THE END 😱 (maar dan moet je je voorstellen dat dit onder aan de pagina staat).

-

“Goed, ik denk dat het dan nu echt tijd is geworden om dag te zeggen.”

“Niet dag. Tot ziens,” zei Bart.
      Vladimir begon onmiddellijk te knikken. “Ja, dat is beter,” stemde hij in. “Tot ziens, dan. Hoe ben je hier gekomen?”
      “Oh, mijn fiets staat, eh-” Bart leunde een stukje naar achteren om te zien of hij de fietsenrekken kon zien door de geopende poort, maar hij moest er toch echt die laatste twee stappen voor zetten die hem naar vlak buiten het terrein van de begraafplaats voerden. Vladimir volgde hem. Er stond maar één fiets in het fietsenrek. “Hier,” eindigde Bart. “Het is maar goed dat de politie hem niet heeft meegenomen omdat hij er verdacht uitzag, zo midden in de nacht in zijn eentje. Dat is iets waar ik totaal niet bij stil had gestaan.”
      “Waarschijnlijk heeft Mark zijn partner overtuigd dat het gewoon iemand was die zijn fiets hier om een of andere reden had besloten te laten staan.”
      Het feit dat er maar één fiets stond, was een behoorlijk duidelijk teken dat Vladimir hier op een andere manier gekomen moest zijn. “Ben jij gelopen?” vroeg Bart. Het leek hem niet erg handig, want hij had geen idee waar Vladimir woonde, maar vanaf hier was het al een vrij lange straat tot de bewoonde wereld, laat staan tot een plek die niet uit suburbs met vooral grote nieuwbouwhuizen voor gezinnen bestond. Vladimir, die ooit huisgenoten had genoemd, leek niet iemand die daar zou wonen.
      “Nee, mijn auto staat op de parkeerplaats, daar ergens.” Vladimir gebaarde in de richting van die verder weg leidde van de stad. “Wil je een lift?”
      Bart was zeer, zeer geneigd om ja te zeggen. Het fietsen maakte hem weinig uit, want het was een droge nacht en hij had nu toch al zoveel tijd buiten doorgebracht dat het nauwelijks nog vreemd voelde. Hij zou het zelfs niet koud hebben, want fietsen werkte nog beter om hem warm te houden dan tegen Vladimir aan zitten onder een mantel. Het aanbod van een lift aannemen zou hem echter meer tijd met Vladimir opleveren, en dat was bijna genoeg om hem onmiddellijk ja te laten zeggen.
      Bijna, maar net niet helemaal. “Ik denk dat het beter is als ik mijn roedel geleidelijk aan dit idee laat wennen voordat ik je laat zien waar de helft van ons woont. Sorry.”
      “Nee,” zei Vladimir, “ik snap het volledig. Dat is inderdaad een verstandig plan.”
      “Dank je,” zei Bart, niet zozeer voor het compliment, maar voor het feit dat Vladimir begreep wat hij bedoelde zonder het op te vatten als een aanval op Vladimir persoonlijk. Bart zou hem op dat moment hebben vertrouwd met zijn pincode, dus daar lag het probleem definitief niet.
      Niet dat zijn pincode nou zoveel waard was, want er stonden misschien dertig euro op zijn rekening, maar het ging om het idee.
      “Dan is dit echt het moment, denk ik,” zei Vladimir, al bleef hij staan treuzelen.
      “Waarschijnlijk,” stemde Bart in, die ook geen beweging maakte om richting zijn fiets te gaan.
      Vladimir keek hem aan en haalde diep adem, alsof hij iets wilde zeggen. Zijn schouders zakten weer zonder dat hij het deed.
      “Hé, ik -” begon Bart uiteindelijk, precies op het moment dat Vladimir toch iets begon te zeggen. Hij stopte en gebaarde dat Vladimir eerst moest gaan.
      Vladimir schudde zijn hoofd, ongemakkelijk. “Het is niets. Gewoon… wacht niet te lang tot je me opzoekt, oké?”
      “Ik wilde zeggen dat ik Facebook erbij zou halen zodra ik thuiskom,” zei Bart, die begon te vrezen voor de toekomt van zijn gezichtsspieren als ze hier nog veel langer bleven plakken. Hij bleef steeds grijnzen opeens, wat iets was wat hij totaal niet gewend was.
      “Daar zal ik je aan houden,” zei Vladimir. Dat was een suffe opmerking, want Vladimir had geen enkele manier om dat te doen als Bart zich niet hield aan wat hij had gezegd, omdat ze elkaar dan vermoedelijk nooit meer terug zouden zien, maar geen van hen merkte dat op. Dat was een toekomst waar Bart niet echt over na wilde denken.
      “Goed,” zei Bart, vastbesloten om nu echt een keer op zijn fiets te stappen, puur zodat hij Vladimir sneller een vriendenverzoek zou kunnen sturen. Het was een rare vorm van motivatie om Vladimir te verlaten, maar het was het beste wat hij had. “Tot ziens.”
      “Tot ziens,” zei Vladimir, met nadruk. Hij bleef nog heel even stil staan, en zette toen opeens een halve stap vooruit, zodat hij in Barts persoonlijke bubbel zat. Hij leunde dichterbij en kuste Bart op zijn wang, zachtjes, zo zachtjes dat Bart twee tellen later niet zeker wist of hij het zich niet had ingebeeld. Het enige wat hij had om op af te gaan was het feit dat Vladimir nu plotseling van hem wegliep, alleen zijn achterkant zichtbaar, cape wapperend in niet zozeer de wind, maar zijn eigen bewegingen. Het was een zeer dramatisch plaatje, wat erg goed bij Vladimir paste. Wat Bart het meeste overtuigde dat hij het zich niet inbeeldde allemaal, was de onlogische imperfectie van de campingstoel die Vladimir onder zijn arm droeg. Dat was niet iets wat in een gothic romance voor zou komen.
      “Bedankt dat je kaartspelletjes met me wilde spelen!” riep Bart hem achterna. Het leek een lange tijd geleden, maar er waren maar een paar uur verstreken sindsdien, en toch was hij nostalgisch naar dat allereerste begin. Niet op een manier die betekende dat hij terug wilde naar hoe het toen was - dit, het spannende gekriebel van iets nieuws dat begon in plaats van de nerveuze onzekerheid van plotseling opgescheept zitten met een onbekende vampier die hij vermoedde niet te mogen - dit was zoveel beter dan hoe ze gestart waren. De nostalgie was puur omdat het grappig was om terug te kijken op hoe per ongeluk ze aan de praat waren geraakt, nu, nadat ze al uren hadden zitten praten.
      Vladimir draaide zich met een wijde capezwaai om en liep een stukje achteruit. “Bedankt dat je mijn solitaire spel bleef verstoren,” riep hij terug. Hij voegde er een soort saluut aan toe en draaide weer weg, met een laatste glans van zijn hoektanden en hoorbare wapper van zijn cape. Bart keek hem nog na tot hij achter een groep bomen verdween omdat hij van de weg afsloeg voor de parkeerplaats.
      Bart groef in zijn zak naar zijn fietssleutels. Hij haalde zijn fiets van het slot, trok hem uit het rek en had nog net voldoende gezond verstand om vijf seconden extra te nemen om de lampen aan te zetten, want het was nu echt het holst van de nacht. Toen zwaaide hij zijn been over de achterkant en fietste met twee grote hobbels van de stoep, de weg op, zo snel hij kon.
      Eens kijken hoeveel voorsprong hij kon krijgen voordat Vladimir hem met de auto inhaalde. De nacht was nog niet voorbij.

Reageer (6)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen