Wat is er in de naam van de Goden gebeurd? Ik heb Gale zien vechten met een draak en ik heb Alia gekust. Ik grinnik hardop bij die gedachte. Zie je wel dat geen enkel meisje mij kan weerstaan. En eigenlijk had ik zo’n kus wel slechter ingeschat. Ik dacht dat Alia het niet zo goed zou kunnen. Dat maakt eigenlijk niet uit. Het belangrijkste is dat ik Gale’s gezicht gezien heb toen Alia het hem zei. Ik weet niet waarom ik Alia gekust heb, maar het was zeker deels om hem terug te pakken van de magische muur. Hmpf ik ben er nog altijd slecht gezind over. Ik ben er zeker van dat Gale graag in mijn schoenen zou staan. Eigenlijk zou ik ook een lijstje moeten bijhouden van mijn veroveringen. Het is dat ik niet graag schrijf, anders zou ik het doen, je kan er hele boeken mee vullen. Ik grinnik weer, misschien moet ik Gale zo’n boek laten schrijven over mij, hijzelf zal nog geen enkele verovering hebben. En moest hij er een hebben dan gaat hij haar trouw blijven, ik niet, hoe meer hoe beter, een beetje afwisseling is altijd welkom. Trouwens, het zou egoïstisch van me zijn om mij maar voor 1 meisje te houden.
In elk geval is het tijd om te gaan slapen, ik volg de onfortuinlijke Gale door de gangen. Onze lakens liggen nog in mijn kamer denk ik, ja dat zal wel. Tenzij er plots een mirakel is gebeurd en alles verplaatst is.
Plotseling stopt Gale voor mij, wat wil die magere spriet nu weer? Laat mij toch gewoon slapen en dromen van een draak te temmen met Alia achterop. Of Alia is de draak? Ik grinnik weer, ik ben echt goed vandaag, niets kan nog stuk.
“Jongens, er is hier iets raar aan de hand.” Zegt Gale terwijl hij ons wenkt naar binnen te komen.
“Laat zien.” grom ik, wat kan er nu erg genoeg zijn om mijn slaap uit te stellen? Dan zie ik het, de lakens liggen niet meer in mijn kamer, enkel mij bed staat er, en nog opgemaakt ook.
“Het lijkt me dat er iemand is langs geweest om de bedden op te dekken, zeker dat niemand zijn mama gevraagd heeft?”
Ik grinnik weer, wat ben ik toch slim, niemand heeft een mama.
“Ga naar bed Lolan, je bent vervelend, ik ga naar de mijne, jullie 2 zouden ook moeten gaan, ik ben er zeker van dat de magie alles op orde brengt als er niemand is.” verklaart Jenny
Ze voegt de daad bij het woord en keert om in de richting van haar kamer. Zonder iets te zeggen, loopt ook Gale weg. Alia blijft daarentegen net iets langer.
“Lolan, ik … ik … ik weet niet wat ik moet zeggen, laten we de nacht raad laten brengen”
“Je slaapt toch hier, niet? Wat kan je er op tegen hebben om mij naast je in bed te hebben?”
“Nee, nu niet, sorry, ik ben in de war, het was echt zo extreem vandaag.”
Waar slaat dat nu weer op? Ze heeft mijn kus beantwoord, dan vind ik toch dat we samen kunnen slapen. Ze draait haar rug naar me toe en vertrekt naar haar kamer, veronderstel ik toch.
Ik snap haar niet, ze zou net super blij moeten zijn om met iemand als mij te hebben. Laat maar zitten, ik ben ook moe, waarschijnlijk moet ik morgen toch nog eens vertellen over hoe heldhaftig ik was. Ze zouden eens moeten weten hoe het echt zit. Dat ga ik natuurlijk niet zomaar aan iemand zeggen, ik verdien de eer.
Zodra ik onder mijn lakens in het bed lig val ik in slaap, het was zo vermoeiend vandaag, en een bed als dit mogen ze mij wel elke dag geven, misschien moet ik gewoon hier blijven en genieten? Ik heb geen zin om weer een draak tegen te komen. Dezelfde gaat moeilijk worden, want …. Zzz
Ik slaap, slaap ik? Waarom denk ik?
Ik schrik wakker uit een nachtmerrie, brrr, dat was echt eng, uhm ik ben niet bang, echt niet, het was gewoon eng als ik zwakker geweest zou zijn.
In mijn droom veranderde Gale in een draak, riep iets raar, ik weet dat ik het zou moeten verstaan, ik heb het ooit eerder gehoord, maar ik heb geen idee wat. Dan begin ik op te zwellen en vliegt Gale op me af met opengesperde muil. Bah, laat het maar zitten. Ik kijk naar het plafond, raar, het lijkt de tijd wel aan te geven. Het is net of de zon daar opkomt, ik heb wel gehoord dat er meer dan 1 zon is, in Unovih wordt de zon aan de hemel zichtbaar doordat Montiorus zijn krachtoefening doet, hij is zo gedisciplineerd dat hij het elke dag doet. Soms zijn er momenten dat hij even moet pauzeren omdat een van de steenelfen hem stoort. Dan krijg je een plotse nacht terwijl het dag zou moeten zijn. In andere delen van de gespleten wereld wordt die zon wel door een andere God bestuurd worden, heb ik gehoord.
In elk geval is het nog te vroeg om weer met allemaal samen te komen, dat voel ik gewoon, daarvoor moet ik het plafond niet eens bekijken. Ik zal dan maar wat krachttraining doen, ik mag zeker niet verzwakken, wat zouden ze daar van zeggen dan.
