Foto bij Hoofdstuk 13 (Louise)

Atlantische Oceaan, 12 april 1912

De volgende ochtend wou ik natuurlijk alles weten over de avond ervoor. " Hoe was het? Hebben jullie gekust? Of toch al iets meer?". Ik kreeg meteen een kussen in mijn gezicht. Ik vermoed dat het wat laat is geworden gisterenavond. Ik heb ze ook niet horen binnenkomen vannacht. "Louise niet zo veel vragen stellen aub", kreeg ik als reactie. Oeps... Niet veel later kwam ze toch tot leven. " We hebben een zalige avond gehad. We zijn naar een ruimte gegaan waar denk ik elke derdeklasser die avond naartoe ging. Er was daar een feestje. We hebben gedanst en lol gemaakt de hele avond. En nee we hebben niet echt gezoend. Ik ben daar niet echt voor om dat op de eerste date al te doen. Daar kan hij nog even op wachten. Wie weet komt die nog, maar dat beloof ik niet." "Wacht", zei ik. " Je zei niet echt gezoend. Wat bedoel je daarmee dan?" " Ik heb hem op zijn wang gekust. Dat kan altijd nog vriendschappelijk zijn.", antwoordde ze. "GA je vanavond weer naar hem toe?", vroeg ik. " Ik weet het niet, dan zal ik dan wel zien", zei ze. " Straks zullen we het wel horen." Ons gesprek werd verstoord door een zachte klop op de deur. " Arthur is wel vroeg", zei ik

Het was Arthur niet. Tot onze grote verassing stond Wallace in de deuropening. " Stoor ik?", vroeg hij. "Nee hoor", zei Emmily, die nog niet aangekleed was. We lieten hem dus aan de deuropening staan. " Allereerst wil ik jullie vertellen dat ik jullie gisteren heb horen spelen. Jullie kunnen er wel wat van moet ik eerlijk toegeven." "D-d-dank j-j-je w-we-el ", stamelde Emmily. "Maar daarvoor kwam ik niet om jullie dit te vertellen", vervolgde hij. " Gisterenavond is het eten bij verschillende van onze leden niet goed bevallen en er was eentje al ziek aan het worden en het noodlot slaat toe. 4 van onze mensen moeten ziek in bed blijven vandaag. We spelen op 2 verschillende locaties op hetzelfde moment en dat gaat maar moeilijk wanneer we met maar 4 mensen zijn. Daarom dat ik kwam vragen of jullie vanavond in de eetruimte wouden spelen. Ik en mijn gezonde mannen spelen in Cafe Parisien."

We werden er even stil van. Droom ik nu of vroeg hij nu echt of we in de eerste klas mochten spelen?! De eerste dagen was hij van " Speel maar in de derde klas. De eerste twee klassen zijn van mij en mijn band." En nu komt hij dit vragen. Emmily stond ook met open mond te kijken. " Ik weet het dit is een groots voorstel. Als jullie tijd nodig hebben om het met de anderen te overleggen, dat mag! Ik kom vanmiddag wel eens kijken wanneer jullie spelen en dan kunnen jullie ook het antwoord geven. Als het niet doorgaat, dan is het geen ramp. Ze kunnen wel een dag zonder muziek. " Ik en Emmily vonden het een goed idee. Eerst even met de rest bespreken en zien wat zij er van vinden. Niet veel later namen we afscheid van Wallace. " Ik ben sprakeloos!", zei Emmily. "Ik weet het niet hoor", zei ik. " Eerst moest hij niks van ons weten en nu wilt hij wel dat we spelen in de eerste klas" " Klopt, maar Louise dit is waarschijnlijk onze enigste kans om daar te spelen. Geef maar toe dat jij dat zonder problemen ook wilt." "Ja ja ik geef toe, maar eerst wil ik de mening van de anderen horen en dan trekken we conclusies. Oké?", vroeg ik. Emmily stemde in.

Niet veel later was er weer een klop op onze deur. Zou Wallace van gedachten zijn veranderd? Nee het was deze keer Arthur. " Ik zag Wallace net door de gang lopen. Is hij hier langsgeweest?" Meer moest hij niet zeggen. Emmily trok hem meteen de kamer in. Dan dacht ik er aan dat Emmily nog niet aangekleed was. Ik gaf haar een por in de zij. " Je bent nog niet aangekleed", fluisterde ik. Verlegen friemelde ze wat aan haar slaapkleed. Arthur had ons gefluister gehoord. " Jullie moeten je niet schamen voor mij. Ik heb het al vaker gezien hoor. En we zijn ook vrienden. Gebeurt dat al niet vaker tussen vrienden? Of toch niet in jullie wereld?" " Spreken we anders af in de bibliotheek van het schip?", vroeg ik. "Dan kunnen we ons in alle rust omkleden." "Oké oké, al goed. Ik zie jullie daar", zei Arthur en vertrok weer.

Lang moest hij niet wachten, Emmily werd stilaan enthousiaster en enthousiaster over het nieuws van vanmorgen. Wanneer hij dat hoorde, sprong hij bijna door het plafond heen. Zo blij was hij "HIJ VROEG JULLIE WAT", schreeuwde hij door de bibliotheek. Iedereen begon naar ons te kijken. " Sst Arthur ", zei ik. " Niet iedereen moet meeluisteren hoor." "Sorry mensen", voegde hij er aan toe. " Ik zal verder zachtjes praten. Je gaat geen last meer hebben van mij." Dan wendde hij zich weer tot ons. "Dat is fantastisch! Wat hebben jullie er op gezegd." "We gingen eerst overleggen met de anderen.", zei ik. " Eerst moest hij niets van ons hebben en nu wilt hij dat we spelen." "Hij zal een slechte dag hebben gehad, denk ik", zei Arthur. " Met 4 zieke mensen op een kamer liggen is niet echt gezellig hoor. Wie weet waren ze toen al ziek. Ik hoorde er al eentje hoesten toen ik gisteren kwam kloppen." "Oké", zei ik. "Maar dit is maar bijzaak. Ik zou niet twijfelen ga er gewoon voor", zei hij. "Ik wil het eerst nog vragen aan William en Jack, wat zij er van vinden", zei ik. "Wie zien ze toch deze middag. Dan zien we ook Wallace terug om het uiteindelijke antwoord te geven." Ook al was ik er nog altijd enthousiast over het voorstel, we bleven er nog over praten de rest van de voormiddag. Tot het tijd werd voor de lunch. Hierna zullen we horen wat de rest denkt...

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen