Foto bij Hoofdstuk 6

De zon stond hoog aan de hemel. Warme winden wierpen Ailyla's haar in haar gezicht terwijl ze naar de stallen liep. Even verderop stonden de eenhoorns in het gras te grazen, alsof er niets aan de hand was. Maar het zou niet lang meer duren voor ze werden opgehaald. Het was een mooie dag voor het begin van de reis. Dagenlang had het geregend, dit was de eerste zonnige namiddag sinds de koning overleed. Het leek alsof iedereen nu pas weer durfde te lachen. Vandaag dacht niemand aan de dood van de koning. Vandaag stond in het teken van de reis; vanaf vandaag (een week na het overlijden) mochten de prinsen en prinsessen aan hun reis beginnen. Met onze reis zouden zij rijkdom brengen.
Het was rustig in de stallen, de meeste mensen hadden zich namelijk op het plein verzameld. Prinses Polly vertrok vanaf daar, samen met haar tweelingbroer. Zij was nogal populair, dus het verbaasde niemand dat daar de meeste mensen waren. Er liepen hier slechts een paar elfen die de eenhoorns meenamen naar het plein.
Ailyla vond het niet erg, zij hield meer van een rustig vertrek. Alilyla stak haar vingers in haar mond en floot, haar draak zou het vanzelf wel horen. Als er mensen waren geweest zouden die alleen maar schrikken. Velen zijn bang voor draken. Ailyla begreep het ook wel, maar deze draak was echt niet vals. Hij was er al sinds zij zich kon herinneren. Op haar vijfde nam zij haar eerste vlucht op zijn vleugels. Haar moeder was er niet zo van gecharmeerd toen zij erachter kwam, maar haar vader vond het wel grappig toen hij zo’n klein meisje op zo'n beest voorbij zag komen. Goed, die draak was niets kleiner geworden in de tussentijd, dus waarschijnlijk zag het er nog steeds ietwat vreemd uit. Gelukkig werd het steeds meer geaccepteerd dat vrouwen drakenrijders waren, hoewel zij nog altijd niet bijzonder populair waren. Bij drakenrijders dachten velen nog aan duistere tovenaars met kwade bedoelingen, ondanks dat dat hele cliché concept achterhaald was.
Nee, een meisje in een jurk op een zonnige dag pastte er nog altijd niet bij. Niet dat het Ailylia kon schelen hoe mensen haar inschatten, ze hielden er niet eens rekening mee dat zij magie zou kunnen hebben. Ailylia's vader, de koning, was elventovenaar, zij had het van hem gekregen.
Maar Ailyla droeg niet de typische tovernaressenkledij en had ook niet echt de toewijding, dus niemand die daaraan dacht. Ailyla vond het best; op deze manier kon zij de gave voor haarzelf houden. Zelfs Adriana wist er niks van… nou ja, ze had wel wat gezien, maar voor haar ogen bleef het bij bloemen laten opbloeien. Ze had geen idee hoe alles was veranderd de afgelopen tien jaar.
In de verte zag de prinses Enando met zijn zwaard spelen. Dat deed hij nou altijd als hij zijn hoofd wilde leegmaken. Ailyla moest lachen omdat zij daar nog altijd de kleine jongen zag die met de keukenmessen jongleerde. Ondertussen was hij behoorlijk goed met verschillende wapens, maar de twee oudste zussen zouden hem waarschijnlijk altijd zo zien. Hij bleef hun kleine broer, ook nu hij langer dan beiden was. Opeens stopte Enando met spelen. Zijn zwaard viel op de grond en hij keek naar de lucht achter Ailyla. Het meisje sloot haar ogen. Het geluid van reusachtige vleugels kwam haar bekend voor. Glimlachend draaide zij zich om. Hoog boven haar zag zij haar grote vriend. Gracieus, met zijn vleugels voor de zon streek hij neer. Hij hief zijn hoofd trots omhoog en wachtte. Ailyla griste wat uit haar zak; een grote homp rauw rundvlees. Het meisje wierp de homp naar haar vriend. De draak viste het in één beweging uit de lucht. Zijn tanden vermaalden het vlees binnen een paar seconden geheel. Hij leek tevreden gesteld met dit offer.
Nog steeds staarde Enando vol verbazing naar het wezen.
"Hallo daar", zei hij langzaam met een zachte lage stem; "Heb jij die draak getemd?"
"Dit is mijn vervoer", antwoordde Ailyla, draken hielden er immers niet van om uitgemaakt te worden voor tam. Draken mochten dan geen elfs spreken, ze hadden verrassend veel door.
“Ik wist niet dat het legaal was hulp van draken in te roepen”, riep Enando.
Ailyla glimlachte naar hem, het was namelijk niet zo dat hij haar terecht wees, zijn zus kon aan hem zien dat hij opgewonden raakte van het idée om op de rug van zo’n beest te klimmen. Enando hield immers van alles wat cool is.
“Als je lief bent mag je een keer mee”, riep de prinses haar broertje toe terwijl zij het zadel op de rug bevestigde.
“Eerst maar eens bedenken hoe ik door de landen ga zonder vervoer”
“Afstand maakt niks uit, weet je? Het gaat om het goud!”
“Om het goud, ja”, herhaalde hij, de woorden tekenden een geheimzinnige grimas op zijn gezicht. Na een moment van twijfel besloot Ailyla toch maar iets onder zijn aandacht te brengen;
“Enando”
“Ja?”
“Brûn heeft zijn oude elvenfiets in de meest linker stal laten staan. Misschien kun je ermee naar de haven fietsen”
Het was niets wat Enando zei dat liet zien dat de boodschap aangekomen was, het was zijn stoute enthousiaste glimlach die hij altijd gebruikte als hij iets uit ging halen. Met zijn lach in mijn gedachten besteeg Ailyla de draak. Nu Enando vervoer had, werd het een stuk pittiger om te winnen... iets wat haar wel beviel.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen