“Ze komen eraan, als het goed is,” meldde Bart, dwars door het verhaal van hun dief heen. “Zullen we hem naar de poort brengen?”

“Als ze hem daar oppikken, komen ze waarschijnlijk alsnog de rest van de begraafplaats bekijken.”
      “Dat is waar, maar in ieder geval hebben ze hem dan alvast, en we moeten toch iets met hem.”
      Vladimir haalde zijn schouders op. Hij draaide zich naar de dief en greep de man bij zijn bovenarmen om hem met zijn balans te helpen terwijl hij probeerde overeind te krabbelen. Vladimir bleef stil staan. Bart keek hem aan, niet helemaal zeker waarom ze nog niet liepen.
      Vladimirs schouders zakten een stukje. “Welke kant op is de ingang? Mijn richtingsgevoel is niet erg goed.”
      Bart beet op de binnenkant van zijn wang, zei niets, en wees. Vladimir pakte hun dief bij zijn arm en marcheerde hem naar het dichtstbijzijnde echte pad. De man liep braaf met hen mee, want hij bleek verrassend inschikkelijk te zijn.
      “Ik vertrouw dit niet,” zei Bart, toen ze een eind waren gelopen. Hij wist niet helemaal zeker tegen wie van zijn twee wandelpartners hij het zei, maar de dief was degene die antwoordde.
      “Wat niet niet?”
      “Jou niet.”
      “Aw, man, ik had het gevoel dat we contact aan het leggen waren. Ik heb je dat hele verhaal verteld over mijn voetschimmel.”
      “Dat was ik,” zei Vladimir. Hij klonk bijna beledigd, en Bart kon zich er wat bij voorstellen - als hij degene was die naar een verhaal over voetschimmel van een wildvreemde had geluisterd, zou hij ook graag willen dat zijn offer opgemerkt werd en niet vijf minuten later verward met iemand anders.
      “Oh, je hebt gelijk,” zei de dief. Bart was niet overtuigd dat hij echt wist of Vladimir gelijk had of niet, maar hij stemde wel gemakkelijk in. “Wil jij het verhaal over mijn voetschimmel horen?”
      Die vraag was duidelijk aan Bart gericht. “Nee, bedankt,” zei hij. “Ik zou graag horen waarom je je zo weinig verzet. Zou je niet wat meer moeite moeten doen te ontsnappen? Wat is het plan hier?”
      “Nah. Wedden dat ik hier een poosje voor de knor in draai? Dat zijn een hoop gratis overnachtingen en maaltijden. Dat is altijd het back-up plan voor als iets misloopt. Niets mis mee, zeker nu het weer koud wordt. Jullie zouden me weleens de winter door geholpen kunnen hebben, jochies.”
      Vladimir en Bart wisselden een blik uit. “Je bent dakloos?” vroeg Vladimir.
      “Dat is een lelijk woord, maar dat is één manier om het te beschrijven, ja. Ik geef de voorkeur aan ‘beperkt in onderdak’.”
      Bart begon zich enigszins schuldig te voelen. Er was een korte tijd in de jaren zeventig dat hij geen dak boven zijn hoofd had, toen hij een paar jaar in een depressie viel en het nut van een baan zoeken onder de levenden niet meer helemaal inzag. Hij werd toen geholpen door Suzanne, die haar gastenslaapkamer destijds nog niet had veranderd in een cavia-avonturenpark, maar als deze man niemand had, was dat geen optie.
      “Kun je helemaal nergens terecht?” vroeg Vladimir.
      “Had wel gekund als ik er met dit brons vandoor had kunnen gaan. Ik heb een maat die daar een redelijk prijsje voor betaalt. Ik ging eerst altijd naar iemand anders, maar die bleek er zo eentje te zijn die niet wilde inzien dat joden verantwoordelijk zijn voor ISIS, en toen wilde hij opeens niet meer met me werken. Waarschijnlijk was hij er zelf eentje.”
      Vladimir opende zijn mond, maar sloot hem toen weer. Bart had dezelfde sensatie: hij wilde vragen wat dat in vredesnaam betekende, maar hij wist al dat hij het antwoord niet wilde horen, dus leek het verstandiger het niet te doen.
      In ieder geval loste dit één probleem op. Al zijn sympathie en schuldgevoel tegenover deze man was op slag verdwenen, als sneeuw voor de zon. Een dosis antisemitische complottheorieën zo hoog dat zelfs een opkoper van gestolen brons afkomstig van een begraafplaats een samenwerking staakte, was een dosis die waarschijnlijk te hoog was voor de meeste delen van de samenleving.
      Ze liepen de rest van het stukje in stilte. De poort stond nog steeds op een kier toen ze aankwamen, precies zoals Bart hem had achtergelaten. Waarom de poort al open was toen hij aankwam was inmiddels opgehelderd, maar hij vroeg zich nu pas voor het eerst af hoe Vladimir dat voor elkaar had gekregen. “Heb je daar een paperclip voor gebruikt?”

Reageer (7)

  • Kjelaney

    Ik wilde eerst iets anders reageren maar ik ben het vergeten omdat ik te hard moest lachen om de laatste zin. x)

    6 jaar geleden
  • Osha

    Ik ging eerst altijd naar iemand anders, maar die bleek er zo eentje te zijn die niet wilde inzien dat joden verantwoordelijk zijn voor ISIS, en toen wilde hij opeens niet meer met me werken.

    watwatwat
    Wat
    Dit kwam behoorlijk onverwacht en verbijsterde me ook behoorlijk hard
    Like
    Wat???
    Overigens is dit verder een hilarisch, onzin-zijnde (ik wilde eerst ‘onzinnig’ typen maar dat past niet echt met wat ik bedoel), verfrissend en geweldig hoofdstukje zoals altijd.
    Ik kijk echt telkens uit naar een nieuw hoofdstukje besef ik me net, like, ik ben echt gehecht aan dit verhaal. Wauw. (En nee, die wauw was niet ironisch)

    6 jaar geleden
    • Square

      Dit was vast wel duidelijk, maar ik wil nog even extra benadrukken dat die zin echt 100% uit het niets gehaalde onzin is. Ik wilde iets hebben wat klonk als een ding dat op een extreem right wing conspiracy forum geroepen zou kunnen worden, maar niet écht daar vandaan kwam (voor zover ik weet, dan), want ik heb daar de afgelopen tijd te veel over gelezen en geluisterd en het is gewoon... heel deprimerend. Dit ook, maar het is op z'n minst niet echt (hoop ik, heel erg).

      Maar dank je! Ik vind het heel gaaf om te horen dat je het zo leuk vindt. ❤️

      6 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen