Charlotte’s POV:
Het voelde zo vreemd aan om terug te zijn, op een plek waar ik ooit een leven had gehad. Een plek waar ik was opgegroeid, met vallen en opstaan, met vliegen en zweven. Mensen staarde, iedereen leek zich te verzamelen op de straat. Ze staarde naar de witte huid, de groene ogen en het lange bruine, golvende haar. De veloren dochter was terug. Vragen werden gemompeld tegen elkaar:
Waarom zien haar ogen rood?
Waar is ze geweest?
Waar is dat kleine meisje van vroeger?
Ze vroegen zich dezelfde dingen af als mijn eigen ouders, maar zij wisten dat ze beter stil waren, terwijl ik na huilde. Mijn kamer was nog steeds zijn oude zelf, maar leek zo van me vervreemd. Het roze deed pijn aan m’n ogen, de spiegel toonde niet meer het meisje dat ze ooit geweest was, het geluid van m’n voetstappen op het hout, niets was nog het zelfde. De muren sloten me in, ze wisten al m’n geheimen en fluisterde ze naar me. Het bed was te zacht zonder de stenen jongen er in, het geluid van mijn hartslag was nog steeds weg en mijn ademhaling miste elke keer een steek en bleef hangen in een eeuwige stilte.
Bij het eten die avond lachte ik, een vage glimlach die hun gerust hoorde te stellen, niemand geloofde hem. De kleine pluisbal van een kat die ik gemist had lag nog steeds voor de openhaard, zoals ik haar herinnerde. Na een moeilijke maaltijd met weinig kauwen en moeilijk slikken, ging ik bij haar liggen. Opgekruld voor het haardvuur, de warmte van haar en de vlammen die zijn koude handen op mijn huid weg waste. Mijn vader zat in de oude sofa, een portret dat nooit zou veranderen, zijn groene ogen brandend op mijn huid. Ik staarde naar het vuur en dacht aan Jakey, hij kwam en dat was goed, of dat hoopte ik. Jake was de jongen die je deed lachen ook al wou je dat niet, de man die zijn arm om je heen sloeg als je het koud had en je vast hield tot je niet meer bang was van de wereld. De bel ging en mijn moeder snelde uit de keuken, opende de deur met een glimlach die hoop bracht in de kamer. Mijn vader keek om en toverde ook een glimlach op zijn snel verouderende gezicht.
“Lieverd, hoe kom je hier zo snel…”
“Ik heb zo mijn eigen manieren...”
M’n hart gaf een slag, de eerste sinds dan. Een luide bons die mijn lichaam opwekte en me naar hem toe liet rennen. Ik kende de stem, beter dan een mensen meisje hoorde. Ik sloeg mijn armen om hem heen en vergat het meisje achter hem en mijn vader die naast mijn moeder ging staan en zijn arm om haar heen sloeg. Ik kon m’n eigen snikken niet horen, enkel zijn koude sterke armen om mijn lichaam.
“Ik miste je…”
Ik deed m’n ogen terug open en zag dat er 2 meisjes waren, Bella en… Alice.
Ik liet hem gaan uit mijn greep en staarde het trio aan, staarde door tranen heen en glimlachte. Het was moeilijk, maar ze brachten hoop. Niemand van hun sprak en als ik om keek zag ik mijn vader die mijn moeder een kus op de lippen drukte. Een steek door m’n hart liet me in elkaar krimpen, verspreide het naar de rest van m’n lichaam.
“Kwetsbaar…” mompelde m’n vader en trok me een stukje achteruit. Ik stribbelde terug naar voor en klemde me terug aan hem vast, te bang dat hij weg zou gaan. De kou deed me goed, een leuke kou, niet zijn kou die me deed walgen, al verlangde ik daar ook naar. Ik kon hem voelen fronsen en klemde me nog beter aan hem vast.
“Willen jullie misschien naar binnen komen?”
Ze knikte en Edward dwong me hem los te laten. Ik verzwakte mijn grip en zette een stap opzij zodat ze binnen konden komen. Alice was een van de mooiste schepselen die ik ooit in mijn hele leven had gezien. Haar korte zwarte haar, de complete tegenpool van haar huid en het goud van haar ogen dat haar deed stralen. Ik had haar al eerder gezien, maar nooit zo duidelijk. Als hij haar had, waarom wou hij dan mij, ze was perfect. Edward grinnikte en sloot de deur voor me.
“Excuseer me even…” mompelde ik en rende de trap op.

Reageer (1)

  • Grizzly

    roze kamers zijn stoer ö

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen