"Pap? Mam?" roept Muci wanneer ze de deur opendoet. Het huis zag er leeg uit, alsof het ontruimt was.
      "Muci, Ray, gelukkig dat jullie thuis zijn." De moeder van Muci komt naar de twee toe gelopen.
"Wat is dit?"
"Verplaatst."
"Waarom?
"Misschien overdrijft iedereen... Misschien komt het water helemaal niet zo hoog." Muci fronst.
"Je bedoelt dat alles een paar verdiepingen omhoog is gegaan?" Hun moeder knikt. "Dus het kan zijn dat we dit overleven?" Een zwakke glimlach ontstaat op het gezicht van de moeder van Muci en Ray.
      "We mogen niets verwachten." zegt ze langzaam, "Denk hier niet te veel over na, blijf thuis, we weten niet hoe snel het water stijgt."
"Snel." zegt Ray meteen wanneer hij naar buiten kijkt, een dun laagje water stroomt over de stenen van de straten. "Ik... wil niet dood mama..."
"Het komt goed Ray.... Het komt allemaal goed." zegt ze langzaam.

"Muci? Wat doe je?" vraagt Ray wanneer hij de kamer van Muci inloopt. Muci kijkt niet op en tikt op haar boek.
"Ik... moet dit afmaken." zegt ze na een stilte.
"Wat afmaken?"
"Mijn... verhaal, gedicht. Ik weet niet wat het is."
"Mag ik het lezen?"
"Nee."
Ray kijkt naar zijn voeten en doet zijn handen achter zijn rug. Dan loopt hij voorzichtig naar het raam, het water was al 10 centimeter gestegen. Dit ging veel te snel. "Je weet dat papier niet heel blijft in het water." zegt hij zacht waarna hij een geïrriteerde blik van Muci krijgt.
      "No shit Plato." zegt ze met een betweterige stem, toch kan Muci een lichte grijns niet onderdrukken.

Zenuwachtig tikt Ray met zijn nagels op het houten kastje.
"Kan je stoppen? Ik probeer na te denken."
"Wat heeft het voor nut, het gaat toch kapot."
"Ray. Stop." Door de standvastige toon van Muci houdt Ray op met tikken. "Dankje." zucht ze en schrijft verder.
      "Waar gaat het verhaal, gedicht over?"
"Leven denk ik."
"Denk je?"
"Ik weet het niet!"
"Hoe kan je dat niet weten!?"
"Stop met praten!" Muci kijkt Ray gefrustreerd aan waardoor hij meteen een stap naar achteren zet en geen woord meer zegt.

Langzaam stroomt het water langs de traptreden.
"Muci, Ray. Ik wil dat jullie hier blijven. Deur dicht, probeer te slapen..." Hun moeder klinkt zenuwachtig.
"Waar ga je heen mama?" vraagt Ray voorzichtig en loopt naar haar toe.
"We kijken wat we kunnen doen. Het komt allemaal goed Ray, dat beloof ik." Ze strijkt door het haar van Ray waarna Ray haar goed vasthoudt.
"Ik wil niet dat je weg gaat." zegt hij schor en zijn schouders schokken zwakjes. Tranen ontstaan in zijn helderblauwe ogen waar hij nooit kleur doorheen heeft gezien.
      "We blijven Ray, we blijven." En dat is precies het probleem, we blijven. "Ga bij Muci zitten, probeer in slaap te vallen, alsjeblieft." Langzaam laat Ray haar los en loopt naar Muci die hem een knuffel geeft en haar moeder met waterige ogen aan kijkt.
      "We zien je snel." zegt ze zacht waarna haar moeder knikt.
"Te snel..." met die woorden loopt hun moeder de kamer uit en sluit de deur.

Het getik van de pen op het papieren boekje was zenuwen verwekkend.
      "Ik zou je missen..." zegt Ray na een tijdje, "Ik zou je blijven onthouden en heb daar geen bewijs voor nodig. Ik zou van je blijven houden." Muci kijkt hem onzeker aan. Het bonzen van haar hart gaat sneller naarmate er water haar kamer binnenstroomt. Het huis kraakt en buiten gillen mensen. Zouden er monsters leven? Zouden we nu een eigen mening mogen hebben? Het zou toch niets meer uit maken.
      "Ik zal je onthouden, Ray...."
"Beloofd?" Langzaam legt Muci haar boekje op de schoot van Ray. De bladzijde was niet eens vol met woorden. Dit waren uitgekozen woorden, speciale woorden. Een verhaal waar je niet zoveel tekst voor nodig had.
      "Beloofd."

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen