O97 - Awakening
In verte hoorde ik stemmen. Bekende stemmen. Ik hoorde de stem van Snape. 'My Lord, weet u zeker dat ze wakker wordt?' zei Snape, in zijn stem hoorde ik de twijfel. 'Twijfel je aan mij?' 'My Lord, ze heeft geen hartslag.' Het was voor een korte tijd stil. 'Haar hart zal snel weer gaan slaan,' zei Voldemort. Ik hoorde voetstappen mijn kant op komen. 'Blijf van haar af,' siste Voldemort toen. 'My Lord,' zei Snape en zijn voetstappen ebden weg. Ten slotte hoorde ik een deur dichtslaan.
Niet veel later hoorde ik ook Voldemort weglopen. De deur sloeg met een klap dicht. Langzaam opende ik mijn ogen. Ik staarde in het duister. Ik was in mijn kamer. Het enige wat de donkere kamer verlichtte waren een paar kaarsen die waren aangestoken. Langzaam kwam ik overeind. Mijn lichaam voelde stijf. Ik kreunde zachtjes. Mijn hoofd bonkte. Toen ik op stond werd ik duizelig, maar dit trok al snel weg. En toen vloog de deur weer open. Geschrokken keek ik op, in het gezicht van Voldemort. Ik bleef staan en Voldemort kwam op mij af. Hij sloeg mij met zijn vlakke hand in mijn gezicht. Ik slikte hoorbaar. ‘My Lord.’ Ik zag zijn duistere blik. Hij was niet vergeten wat er was gebeurd. ‘Je leeft,’ siste hij, ‘je hebt geluk.’
‘Het spij-‘ Ik kon mijn zin niet afmaken, want Voldemort drukte mij tegen de muur. Met zijn handen kneep hij mijn keel dicht. Na een korte tijd liet hij mij los, en ik viel hoestend met een klap op de grond. 'Ik zou je moeten straffen tot je me smeekt om te stoppen,’ siste hij nadat hij me los liet. ‘Maar je bent te zwak.’ Langzaam stond ik op. Ik boorde mijn blik in zijn ogen. ‘Ik ben niet zwak,’ zei ik zacht, ‘geef me wat ik verdien, My Lord.’ Voldemort sloeg me in mijn gezicht. ‘Nee, ik heb al genoeg tijd aan jou verspild. En je lichaam is te zwak voor wat ik in gedachten heb.’ Voldemort draaide zichzelf om en hij begon weg te lopen. Toen hij voor de deur was stopte hij. ‘Ik ga, jij blijft hier in Malfoy Manor. Bellatrix straft je als je op krachten bent.’ Daarna liep hij weg.
Ik liet mezelf op het bed vallen. En ik dacht na over wat er gebeurd was. De tranen rolden over mijn wangen. ‘Ik ben niet zwak,’ mompelde ik. Ik haalde een keer diep adem. ‘Ik ben niet zwak, ik ga vechten,’ zei ik dit keer harder, ‘dat beloof ik, mam.’ En niet lang daarna viel ik in een diepe slaap.
Er zijn nog geen reacties.