Foto bij 61. Intruct. Freeze. Turn.

WIST EJ DAT dipjedip heeft drie straten- dipdjedipweg dipjedeipwegdwarsstraat en De Hoek?

DE VOLGENDE DAG

THEO POV

We hebben de hel nacht in de ronde in galop maar niergens de Royti kunen vinden. Doorrook en de nachtige donkerheid was het nog moeleker te doen vant we wisten al niet waar we heen moisten en nu ook niet waar we waren of wat. Amber hield men hand vast tijdens de loop en dat vond ik fijn maar ook een beetje eng want wat nou als we Leo tegenkwamen? En hoe moet ik dan uit de doeken leggen dat zen broer en vroer vrient nu de grote vijant is?
Dan ziet Amber iemant ze zegt “kijk ik zie iemand” en ik kijk en ik ook.
“Syllie!” roep ik en ik vlieg der in der arme ze leeft nog na die enge nacht!
En zij ook dus we knuffen flink ze zegt” Ik vergeef je’

maar dat wilde ik doen want het bleek niet zo te zijn ze was eigerlijk nog wel boos en wende zich af uit mijn knuffel ze sloeg het op een hollen! Met tranen
Zuchtent kijke ik naar Ambei en zei haalde der schouers op en trok ene gek gezicht ‘kinderen en voroal puubs” zegt ze met der fijne malle stem en ik lachen. We kussen Sylvia is dan nog wel boos maar ze zal het wel weer goed vinden als ze er achter ondekt dat ik ook niet eens echt meer der vader ben en zo maar dat komt wel denk ik later.
We hebben grore problemen dus ik zeg ‘ ik snap het wel maar weet jij mischien waar Roy Roti is?’ en Sylvia voordat ze weg rent zegt “nee maar je kan wel in de kelder van Schruk kijken daar was vast van alles bezig vannacht en het zal Roy welniet zij n maar misshcien andere zaak dat was to hook van jouw?” en ze rent boos weg ik denk naar ergens anders.
Ik kijk Ambie weer aan en zei zegt met een lauwe stem “laten we nou maar gewoon op zoek naar die Roy Roti want die kelder rent niet weg” en we lachn en met een kus zoeken we door.

DE ZELFDE VOLGENDE DAG

RITAS MOEDER POV

De zon komt op maar ik heb nauwer lijk geslapen. Men twee oude lovers en ook nog broers Schork en Schruk lagen elkaar heel de nacht te bepraten en ik was maar bang en bang dat ze besloten mij niet meer life te vinden.
Gluk ik was dat niet zo en we geven elkaar een omarm en dan zegt Marijke die is er ook. :

zal ik dan maar het ontbijt gaan klaarmaken voor iedereen? En

we lachen en knikekn en eerst houden we allemaal even onz ehanden Schork zegt: iets over een oud pakt en daar weten wij dams niks van maar der man die van Marijke de Leraar heet die wel zegt Schork en Marijke knikt van dat zal wel.
Dan ga ik maar ike helpen die kan dat wel gebruiken zo met alle zieken hier in het Restauroynt. Maar dan vliegt de deuren open en daar komt de Commersaris binnen zijn snor rookt nog van de rook en achter zich draagt hij een lijk we gillen een beetje. Hij stompelt binen en zegt “poeh wat een nacht ik heb heel weinig geslapen met al die rook en ook nog dat vuur”
We geven hem een stoele n een glas met water er in hij drinkt het en hij komt weer met adem. Dan moet Marijke opens huieln ik zeg wat huil je en zei zegt niks van ze wijst naar de onder wijzer het is het lijk ik schrik het is het is
“dat is de Leraar!” roept Schork en hij gaat op zijn houten knie.
Schruk pakt de dode ook beet en snikt. De commisarr knikt en snikt ook.
“Ja die had ik ook de halve nacht bij me zegt hij” en “ook dit namerlijk de info dat Roy Roti slecht is want hij heeft de Leraar gedood en volgens bij is e rook alles aan de hand bij het Gevaerlijke gevangen nis Fort”.
We schrikken allemaal. Hoe kan het nou dat het allemaal zo slecht gaat opeens en zo vroeg al vroeger was dat nog niet..?

RITA POV

OOK NOG DE DAG VAN NA DE VORIGE

Ik huil een beetje en heb zelfs een snotebbel. ‘Wat zijn ze lief’ zeg ik en Wietske Knikt. Ze troetelt met de kleine Ruben het is een baby. We hebben een hele nare en enge donker nacht gehad met allemaal brand en ratten en dode martonnen in de brokkenkelder van het gebrande ziekenhuis maar na alles komt opeens de zon weer binnen door kierenen spelten en nu zijn we met zen vieren: Ruben en Bram.
‘We zjn ook heel knap vint je niet” zegt ze en ik knik en geef een kusje aan Bram niet op de lippen want daar is hij nog een beetje jong voor.
Nou’ zeg ik en ik moet al een beetje griniken. “het bevalt wel, en we lachen heel hard en lang we moeten zelfs tranen pinken het voelt net als vroeger toen alles nog perfect was maar nu hebben we ook de kinderen.
“zullen we dan maar?’ Ja.
En we kruien weer door de tunel terug naar het Roystaurant maar daar is niet alles blij want wij hebben wel weer de nieuwe levens van die twee nieuwe karatkers er is ook een afgelopen…

LEO POV

Ik ben heel de nacht met de brandspuit bezig geweest ik probeerde hem namelijk naar het park te brengen en dat lukte wel maar toen kwam erg een water uit ik had hem namelijk stuk getrokken wat ben ik toch een stoethaspel!
Met de stukke slang krijg ik natuurlijk geen water om de beesjes te redden en nu zie ik dat de vlammen ook het huis van de Leraar aanvallen ze zijn door het gat aan het kruipen van de slap kamer van de Leraar oh nee!
Ik ga snel door het gat van de keuken en pak alles wat ik pakken kan het is een pan en een pak koornfleks en een schuurpons die lag daar ook.
Dan gooi ik dat allemaal de straat op en ik pak nog meer: ik pak met paniek de ham en een vliegermepper en een bakje stroop en dan ook een schilderij van een hert of zo en dan maak ik dat ik weg kom!
De vlammen maken alles al heet en ik ruik warme dus ik ren weer naar buiten en dan in een mooi boogje naar men eigen huis dat is ernaast en daar doe ik gauw alle kranen open. Ook de gazon sproeit nu en dus kan ons ten minister niks gebueren. Dan zie ik de zon op komen en ik denk “wat een nacht en dan is er nu zeker weer een dag ik wil slapen.”
Maar eerst moet ik zeker weten dat alles veilig is het park brant nog en hoe krijgen we dat dan weer schoon straks? Met de bezem? Dan moeten we wachten tot het helemaal klaar is met vuur en dat kan nog wel een tijd duren.
Ik pak een emmer en ren weer naar buiten daar aan het einde van de straat staat de Rivier misschien kan ikmet de emmer een sort brandspuit maken
REacites?

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen