Foto bij Hoofdstuk 2.

Fenna Queen.


Phoebe en ik zaten al zo'n kwartier op de grond met onze armen om elkaar heen. We hoorden van alles; Sirenes, geschreeuw, gebonk en zelfs een schot van een pistool. Bij het laatste geluid krompen we beide in elkaar.

'Heb je gezegd waar je verstopt zat?' vroeg ik Phoebe zacht.

Als ze dit niet gedaan had, konden we hier nog wel een tijdje zitten en ik was niet van plan dit magazijn zomaar te verlaten. Wie weet liep er nog wel een van die gemaskerde mannen rond. Opeens werd de deur met een klap open getrapt. Meerdere agenten kwamen met hun pistool naar voren gericht de ruimte in. Phoebe kromp jammerend in elkaar terwijl ik juist overeind sprong. Eén van de agenten richtte meteen zijn pistool op mij.

'Handen waar ik ze kan zien!' riep hij met een zware stem.

Met grote ogen hield ik mijn handen omhoog.

'Ik ben Fenna en dit is Phoebe, zij heeft jullie gebeld,' piepte ik, in de hoop dat hij snel zijn pistool ergens anders heen zou richten.

Ik stapte opzij zodat ze de in elkaar gedoken Phoebe konden zien en meteen liep een wat jongere agent dichter naar ons toe. Hij stopte zijn pistool weg en stak zijn hand uit naar Phoebe om haar overeind te helpen. Een andere agent deed ook zijn pistool weg, terwijl de rest van de mannen meteen het magazijn verlieten. Ik voelde hoe ik stond te trillen op mijn benen en met op een geklemde kaken probeerde ik mezelf weer rustig te krijgen. Het beeld van een pistool op mij gericht zal ik niet snel meer vergeten, zeker niet nu het me in één avond al twee keer overkomen was. Het is een angstaanjagend gevoel.

'Wat is uw naam mevrouw?' vroeg de agent me.

Het was gelukkig niet de agent die naar me geschreeuwd had mijn handen omhoog te houden. Deze man keek me juist vriendelijk aan.

'Fenna Queen,' zei ik met een trilling in mijn stem.

'Fenna, mijn naam is Bruce. Vind je het goed als ik een paar dingen op schrijf?' vroeg de agent en hij haalde een notitieblokje tevoorschijn.

Ik knikte en sloeg mijn armen om mezelf heen. Hoe het kwam weet ik niet, maar ik had het opeens heel koud. Ook had ik het gevoel alsof iemand een blik vermoeidheid over me heen had gegooid, want ik wilde het liefst op de grond neerzakken en slapen. Bruce keek me onderzoekend aan en wisselde toen een blik met de andere agent.

'We gaan het anders doen. Je zit onder het bloed, het lijkt me verstandig als we jullie eerst laten nakijken,' zei hij.

Bloed? Voor ik in paniek kon raken legde Bruce zijn hand op mijn schouder en leidde me de gang door richting de uitgang. Alles ging als een waas aan me voorbij en ik leek pas weer helder te kunnen zien toen de frisse buitenlucht mijn gezicht raakte. Er stonden vier politie auto's en een ambulance op het plein voor het museum en alle wagens hadden hun zwaailichten aan. Toen we bijna bij de ambulance waren trok Bruce opeens aan mijn arm zodat ik stil zou staan. Twee van de overvallers werden in handboeien vooruit geduwd en een van heen keek me kwaad aan. Zijn gouden masker was gescheurd en er zat bloed bij zijn ooghoek. Ik vermoede dat het de man was waar ik de vaas naar had gegooid.

'Ik krijg je nog wel bitch,' siste hij.

De agent die hem vast had duwde hem met een waarschuwing achterin het eerste busje.

'Maak je geen zorgen Fenna, hij kan je niks doen,' zei Bruce die me weer een zacht duwtje gaf als teken dat ik verder kon lopen.

Ik geloofde er niet zoveel van. Als ze het echt wilde, konden ze me heus wel wat aan doen. Huiverend duwde ik de gedachte weg, voor nu zaten ze in elk geval opgesloten. Ik liet mijn ogen over de parkeerplaats glijden, opzoek naar mijn collega Max. Hij was toch zeker ook wel naar buiten gebracht? Net toen ik ernaar wilde vragen werd er een brancard naar buiten gereden. Ik sloeg mijn handen voor mijn mond toen ik zag dat Max erop lag, zijn shirt zat onder het bloed en zijn gezicht vertrok van de pijn.

'Max!' riep ik uit, tegelijkertijd dat Phoebe een kreet van schrik sloeg.

Bruce hield me tegen toen ik aanstalten maakte om de brancard achterna te lopen.

'Jullie mogen straks naar hem toe. Eerst worden jullie zelf ook onderzocht, ik weet niet of je het gemerkt hebt Fenna maar ook jij zit onder het bloed,' zei de agent.

Oh. Ja, dat had Bruce al eerder gezegd. Ik keek omlaag naar mijn opengehaalde handen en armen en voelde ineens de wondjes prikken. Mijn hoofd bonkte ook als een gek en voorzichtig bracht ik mijn hand naar mijn haargrens om te voelen of ik daar soms ook bloedde. Phoebe trok mijn hand weg.

'Je kan er maar beter niet aan zitten Fen, straks gaat het ontsteken ofzo,' mompelde ze.

