THX to you all.Ik stond in week lang in de top tien lijst. Dank jullie allemaal voor de Kudo's.


De gang liep dood en ik kwam uit op een schuifdeur die met een paneel open kon.

Ik keek naar het paneel. Het was niet beveiligd, ik moest gewoon op een knop drukken en de schuifdeur ging open. Hij ging langzaam naar boven. Uiteindelijk zag ik achter de deur een kleine kamer met een jongen in. Hij stond met zijn rug naar mij.Ik stapte naar voor en tikte op de deur die van glas driedubbel glas was gemaakt . De jongen draaide zich langzaam om. Ik schrok van zijn uiterlijk en viel achterover. De jongen had een bebaard gezicht, behaarde armen, klauwen en tanden als die van een wolf. "Wie ben jij? Kom je ook mij ook weer verdoven?" vroeg hij. De jongen was tussen de 16 en de 21. In zijn stem klonk angst. "Nee, dat is niet waarom ik hier ben. Wat ben jij?" vroeg ik nu. "Ik ben een Meta-mens. De explosie in de stad heeft ervoor gezorgd dat ik een soort van weerwolf ben geworden. Ik werkte als vrijwilliger in een wolven boerderij.Ik was net een wolf aan het verzorgen toen de explosie begon. Nu heb ik de eigenschappen van een wolf. Maar wat kan jou dat nu schelen jij ziet er gewoon uit. Alhoewel je haar en ogen vallen een beetje uit de toon." zei hij. Ik grinnikte en zei 'Spijtig voor jouw maar ik ben ook geraakt door die explosie. En ik ben degene die jouw hier uit gaat krijgen." Ik keek op het paneel en er stond ook een knop om de kooi open te doen. Ik drukte op de knop en de deuren gingen open. "Dank u maar ze weten nu dat ik weg ben."zei hij. "Dan moeten we ons haasten." zei ik en we zette het op een lopen. We liepen naar de trap toen een oranje flits ons voorbij stak. "Sorry jongens maar het is over voor jullie." zei een man ik een rood pak. Ik wist dat hij waarschijnlijk de wolvenjongen had opgesloten want hij gromde met een toon van wraak."Jullie gaan in die cellen." zei de man in het pak. De wolvenjongen brulde en sprong in de lucht naar de man. Hij was er bijna toen de man plots achter hem stond. "Jij gaat weer je cel in Thomas." zei de man tegen de wolvenjongen. Ze waren aan het vechten. De man raakte Thomas heel de tijd. Ik wist dat hij het niet lang meer zou volhouden dus ik moest snel handelen. Ik legde mijn handen op de vloer en die begon te bevriezen. In een paar seconden had ik heel de gang van onder tot boven bevroren. Het gevecht tussen Thomas en de man was stil gevallen. De man keek verbaasd om zich heen. Thomas profiteerde van dat moment om met één van zijn klauwen de arm van de man open te halen. De man schreeuwde het uit. Ik concentreerde mij en schoot toen twee harde waterstralen uit mijn handen op de man. Hij vloog tegen de muur. Ik liep naar Thomas toe "Alles goed?" vroeg ik. Hij lachte "Ik heb mij nog nooit zo goed gevoeld." We hoorden voetstappen. Er stonden drie bange mensen achter ons. Thomas stapte naar voren. Plots brulde hij zo luid dat die mensen allemaal naar achter vlogen. Er was ook een man in een rolstoel bij. Die viel gewoon op zijn rug. We liep door de gang naar buiten. Ik gebaarde naar hem dat hij mij moest volgen. We kwamen bij de rivier en Davie kwam er blij uitgesprongen. "Kun je zwemmen?" vroeg ik. Hij schudde van nee. Ik blies over een deel van het water en het bevroor. Ik sprong erop en hij deed hetzelfde. Hij had zijn schoenen uitgedaan toen ik de gang bevroor zodat hij meer grip zou krijgen. Ook zijn voeten waren uitgerust met lange en scherpe nagels. Hij stond op het vlot en Davie kwam erbij. Ik dook het water in. Ik kwam weer boven water en hield het vlot met mij handen vast. Ik stootte nu water uit mijn voeten zodat we vooruit gingen. We waren net uit de rivier of ik zag de man in het pak over het water lopen. Thomas probeerde hem met zijn brul te raken maar de man was te rap. "Nu heb ik er genoeg van." fluisterde ik. De witte kleur van mijn haar en ogen werd nog feller. Ik ging onderwater. Ik werd één met het water. Plots liet ik golven uit het niets ontstaan. Ze werden hoger en hoger. Ik ging weer naar het vlot. De felle witte kleur was geminderd. Ik zag dat man het moeilijk had. Hij liep nu op een golf en zweefde voor een paar seconden. Nu wist ik wat ik moest doen. "Thomas richt een van je luidste brullen op hem maar ook op het water zodat je hem een golf geeft." riep ik."Oke." riep hij terug. We konden elkaar bijna niet verstaan door de golven. Thomas haalde diep adem en brulde. Ik kon nu duidelijk de geluidsgolven zien die hij produceerde. De golf ging op de man af. Zoals ik had gedacht liep hij over de golf en hij zweefde weer. Ondanks dat hij rap was hij kon nog steeds niet vliegen. Met mijn kracht liet ik een paar scherven van ons vlot komen en ik schoot ze af op de man. Het was raak. Zijn oranje lichtflits verdween en hij viel in zee. Ik liet de golven zakken. Zodat ik kon zien waar hij was gebleven. Hij dreef een paar meter van bij ons vandaan. Ik stuurde ons vlot zijn richting uit. Thomas was gaan zitten want het had hem een hele hoop moeite gekost om zo'n harde brul lang aan te houden. We waren bij zijn lichaam aangekomen. Ik haalde hem aan boord. Davie was duizelig geworden want hij draaide met zijn hoofd in het rond en zijn ogen keken naar alle richtingen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen