Deel 4: Sinnih 'Gale_1'
Geweldig toch? Ik ben terug waar ik nooit meer wilde zijn. Het sarcasme in mijn gedachten druipt eraf en het ergert me nog meer. Het blauwe licht heeft me opgeslokt, mij het gevoel van zee gegeven, laten genieten en mijn boek afgenomen. Ik ben 100% zeker dat ik mijn boek bij me had toen ik naar hier kwam, ik snap het niet.
We staan weer op de bewakersheuvel, met we bedoel ik Alia en mezelf. Jenny en Lolan zullen wel meteen volgen. Zie je wel, daar zijn ze al. Zo te zien hebben zowel Alia als Jenny hun wapens met de diamant, dat sluit mijn eerste gedachte uit dat wapens of voorwerpen van daar, de kamers niet meer kunnen verlaten.
De hemel is helder vandaag, je hoort de vogels fluiten en iets verderop het water in de rivier stromen. Eigenlijk had ik me niet zo druk moeten maken over het terugkomen naar Sinnih. Ik heb het buiten zijn gemist. Bij de bewakers waren we ook vaak buiten. Nu ja, meestal wel om te werken, maar we konden stiekem toch wel genieten van de zon, die onze gezichten begroette, en van de vogels, die boven onze hoofden vlogen. Zorgen waren er met moment veel minder door het zachte kolken van de Sinnitra, dan alles kwam tot rust. Tot de bewakers erachter kwamen natuurlijk. De Sinnatra is de rivier in deze regio van Sinnih. Samen met tal van alle rivieren overal in Sinnih maakt hij deel uit van de het grote delta netwerk van rivieren. Ik heb ooit een boek gevonden over de rivieren van Sinnih. Het bleek dat de God van de zee Mareorus zijn handdruk letterlijk gezet had op het land. Zijn vingers vormden de rivieren en zijn pols is de oorsprong. Daarna heeft hij zijn hand te snel omhoog gebracht waardoor de gigantische watervallen van Mareorus ontstonden. Er wordt ook gezegd dat als een visser te veel vist, of hij daagt op een andere manier de zeegod uit, het hele delta netwerk zal overstromen in zijn toorn. Toch Is Mareorus geen strenge God, hij is liefhebbend en zorgt voor alle mensen met het eten en de regen die hij brengt. De regen en alle andere neerslag doet hij natuurlijk wel in samengang met Fulgur, de God van de lucht.
“Gale, ik heb iets voor …” Jenny doorbreekt de stilte, maar ze is meteen haar draad kwijt. “Ik had je boek meegenomen omdat je het vergeten was, maar ik heb het niet meer. Ik ben heel zeker dat ik het vast had.”
Jenny lijkt overdonderd, ze moet er wel heel zeker van zijn. Maar ik was al zoiets aan het denken. Het boek is magisch, dus misschien was de magie bestand tegen de magie van de poort en niet verenigbaar.
“Ik weet het al Jenny. Ik ben mijn boek niet vergeten, ik had het ook vast dus ik was ook al tot de conclusie gekomen dat het boek niet door de poort kon.”
Plots staat Alia aan mijn zij, heel opgetogen.
“Kom op Gale, leid ons rond, is dit niet spannend? Ik ben echt benieuwd naar alle regio’s”
Eigenlijk begin ik me steeds minder af te zetten tegen het terug zijn, zo erg is het niet. Alia heeft eigenlijk wel gelijk, het is spannend en interessant om alle regio’s te zien. Dat wil zeggen als we ze allemaal te zien krijgen, ik heb eigenlijk wel een slecht gevoel bij deze reis. Er is iets mis, maar wat zal ik nog moeten ontdekken; er staat iets te gebeuren, ik voel het.
“Ok kom dan, ik ga eerst laten zien waar ik heb gewoond, dan gaan we naar de Sinnatra en volgen die tot aan de zee. Ik veronderstel dat jullie nog nooit een zee hebben gezien?”
“Nee nog nooit” zegt Lolan serieus, “Is zeewater echt zout? Kan je dat echt niet drinken?”
Ik knik. “Dat klopt Lolan. Straks aan de zee zullen jullie het allemaal zien.”
Alia denkt natuurlijk wel iets praktischer na.
“De zon staat nu nog hoog aan de hemel, maar waar gaan we slapen als het straks donker wordt?”
“Goeie vraag, misschien kunnen we wel terug door de poort naar onze slaapplaatsen in Magiallis. Anders weet ik nog wel een goed onderkomen in de buurt.”
“Laten we dan gaan.”
Dan begint Alia me voort te duwen. Ik heb eigenlijk echt zin om hen zo veel mogelijk te laten zien van de wereld waarin ik opgegroeid ben. Ik begin echt enthousiast te worden. Maar ik ben bang dat we de bewakers zien, rond deze dagen komen ze ook vaak buiten om te genieten aan het water terwijl de kinderen vissen vangen voor het avondeten. Wat zullen ze zeggen als ze me weer zien?
Er zijn nog geen reacties.