Ik spring uit bed en wil mijn kleren pakken. Er is iets vreemd aan de hand, mijn kleren zijn gewassen lijkt wel. Gisteren zat er steenpuin op, daar ben ik zeker van, maar nu zijn ze schoon. Hmm magie die kleren wast? Belachelijk gewoon. Ik heb geen zin om er nog verder over na te denken. Op naar die zak die in de volgende kamer staat, het wordt tijd dat ik die volledig neerhaal. Hij moet mijn vuist voelen.
Iedereen is er al, waarom zijn ze mij niet komen halen? Na gisteren moeten ze toch wel weten dat ze niet zonder mij kunnen. Ofwel hebben ze me laten slapen om de held te laten rusten. Ha ja, dat zal het zijn.
Opgewekt stap ik hen tegemoet, er is iets veranderd in de kamer … maar wat. Het zal mijn gevoel wel zijn.
“Goeiemorgen iedereen, levend opgestaan? Of heeft er een draakje jullie komen bezoeken?”
“Lolan! Lach daar niet mee, die draak had Gale bijna opgegeten. En ons trouwens ook.”
Wauw, Jenny reageert agressief, zij moet slecht geslapen hebben.
“Geen ruzie jongens …” begint Gale en wordt kwaad aangekeken door Jenny. “En dames.” voegt hij er snel aan toe. “We hebben toch nog veel uit te vissen vandaag. Het is allemaal zo intens, nog iemand die nog steeds het gevoel heeft dat het een droom is?”
Voor ik die onzinnigheid de wereld kan uithelpen antwoordt Alia al. Trouwens, ze heeft me nog niet eens aangekeken toen ik hier aankwam. Wat is er in de naam der Goden gebeurd vannacht, denkt ze dat ik te hoog gegrepen ben voor haar?
“Ja, toch wel, het is een totale ommezwaai van hoe ik voordien leefde. Toen ik vanochtend wakker werd, dacht ik eerst dat ik alles gedroomd had. Ik voelde mij enorm teleurgesteld en ik miste jullie al, tot ik besefte dat het geen droom was.” ze glimlacht zo lief, “Hoewel het allemaal gevaarlijk is, is dit wel het meest interessante dat mijn leven al gebracht heeft, ik wil niet meer terug naar vroeger.”
Gale en Jenny glimlachen beide naar haar en knikken. Ik kan deze onzin toch niet zomaar laten gebeuren.
“Natuurlijk lijkt het geen droom, om de een of andere reden zijn we betrokken geraakt in een groter gevecht, geen idee hoe of wat, maar dat maakt niet uit. Ik vind het niet onlogisch dat ik bij zo’n groep bij zit, ik wil niet opscheppen, maar ik ben nu eenmaal sterk en heldhaftig.”
Ik zou misschien ook iets goed over hen moeten zeggen, even denken …
“Jullie hebben ook wel jullie kwaliteiten lijkt het, Alia kan iets met een boog, Jenny kan goed met dat zwaard overweg en Gale …”
Wat moet ik nu goed zeggen over hem, dat “magie” gedeelte krijg ik niet over mijn lippen.
“… Gale probeert zijn hersenen te gebruiken.”
Waarom kijken ze mij nu zo verwijtend aan? Het is toch de waarheid? En tja, in hun geval kan dat kwetsend zijn, maar zo’n feit veranderd niet. Dan opent Gale zijn mond.
“Wat we gisteren hebben meegemaakt, was toch wel intens, het heeft dringend verklaringen nodig. Ik ben vannacht in de bibliotheek bij mijn kamer gaan kijken en heb toch wel interessante dingen gevonden. In de bibliotheek waar we gisteren geweest zijn, heb ik vroeger ook al wat gelezen over draken. Maar ik dacht dat ze mythes waren, daarom heb ik er toen niet zo veel aandacht aan besteed. Niettemin heb ik een legende gelezen over het oude Pangi, daar zouden draken veel voorkomende wezens geweest zijn. Ze zorgden voor snelle verplaatsing en communicatie tussen de elfen, dwergen en mensen. Ieder van deze naties hadden hun eigen drakenrijders. Deze drakenrijders zorgden dan weer voor vrede tussen de volkeren. Ze hadden speciale gaven door de connectie die ze hadden met draken. De draken zelf konden ook vrij voorkomen, zij hadden zelf ook een leider die Rubian genoemd wordt. Volgens de legende was Rubian 1500 jaar oud en zorgde hij dat andere draken niet zomaar iemand aanvielen. Op een gegeven moment werd hij vermoord door een draak die niet zo vredelievend was en met een heel leger gronden platbrandde. Onze voorvaderen moesten ze bevechten en de wereld letterlijk uit de assen laten herrijzen.’
“Dat is een legende, er is niets echt aan, ik .. ik …”
Ik weet niet wat zeggen, draken tot daar aan toe, dat hebben we nu meegemaakt, maar elfen en dwergen? Die bestaan niet, nu niet, vroeger niet, nooit niet. Ik heb zin om weg te lopen uit dit gesprek, waarom? Ik loop nooit van niets weg, maar ik heb een vreemd gevoel. Zou het misschien angst zijn? Onzin, ik ben van niets bang en dit is allemaal nog niet eens echt.
“Ik begrijp dat je bang ben Lolan, heel logisch om bang te zijn van iets dat je niet kent, maar ik vrees dat we het toch als mogelijkheid moeten zien. Die draak was geen zinsbedrog, Philippe die een halfmens is ook niet, tenzij hij loog, wie weet bestaat al de rest ook nog.”
Ik weet dat hij gelijk heeft, maar het mag niet kloppen. Ik kan niet meer nadenken, gelukkig heb ik kunnen slapen zonder er ook maar aan te denken, maar nu is dat voorbij. Wat staat ons nog allemaal te wachten?

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen