Hoofdstuk 8 Enando
Enando vond zijn weg naar een kleine kade in een bosrijke omgeving. De prins zette zijn elfenfiets aan de kant. Aan alle kanten stonden bomen en struiken. Er was slechts een kleine rivier met een kade waaraan 1 bootje lag. In de wijde omgeving was geen elf te vinden. Enando zuchtte opgelucht, hij was tevreden met zijn keus. Hier kon hij ongestoord zijn boot klaarmaken. Nog even en hij zou als eerste aankomen in een nieuwe nederzetting.
"Ben jij niet een van de kandidaatkoningen?", vroeg een stem.
Enando liet de touwen uit zijn handen vallen. Hij ademde in en uit alvorens hij zich omdraaide. Voor hem stond een elf met ganzenveer en een in leer gebonden notitieboekje.
"Dat klopt", zei hij met een vriendelijke lach, ondanks dat dit interview zeer ongewenst was.
De elf krabde nerveus achter zijn oor. Vervolgens dipte de interviewer zijn veer in een inktpotje aan zijn riem. De elf stamelde op zoek naar de juiste woorden.
"Hoe eh, ga je... u, gaat u op reis? Nee, wat is uw tactiek... eh?"
Enando stond op. Hij wees naar zijn boot; "Ziet u dit? Ik zal varen naar de overkant van het grote meer en dan de rivier volgen"
"M-Majesteit.... Hoe gaat u het land welvaart brengen"
Enando merkte dat dit lang ging duren, dus hij maakte zijn boot terug vast. Hij stapte uit zijn boot en ging naast de interviewer staan. Nu pas viel op hoe ongebruikelijk groot de jonge prins was voor een elf. De interviewer nam een stap terug. Enando gaf de man een geruststellende klop op de schouder. Het kwam iets te hard aan, waardoor een deel van de inhoud van het inktflesje op de kade gemorst werd.
"Ik ben niet echt een man met een plan. Maar ik zal mijn best doen om er achter te komen wat er speelt in de elfenrijken. Als ik dat weet kan ik helpen de problemen op te lossen. Ik zou mijn onderdanen beschermen tegen de verschrikkingen in deze wereld. Desnoods help ik op het land. Mannen en vrouwen zullen zich leren te verweren. Ik hoop dit land veiliger achter te laten aan het einde van mijn reis."
"Dat, dat is zeer goed meneer, uwe hoogheid."
"Dankje", zei Enando trots; "Nu, als u alles hebt wat u nodig heeft, zou ik graag mijn reis vervolgen. Ik wil mijn voorsprong niet kwijtraken. Een jaar is zo voorbij. Ik heb alle tijd nodig die ik ter beschikking heb!"
De man stapte opzij; "Natuurlijk, natuurlijk"
Enando grijnsde en stapte de boot in. Hij gooide alles los en trapte tegen de planken om zich af te zetten. Vriendelijk glimlachend liet hij het zeil vieren. De wind pakte hem meteen goed. "Vaarwel en een fijne dag!", riep Enando zwaaiende. Nog geheel niet bekomen van de ontmoeting wuifde de journalist terug.
Enando zette zich neer op het bankje van de boot. De touwen van het zeil bond hij naast zich vast. De rivier liet hem niet heel snel vooruit varen, maar dankzij het beetje wind vlotte het al een stuk beter. Hij zakte onderuit en genoot van de zon en de wind. Als het zo doorging was hij binnen een paar uur bij de eerste stop.
Op een gegeven moment splitste de rivier. Enando koos vanzelfsprekend de nauwere route met sneller varend water. De bomen groeiden langzaam naar elkaar toe. Voordat hij vast zou lopen in de organische tunnel haalde de prins het zeil naar beneden. De prins hoefde enkel wat bij te peddelen om goed in het midden te blijven. De rivier werd terug breder. Hij liep samen met andere stromen uit op een meer. Achter de bomen werden houten huisjes zichtbaar.
Er zijn nog geen reacties.