Mijn eigen water
Ik werd wakker. Besef van tijd had ik niet. Ik voelde hoe ik mee deinsde op de golven. Ik wou kijken naar mijn benen maar die had ik niet meer. Ik rond mij en zag dat ik helemaal geen lichaam meer had. Ik was water. Ik was water, iets wat niet kon bewegen en niet kon praten. Met die gedachten dobberde ik met de rest van oceaan verder en verder van de bewoonde wereld. Ik was bijna van plan om op te geven maar toen dacht aan Eliot en Serenza. Ik moest weten wat er met hen gebeurd was. Ik voelde dat de temperatuur van het water aan zakken was. Dat betekende dat ik bij één van de polen van de aarde moest zijn. En inderdaad niet veel later zag ik een klein stukje ijs over mij heen dobberen. Ik moest snel iets vinden. Ik probeerde om naar links te gaan. Ik voelde niks evenmin gebeurde er niets. Ik probeerde nog een keer en nu merkte ik dat ik een beetje naar links was gegaan. Met al mijn wilskracht probeerde ik het nu nog een keer en nu merkte ik dat ik de volledige controle had over mijn "lichaam". Ik draaide honderdtachtig graden en ging tegen de stroming in. Het is heel wat lastiger dan ik dacht. Ik dacht na hoe ijsberen dat deden. IDEE. Ik probeerde mijn water de vorm van een ijsbeer te laten aannemen. Heel langzaam maar zeker veranderde ik in een ijsbeer van water. Ik had de vorm aangenomen. Ik haalde het beeld van een ijsbeer voor mijn ogen. Toen schoot er een bliksemschicht uit de hemel recht op mij. Ik dacht dat ik ernstige pijn ging voelen maar in plaats daarvan voelde ik mij bruisen van energie en ik was nu veranderd in een echte ijsbeer. Ik zwom met krachtige slagen weg van stroming en zocht een stuk ijs om uit te rusten.Ik klom op het dichts bijzijnde blok ijs en viel in slaap. Ik droomde goed en had een gevoel van gelukzaligheid. Ik werd wakker en zag strepen voor de zon. Ik wist niet hoe ijsberen wakker werden dus knipperde ik gewoon.Een kooi. Dat is waar ik wakker werd. Ik was duidelijk niet de enige die verschoot dat hij in een ooi zat. Naast mij zaten vijf zeehonden in een kleine kooi. Plots stond er een man voor mijn kooi en zei 'Jij gaat mij veel opbrengen.' Ik was kwaad en probeerde te protesteren maar er kwam alleen maar gegrom uit. De man lachte en stapte weg van mijn kooi. We stonden gewoon buiten. Ik moest iets bedenken om hier uit te geraken.Ik haalde het beeld van mij zelf voor ogen en concentreerde mij. Het werkte ik voelde mijn hele lichaam golven en uiteindelijk zat ik daar. Ik had een strakke zwarte jeans aan en een blauwe trui. Op de één of andere manier had ik het niet koud. Ik had geen schoenen aan. Ik keek naar mijn huid en zag dat die lijk bleek was. Ik veegde wat sneeuw van het ijs af zodat ik mijn gezicht kon zien. Ik schrok. Ik was niet in mezelf veranderd maar in iemand met sneeuw witte ogen en zeelichtblauw haar met zeedonkerblauwe lokken. Die energie heeft mij helemaal veranderd. Ik vond mezelf eigenlijk mooi dus deed ik ook geen enkele moeite om in MIJ e veranderen. Ik moest een weg uit deze kooi zien te vinden. Die was van dik metaal dus plooien ging niet. Mijn hoofd zei tegen mij dat ik magie moest gebruiken. Ik wierp de gedacht af maar toen dacht "ik kan in een ijsbeer veranderen ,heb plots een heel ander lichaam waarom ook niet." . Ik dacht aan de duizenden films die ik had gezien. Ik pakte het metaal en dacht maar aan één ding KOU. Heel langzaam voelde ik dat het metaal kouder en kouder werd. Ik deed mijn ogen open zag dat het metaal al blauw begon te kleuren. Ik dacht aan de temperatuur waar moleculen helemaal niet meet konden bewegen. -248C°. Ik weet niet of ik die temperatuur al gehaald had maar het metaal sprong in mijn handen uiteen. Ik gloop naar buiten en de sneeuw kraakte onder mijn voeten. Ik liep naar de kooi van de zeehonden en deed hetzelfde. De gleden naar buiten behalve twee. Een jong en haar moeder. Ik ging dichter bij en zag toen waarom. De moeder was dood.
Er zijn nog geen reacties.