Het was een sombere ochtend en er hing nog steeds een spanning in de lucht. Ze volgden hun normale routine, samen opstaan, ontbijten, klaarmaken, vertrekken naar het werk, zij op de fiets en hij met de oldtimer. Het was alsof ze in het midden van een mijnveld stond, één misstap en de bom ontplofte. De zachtheid en tederheid die hij gisteravond nog liet zien, was verdwenen. De stiltes waren langer dan normaal en de gesprekken waren kort en ongemakkelijk.
Ook buiten op de fiets heerste er een gevoel van somberheid. Er was een vochtige, drukkende warmte die er heerste. De lucht was donker en het zag er niet naar uit dat deze nog ging opklaren. Het voelde aan alsof het elk moment kon gaan regenen of onweren. Dit gevoel had ze ook in haar gedachten. Van alle vragen spookten in haar hoofd rond. Was het niet beter om het allemaal maar gewoon te laten. Kon ze beter niet naar het infomoment gaan? Ging zij nu echt een verschil maken in dit onderzoek of in de wereld? Kon ze op steun rekenen van Anthony? Ze twijfelde enorm wat ze nu het beste kon doen en reed diep in gedachten verzonken naar haar werk.
Aangekomen op het werk zag ze haar beste vriendin en labpartner Morena door de draaipoort gaan. Ze leerden elkaar kennen toen Katherina verplicht overgeplaatst werd naar de derde onderzoeksite van Janssen Pharmaceutica in Antwerpen. Vanaf dag één kwamen ze goed overeen. Morena had een zeer rustige personaliteit, kon enorm goed relativeren en had een goed gevoel voor humor. Katherina was een beetje het omgekeerde, ze was sneller gestresseerd en nam snel iets persoonlijk op. Het gevoel voor humor deelden ze wel met elkaar, samen met hun losbandigheid. In een manier vulden ze elkaar aan en dit zorgde er ook voor dat ze een goed team waren in het lab. Katherina wilde vaak alles controleren en zeker weten of het juist was, terwijl Morena vertrouwen had dat wat ze deden goed was en dat ze geen fout hadden gemaakt.
Ze zette haar fiets in de stalling op slot. Ze haalde haar badge uit haar rugzak en scande deze zodat ze door de draaideuren de site in kon. Het eerste gebouw links ging ze binnen en ze nam de trappen naar het eerste verdiep. Ze stond stil bij de deur om naar het landschapsbureau te gaan. De deur was zoals altijd bekleed met stickers en kleurrijke steentjes. Elke keer als ze aan haar dag begon, moest ze glimlachen om de bekleedde deur. Vandaag was dit niet het geval, ze voelde zich verdoofd. Ze zuchtte en nam de klink van de deur, duwde deze naar beneden en duwde de deur open. Morena zat al achter haar bureau, gericht naar de deur. Ze had lange, zwarte lokken die stijl over haar schouders vielen. Ze was jaloers op Morena’s lichtbruin getinte huidskleur die egaal en zacht leek. Morena keek op toen Katherina binnen kwam en haar ogen lichtten op en haar smalle lippen vormden een glimlach op haar gezicht.
“Hey Katherina! Geen glimlach vandaag?” Ze nam Katherina in zich op en haar glimlach verdween van haar gezicht. Haar wenkbrauwen vervormden zich tot een frons.
“Morgend Morena, vandaag niet nee,” antwoordde ze. Haar schouders hingen lichtjes naar beneden en op haar gezicht was er een leegheid af te lezen.
“Alles in orde ten huize Vulkors?” vroeg ze bezorgd.
“Niet echt neen. Ik had een uitnodiging gekregen om mee te doen aan een klinische trial, en dit werd dan een serieuze woordenwisseling,” zei ze zuchtend. Morena zweeg even en Katherina liep terwijl rond het landschapsbureau om naar haar bureau, naast die van Morena. Ze haalde wat papieren uit haar rugzak terwijl Morena haar aan bleef kijken. Ze voelde haar ogen op zich branden en keer haar vragend aan terwijl ze op haar bureaustoel ging zitten.
“Ben je gek geworden?” was het enige dat ze over haar lippen kreeg.
Katherina was stil en keek haar aan. De moed zonk haar in de schoenen en ze besefte zeer snel dat ze geen steun van anderen zal krijgen hiervoor.
“Weet je het zeker?” vroeg ze fluisterend en bezorgd. “Ben je echt zeker om het te doen?”
“Om eerlijk te zijn, eigenlijk niet,” zei ze met een zucht. “Alles kan fout gaan, je weet het nooit. Maar het voelt gewoon aan alsof ik dit moet doen.” Ze sloeg haar ogen neer op het zwarte scherm van haar computer.
“Je bent niet verplicht om dit te doen, dat weet je toch?”
“Maar ik voel ook totaal geen verplichting, dat is het net. Ken je dat gevoel dat als je ergens een kans voor krijgt, je uit het grond van je hart voelt dat je die moet nemen? Zo voelt het,” zei Katherina terwijl er een kleine glimlach op haar gezicht verscheen bij die gedachte. Ze startte haar computer op en keek Morena weer aan.
“Dit is niet een kans voor iets. Dat is absurd! Ben je niet verg...” Ze kreeg de kans niet om haar zin af te maken, doordat Kathernia haar onderbrak.
“Tuurlijk ben ik dat niet vergeten! Hoe kan ik zoiets in godsnaam vergeten?!” Er klonk wat boosheid door in haar stem. Ze moest moeite doen om niet uit te basten en tegen haar te schreeuwen.
“Ok, ok rustig. Ik denk gewoon dat je niet het gevoel moet hebben dat je dit moet doen door wat er toen gebeurd is. Je bent niets verplicht aan die mensen. En zoals je het zegt, het kan allemaal nog mis gaan.” Ze had een fluisterende en zachte toon toen ze dat zei. Terwijl probeerde ze Katherina wat tot rust te brengen door zacht over haar schouder te wrijven.
“Ergens ben ik dit wel verplicht aan de mensen, zeker aan degene die gestorven zijn.” Ze voelde de tranen weer opkomen en keek weg van Morena en staarde naar het scherm. Ze probeerde de tranen te onderdrukken, maar er rolde eentje over haar wang naar haar kin en drupte op de tafel. Snel veegde ze de druppel van de tafel met haar hand. Er viel een kleine stilte.
“Wanneer is het infomoment?” vroeg Morena die zo de stilte brak. Katherina draaide snel haar hoofd naar haar en keek haar verbaasd aan.
“Vanavond al. Waarom? Wat ben je van plan?” Er was een aarzeling in haar stem te horen, ze wilde namelijk niet dat haar vriendin domme dingen ging doen.
“Oooh dat is snel zeg,” antwoordde ze met een fronsende blik.
“Ik denk dat de post al voor eerder bedoeld was, maar gewoon laat aangekomen is,” zei Katherina bedenkend. “Wat ben je nu van plan?” voegde ze daar nog aan toe.
“Geen zorgen, ik kom gewoon mee luisteren. Een extra luisterend oor kan geen kwaad, en dan kan ik je eventueel er nog uit praten als het echt niet in orde lijkt te zijn. Wat gaan ze eigenlijk testen?”
“Het is een fase 1 klinische trial, waarbij ze een behandeling voor de influenza epidemie gaan testen.” Ze was een beetje opgelucht en ook blij dat haar beste vriendin zo voor haar zorgde. Met twee kon er sowieso een betere beslissing gemaakt worden.
“Ooooh, interessant. Weet je zeker dat je dit wil doen?” vroeg ze fronsend.
“Ik weet het, maar het is geen medicatie van Janssen Pharmaceutica.” Er vormde zich een pijnlijke glimlach op haar gezicht. Het was als een grapje bedoeld, maar beide wisten dat de gebeurtenis niet zo grappig was.
“Ah, ok, maar dan nog…” Morena had een vorm van twijfel in haar stem.
“Laten we vanavond afwachten alvorens we oordelen hebben, ok?” Morena stemde hiermee in. Op dat moment duwde een collega de deur open en kwam binnen, wat een teken was om het onderwerp te laten vallen. Ze begroetten elkaar, de collega ging in één van de bureaus over hun zitten en ze richtte hun aandacht weer op het scherm.
Kort daarna kreeg Katherina telefoon. De lading van stalen waren binnen gekomen en moesten getest worden op hun kwaliteit. Het zag er naar uit dat het een drukke dag ging worden. Samen met Morena laadde ze de stalen uit en brachten deze naar het lab. Eens alles uitgeladen was, begonnen ze met de verschillende kwaliteitscontroles uit te voeren. Hierbij werd er nagegaan of de medicatie luchtdicht verpakt werd, de correcte actieve bestanddelen bevatten, de juiste consistentie heeft, niet cytotoxisch is,… Er was nog niet veel gezegd geweest en al zeker niet over de klinische trials. De muziek stond in het lab op, maar deze maakte de sfeer niet lichter. Ieders deed hun werk en hier en daar wisselden ze woorden met elkaar om een pipet te vragen, hulp te vragen om een test in te zetten of voor een extra oog om de resultaten te interpreteren. Na alle stalen getest te hebben, gingen ze samen naar de bureau, pakten ze hun spullen en gingen samen naar de badgecontrole. Eens door de draaideuren bleven ze staan. Morena was weer degene die de stilte verbrak.
“Weet je waar het is?” vroeg ze.
“In het UZA op de afdeling infectieziekten. Hoe gaan we er naartoe gaan?” vroeg ze met een zenuwachtige ondertoon.
“Ik zal wel rijden en zet je hier terug af na de infosessie,” stelde Morena voor. Katherina knikte instemmend en zonder nog veel te zeggen ging Morena voorop naar haar auto. De grijze Renault Megane, die al minstens 10 jaar oud was, stond achteruit geparkeerd op de personeelsparking. Morena haalde de sleutel uit haar zakken en de deuren gingen van het slot. Terwijl pinkten de richtingaanwijzers een keer, die zo ook verlichting gaven in de schemering. Katherina stapte naar de passagierskant terwijl Morena naar de bestuurderskant ging. Beide deden ze de deur open en stapten in. Morena stak de sleutel in het slot en startte de auto. HEt startgeluid was het eerste dat ze hoorde, waarna Metal muziek uit de boxen kwam. Ze kende haar weg naar het UZA dus een GPS was niet nodig. Afgezien van de Metal muziek en de motor, was het bijzonder stil in de auto. Het voelde aan als de kalmte voor de storm.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen