"Ahh bah!" roept Lyze uit. Meteen kijkt iedereen naar haar. "Mijn voeten zijn nat." Ze kijkt de anderen grijnzend aan. Dit was een, ik laat iedereen lachen, actie. Muci kan een grinnik niet onderdrukken, evenals Aeger. Ray heeft haar niet eens een blik waardig gegund. Meteen daarna komt er weer een pijnlijke stilte.
      "Wat gaat er gebeuren?" vraagt Muci zacht.
"We zinken en niemand zal ons herinneren." zegt Aeger luchtig en kijkt Muci aan.
"Wat! Waarom zal niemand ons herinneren? Atlantis wel toch?"
"Ooit nagedacht hoe iemand ons moet herinneren? Niemand komt hier tenzij ze vervolgens vermoord worden. En ooit nagedacht dat mensen die dood zijn geen verhalen kunnen vertellen?" Een zucht verlaat Ray's lippen, dat klinkt niet positief. "Niemand, let op mijn woorden, niemand zal ons nog onthouden. En stel, er is iemand, die zou de waarheid niet kennen." Langzaam glijd de hand van Muci naar de hand van Ray. Haar wijsvinger haakt ze om de ringvinger van Ray. Langzaam zet Ray een stapje naar haar toe.
      "Er zullen vast wel mensen overleven." Zegt ze hooghartig.
"We zullen zien." Grijnst Aeger.
"Aeger, zo is het genoeg." sist Lyze en kijkt hem streng aan. Lyze is de wijzere van de twee, en de vriendelijkere, dat betekent dat zij ook de anderen beschermd tegen haar broer.

"Naar achter." zegt Lyze snel wanneer er water over de rand van de dijk loopt. Het strand was helemaal weg nu, alleen de dijk houdt het water nog tegen. Meteen lopen Muci en Ray naar achter. Aeger blijft staan.
      "Wat zou er gebeuren als je zou springen en zou proberen naar een ander land te zwemmen?"
"Nee."
"Het is gewoon een vraag."
"Dat zou je niet overleven."
"Laten we springen." Meteen trekt Lyze Aeger naar achter.
"Je laat het." sist ze waardoor hij grijnst, "Je doet het er gewoon om of niet. Je wil dat ik zo reageer." ze kijkt hem woedend aan.
      "Nee," op het gezicht van Aeger staat een brede, speelse grijns, "dat denk je alleen."
"Soms is wat je denkt juist. Doe niet alsof je wil springen, hou op met dat spel!" Ze laat Aeger los waardoor je kan zien dat ze trilt.
"Best." zegt Aeger, "Ik stopt met mijn spel." Hij doet een paar stappen naar achter totdat hij op de dijk staat, "Maar begrijp dan wel, dat dit geen spel is." Aeger begint te lachen en laat zich naar achter in het water vallen. Meteen rent Lyze naar voren en zoekt het water af.
      "Ik... Ik zie hem niet." zegt ze zachtjes. Langzaam komt Muci naast haar staan.
"Je kent Aeger.... Hij kan uitstekend zwemmen en is niet dom. Vertrouw hem." zegt ze zacht en legt haar hand op de schouder van Lyze, "Hij komt terug. Hij is gewoon... boos..."
"D-denk je...?"
"Ja." Muci is even stil, "Wat ik ook denk is dat we naar huis moeten, het water stijgt." Lyze knikt voorzichtig, "Aeger komt vanzelf wel weer boven water." Ray probeert een grinnik te onderdrukken door het woord grapje van Muci.

"Zou hij echt terugkomen?" Ray kijkt Muci aan. Ze staat stil.
"Natuurlijk komt hij terug... Hij was gewoon... boos..."
"Geloof je wat je zegt?" vraagt Ray voorzichtig terwijl ze weer beginnen te lopen. Water stijgt snel en er liggen al in vele weg oneffenheden plassen water.
"Ik probeer het." Muci kijkt Ray peinzend aan, "Hij leek overtuigd van zijn daad. Ik hoop dat hij slim genoeg is." Ray glimlacht onzeker. Ze wou alleen Lyze geruststellen. Hopelijk is ze nu thuis.
      "En wij?"
"Wij?"
"Zijn wij slim genoeg om te overleven?"
"Hier kan je niet slim genoeg voor zijn." Een zwakke glimlach staat op Muci's gezicht, "We kunnen alleen doen alsof we slim zijn. Alsof we weten wat we moeten doen..." ze is even stil, "We zinken Ray... Er is niets wat we daaraan kunnen doen."

Reageer (1)

  • inktzwart

    Rip Aeger

    6 jaar geleden
    • ChiIdhood

      Yup oeps

      6 jaar geleden
    • inktzwart

      Now he will never meet Merce
      Nog meer rip

      6 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen