2. Aro

Er liepen twee meisjes en een jongen voor het balkon. Ik kon hun perfect zien en verstaan. Ze zwegen nu enkel. Plots begon het meisje met wit haar op en neer te springen en te wijzen en riep “Hebben”. De jongen en het andere meisje keken haar aan.
‘Ga je er dan één halen we wachten wel.’ Zei andere meisje. Ze was klein. Veel kleiner dan de rest. Ze had blond haar en ze zag er zo onschuldig en schattig uit. ‘Natuurlijk mag je ook een ijsje, broertje.’ zei ze even later tegen de jongen.
‘Dream stop er mee. Stop met mijn gedachten te lezen!’ riep de jongen boos. Was ze een gedachtelezer? Dream, de naam paste wel bij haar.
‘Roep het vooral nog harder dan heeft zeker iedereen het gehoord.’ zei ze kalm tegen de jongen. De jongen liep ook naar de ijskraam. Dream ging op een bank zitten. Langs haar stond een stervende boom. Ze keek naar de boom en legde haar hand op de boom. Een seconden deed ze haar ogen dicht. De boom veranderde. De blaren werden fel groen en op verschillende plaatsen kwamen er bloemen. De boom was terug heel gezond. Wauw, hoe was dat mogelijk? Ik keek haar verwonderd aan. De jongen en het meisje kwamen bij haar op de bank zitten.
‘Dimitri en Felix’ riep ik hun. Meteen stonden ze langs me.
‘Ja meester,’ zeiden ze.
‘Zouden jullie voor mij die drie mensen even halen. Ik ben in de troonzaal.’ ze knikte en gingen weg. Ik ging naar de troonzaal.