'Sukkel.', Zei ze terwijl ze met haar hand door mijn haren ging. Ik keek op en ontmoette die groene ogen waar ik zo ontzettend van hield. Ogen die ik zonder moeite kon lezen en kon begrijpen. Haar mondhoek krulde omhoog in een grijns, een grijns die mijn lichaam zowat in brand zette.
'Hoe lang denk je dat je dit vol gaat houden? Je kan jezelf niet altijd maar sterk opstellen.', Dat deed ik niet, of ja, ik probeerde het niet te doen. En voor mij voelde het niet zo. Ze drukte haar lippen tegen mijn voorhoofd, het zweet brak me uit. Wat dacht ze wel niet dat ze deed? Nog niet zo heel lang geleden zat ik nog gewoon naast haar in een vriendelijk gesprek. Het was een beetje een raar onderwerp, maar daar kwamen we altijd wel op uit. Normale gesprekken waren niet ons ding.
'Als je zo doorgaat heb ik inderdaad niet lang meer te gaan.', De stem die ik zo goed kende, de stem waarmee ik mijn leven vorm had weten te geven klonk vreemd in mijn eigen oren. En dat allemaal door een persoon? Een persoon die geheel mijn wereld op de kop zette? De wereld waar ik zoveel moeite in had gestoken, waarvan ik dacht dat het niet in zou kunnen storten? Ja, het was echt haar schuld. Of ja, dat is wat mijn hoofd bleef beweren, dat betekende niet dat mijn hart het niet heel anders voorstelde.
'Wat is er toch voor nodig om jou uit dat stenen huis te krijgen?', Vroeg ze met een zachtere stem. Ik voelde de rilling over mijn rug trekken. Er was niks nodig. Niets meer dan dit moment.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen