C H A P T E R x O N E

‘Alice? Waar ben je met je gedachte?’ Christina stond naast mij in het magazijn. ‘Nee, gewoon.’ Ze keek mij vragend aan. ‘De jongens zijn weer terug las ik, daar heb ik gewoon geen zin in.’ Ze knikte en ging weer verder met haar werk. Toch is het wel fijn om samen te werken met een goede vriendin. Toen ik naar voren liep liet ik mijn spullen vallen, ik keek recht in zijn ogen. Al jaren had ik niet meer oog in oog met hem gestaan. Het ging allemaal mis toen hij mij leuk dacht te vinden.

Hij keek recht in mijn ogen en kwam dichterbij. Voordat ik het kon beseffen had hij zijn lippen op die van mij gedrukt. Ik voelde zijn koude piercing tegen mijn lip kaatsen. ‘Verdomme Tom!’ Het was even stil. ‘Alice, ik wil dat jij mijn vriendin word, ik kan niet meer zonder je.’ Verbaasd keek ik hem aan én Jesse. ‘Alice! Je bent samen met hem? Ik dacht dat wij samen waren?’ Woedend keek hij mij aan. ‘Wij zijn samen, Tom en ik, dit is niets. Ik wist niet dat hij dit zou doen. En al helemaal niet voor jouw neus.’ Jesse draaide zich om en wilde niets van mij horen. ‘Ik hoop dat jullie samen gelukkig worden!!’ Daar stond ik genageld aan de grond, bedankt Tom.

Hij liep mijn kant op, hij hielp mij met de spullen opruimen die ik zojuist had laten vallen. ‘Euhm, dankjewel?’ Ik nam de spullen weer mee naar achteren en wachtte tot hij weer weg was. Toen het eindelijk 9 uur was konden we de zaak afsluiten. ‘Maar eerlijk Alice, wat was dat?’ Ik keek haar vragend aan. ‘Dat met Tom?’ ‘Oh, niks. Ik kreeg een schok in mijn arm waardoor het viel.’ Dat was natuurlijk onzin.

Daar stond hij grijzend tegenover mij. Eerder die dag had zijn broer nog zijn lippen op die van mij gedrukt. ‘Was het niet fijn? Dat gene waar je al die jaren naar verlangde?’ Met een opgetrokken wenkbrauw keek hij mij aan. ‘Wat bedoel je Bill? Je praat onzin.’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Ik weet dat jij interesse in mijn broer hebt gehad, al die jaren dat jullie met elkaar omgaan. Toen hij niets meer liet weten ging je kapot van binnen.’ Hevig schudde ik mijn hoofd. ‘Nee, je hebt ongelijk. Zo zit het niet.’

De volgende morgen zat ik rustig in de woonkamer. ‘Hallo? Ben je daar?’ Ik negeerde de stem. Daar stond mijn nachtmerrie, alle jongens stonden voor mijn poort. Wat moesten zij bij mijn huis? Zijn broer belde mij ‘Mogen we naar binnen?’ Het was even stil. Hoe kwamen ze aan mijn nummer? Na het hele drama met Tom had ik mijn nummer veranderd, zodat er geen contact gezocht kon worden. Ik hing op en liet ze nog even staan totdat ik gebeld werd door Christina. Toen ik de deur open maakte kwam de rest helaas mee.

De eerste keer dat hij weer in mijn huis is. De laatste keer heb ik hem duidelijk verteld dat hij moest laten gaan, het ging niet gebeuren.

‘Nee, Tom! Je hebt het zelf verpest.’ Vol ongeloof keek hij mij aan. ‘Hoezo heb ik het verpest?’ ‘Snap je het nou echt niet? Je hebt alles verpest, je durf heeft het kapot gemaakt.’ Snapte hij nou echt niet dat er dingen veranderen? Hij is maanden op tour geweest, hij heeft alles laten vallen. ‘Ik wil het goed maken, ik neem de schuld op me.’ Woedend keek ik hem aan. ‘Je neemt de schuld op je?! Het is ook jouw schuld, je kunt niet anders.’ Zijn woorden schoten verkeerd naar binnen. De stilte werd verbroken door Bill. ‘Jullie horen bij elkaar, zet alle druk van je af en ga door.’ Hij had gelijk, hij moet door gaan zonder mij. ‘Ja, we moeten doorgaan. Zonder elkaar.’

Als broers onder elkaar had Bill hem overtuigd dat hij bij mij hoort, daar kwam de hoop vandaan. Waarom Bill dat deed? We hadden vaak woordenwisselingen en hij wilde juist niet dat ik met Tom was, tot het omsloeg. ‘Alice?’ Arrogant keek ik Tom zijn kant op, voor mijn gevoel was het beter om hem af te stoten, als dat we alles weer naar boven zouden halen. ’Ja, wat wil je dit keer?’ Ik wendde mijn blik af en liep rustig weg. ‘Jou.’ Hoorde ik Bill zachtjes zeggen. Toen ik terug naar gang liep was alles vuil door de regen, ik pakte een doek om het schoon te maken. Veel nut zou het niet hebben, het zou maar liefst 35 minuten duren en dan zijn ze weg. ‘Jongens wie wil er koffie?’ Ik hoorde genoeg stemmen, maar die van hem niet. Met de koffie in mijn handen liep ik de woonkamer in en maakte een klein dansje. Mijn ouders zijn minimaal een week weg, vrijheid, blijheid. ‘Van waar die vrolijkheid?’ Bill keek mij vragend aan. ‘Ik ben altijd vrolijk.’ Reageerde ik op hem. ‘Behalve als je mij ziet.’ Dat was Tom, het kon niet anders.

Ik liep weer naar de keuken en Bill liep achter mij aan. ‘Waarom doe je zo kil tegen Tom?’ Ik staarde hem vol ongeloof aan. ‘Je kunt toch niet altijd boos blijven?’ Nu begon ik te lachen. ‘Geloof me, dat kan ik. Hij zoende mij en vroeg of ik zijn vriendin wilde worden voor de neus van mijn vriendje. Die daarna niets meer met mij te maken wilde hebben, allemaal in één klap. En jij vraagt waarom ik zo kil ben?’ Het was even stil. ‘Maar je houdt dus niet van iemand die wat durft?’ ‘Dat was niet durf maar idioot gedrag!’ Ik nam mijn spullen mee en liep naar de woonkamer. Met verschrikte gezichten keken ze mij aan, ze hadden het vast gehoord.
‘Wacht! Ik wist niet dat hij jou vriend was. Echt niet, niet op dat moment!’ hoorde ik Tom zeggen. ‘Dan weet je het nu.’ Ik probeerde hem te negeren, maar hij hield mij tegen. Dit keer zonder dat zijn broer over zijn schouders mee keek, hij is vooruit gegaan. 'Ik wil met je praten Alice, dit is belachelijk.'

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen