dat ze het niet meer trekt en begint weer te huilen. Ik wil mijn moeder ophelzen maar Joshua komt er ook al bij staan. We zitten met zijn drietjes op het bed en horen dan opeens een harde knal, het teken dat hij weg is gegaan uit ons leven. “We kunnen nu net zo goed opstaan.” Zegt mn moeder dan met een zucht als ze der ogen heeft afgeveegd aan de deken. “Och moet je dit zien, hij was net schoon.” We lachen een beetje om mn moeder en der poetsfreak moment. “Jongens...-” Ze staat op en doet der badjas aan en we lopen achter mn moeder aan naar beneden ze gaat aan de keukentafel zitten en klopt op de tafel dat ze wat belangrijks wilt zeggen. Joshua en ik ga langzaam zitten en kijken haar zonder maar 1 keer weg tekijken naar mijn moeder die zich groot probeert te houden. “- jullie vader en ik hebben besloten dat het zo beter voor ons is als hij naar Millie gaat.”
“Maar dan moeten wij verhuizen!” Joshua slaat boos met zijn vuisten op de tafel. M'n moeder pakt zn handen en houdt ze stevig vast. Ze kijkt ons doordringend aan. “Nee. We gaan niet verhuizen. Hij geeft ons elke maand de helft van zijn salaris. Daar mee moeten we elke maand meeleven dus we zullen echt heel veel moetem bezuinigen. Ik ga nog meer werken zodat het niet al te veel hoeft te zijn. En jongens breng alsjeblieft jezelf nou niet in de problemen.” Ze laat met 1 hand Joshua's hand los en pakt ook mijn hand. Ze vrijft over de hand van mijn rug. Ik kijk mijn moeder aan. Ze is echt mijn voorbeeld. Wie kan er zo stevig blijven na een klap in je gezicht te hebben gehad omdat je 'man' opeens weg gaat om voor een ander te kiezen. Ze moet nu in der eentje ons drietjes in leven houden. Niemand wilt graag terug nu naar California. Dan moeten we weer alles opnieuw doen. Weer nieuwe vrienden en weer opnieuw wennen aan alles.
De hele ochtend tot ik naar school ga is het erg stil in ons huis. Joshua en ik helpen mijn moeder en ik ben in de krant op zoek naar een baantje waar ik dan kan werken om mijn moeder te helpen met al deze troep die mijn vader heeft achter gelaten. Joshua ruimt de kapotte sloten op die op de grond liggen omdat mijn vader ze niet allemaal meteen los kreeg. “Mam ik ben naar school.” Ze knikt en ik loop naar buiten. Ik doe mn deur open en steek de sleutel in het contact. Als ik de sleutel omdraai hoor ik heel wat gesputter, ik probeer het nog een keer maar hij doet het niet. Ik begin boos te gillen en sla met mn vuisten op het stuur. Ik loop weer naar huis en doe de deur weer open. “Mam kan je me brengen? Mn auto doet het niet.” Mn moeder knikt ze pakt der jas , tas en schoenen. “Joshua ga je ook mee dan breng ik jou ook alvast.” We lopen met zn alle naar de auto van mijn moeder. “Jullie moeten vanmiddag aan iemand anders vragen voor een lift naar huis. En Luna kan je koken vanavond? Ik sms je nog wel als ik weet tot hoelaat ik moet werken.” Ik knik. In de auto zijn we allemaal in onze eigen gedachtes. Ik merk niet eens dan de auto is gestopt. Pas als mn moeder me een kus op mn wang geeft en me een fijne dag wenst snap ik pas dat we al bij mijn school zijn. Ik stap snel uit en ik loop over het plein. De eerste die ik zie is Edward. En ik ben meteen de hele thuissituatie vergeten. “Edward.” Ik zwaai naar hem en ik lach. Hij kijkt om en zwaait terug en lacht lief maar kort. Ik loop snel naar hem toe. “Ik weet dat dit raar is maar...-” Ik kijk beschamend even naar de grond en dan weer in zijn gezicht. Naast hem voel ik me zo klein ik ben andere halve kop kleiner dan Edward is. “- Edward kan jij me misschien naar huis brengen mijn auto doet het niet en mijn moeder moet vanavond overwerken.” Ik kijk hem smekend en afwachtend aan. Ik hoop zo dat hij ja zegt. Hij kijkt lang en bedenkelijk. “Ik denk er even overna. Want ik moet ook nog mijn familie meenemen. Je hoort het in de pauze.” En zonder ook maar 1 keer in mijn ogen te kijken loopt hij weer weg.
Reageer (3)
Kan Erik haar niet naar huis brengen of iemand anders?
1 decennium geledenhaha kiek dat echt zo smeken sorry vind ik best wel grappig
1 decennium geledenxx(K)
Ow,
1 decennium geledenIk vind het echt super sneu voor hen!
Ik hoop dat Edward haar naar huis brengt