'Kom, jullie mogen met ons meerijden. De ambulance rijd met jullie collega vast vooruit. Negeer de pers en houd je hoofd naar beneden,' zei de agent die naast Phoebe stond en hij gebaarde naar de eerste politie wagen.

Ik pakte Phoebe's hand vast en kneep er even in. Samen liepen we naar de auto en stapte zo snel als we konden in. Ik had het niet eerder opgemerkt, maar er stond een rij van mensen met camera's voor het museum.

'Ik hoop dat Max oké is,' mompelde Phoebe toen de agenten ook instapte.

De ambulance vertrok met de sirenes aan en Phoebe en ik krompen beide ineen. De hele rit naar het ziekenhuis zaten we stil achterin, ik denk dat we allebei geen vragen durfde te stellen, te bang voor antwoorden. Hoe kwam Max zijn shirt zo bebloed was bijvoorbeeld een van de dingen die ik wilde weten. Was het een schotwond? Ik had immers schoten gehoord..
Toen we bij het ziekenhuis uitstapte stonden er opnieuw mensen met camera's, hoe wisten ze toch altijd waar ze moesten zijn? De flitsen van de camera's waren fel en met gebogen hoofd liep ik achter Bruce en de andere agent aan naar de ingang. De glazen schuifdeuren lieten ons binnen en meteen kwam een aangename warmte me tegemoet. Phoebe greep mijn arm vast toen ik bijna tegen een rond rennende peuter aan botste. Waarom rende dat kind dan ook rond? Toen ik achterom keek zag ik dat het jongetje naar een vrouw met een enorme buik rende. Ze was duidelijk hoog zwanger en werd ondersteund door de man naast haar. Een andere vrouw tilde het jongetje op en liep het koppel achterna naar de balie.

'Er komt zo iemand bij ons,' vertelde Bruce die net met een assistente had gesproken.

Ik knikte als teken dat ik het gehoord had en keek vluchtig om me heen. Ik had het niet zo op ziekenhuizen, maar mijn vader werkte als arts in het St. Mary's Ziekenhuis en ik probeerde te ontdekken of we daar nu wel of niet waren. Volgens mij waren we net bij de eerste hulp naar binnen gekomen en ik was er al een tijdje niet geweest. Mijn ogen vielen op het logo en heel even raakte ik in paniek. Ik greep Bruce zijn arm vast en met gefronste wenkbrauwen keek hij me aan.

'Fenna, gaat het?' vroeg hij en hij legde zijn arm om me heen.

Volgens mij dacht hij dat ik flauw ging vallen. Ik voelde me ook niet zo goed. En dan kwam er nog boven op dat mijn vader hier werkte. Oh man, hij kreeg vast een hartverzakking als hij dit hoorde. Was hij aan het werk? Ik probeerde me zijn rooster te herinneren maar ik wist niet eens meer wat voor dag het vandaag was. Bruce duwde me met twee handen op een houten stoeltje. Een man in een witte jas hurkte voor me neer. Hij had bruin haar dat over zijn voorhoofd viel en een bril sierde zijn bruine ogen. Ik herkende hem meteen, het was Erik, een collega van mijn vader. Ik had hem drie weken geleden nog gezien op mijn vader's verjaardag.

'Fenna? Mijn god wat is er gebeurd?' riep Erik met grote ogen uit toen hij me herkende.

Hij gaf me geen tijd om te antwoorden en hielp me overeind.

'Kom maar snel mee allemaal. Wil je dat ik je vader oproep?' vroeg hij me terwijl hij zijn arm om mijn middel liet liggen om me te ondersteunen.

Ik knikte en keek naar de twee agenten in de hoop dat het mocht. Bruce gaf Erik ook een knikje en de arts pakte meteen met zijn vrije hand zijn telefoon erbij. Ik kromp in elkaar toen Erik mijn vader vertelde waarom ik hier was. Ik hoorde pap zijn stem omhoog schieten en de verbinding verbrak bijna meteen. Hij zou waarschijnlijk alles laten vallen om meteen hier heen te komen.

'Hij komt er zo snel mogelijk aan. Waarom neem jij niet even plaats in de wachtkamer, dan kan ik je vriendin nakijken goed?' zei hij tegen mij.

Ik knikte, zakte neer op een zwart plastic stoeltje en keek toe hoe Phoebe met Erik weg liep. De agent waar ik nog steeds de naam niet van wist, liep achter hen aan. Er zaten nog twee andere mensen in de wachtkamer, een oudere vrouw met kort krullen grijs haar die een krant aan het lezen was en een blonde jongen die met gebogen hoofd op zijn telefoon bezig was.

'Kun je zo nog wat vragen voor me beantwoorden Fenna?' vroeg Bruce toen hij naast mij plaats nam.

Ik knikte en liet mijn hoofd in mijn handen vallen. Mijn hoofdpijn werd steeds erger en ik was zo ontzettend moe dat ik me af vroeg of ik me alles nog wel goed kon herinneren.

--

I hope you guys like it so far, let me know what you think! (:

Reageer (2)

  • Azriel

    Ik ben erg verrast dat ik het me nu al aantrekt tbh. Ik had nooit verwacht dat ik ooit naar een Joe verhaal zou kijken (:

    7 jaar geleden
  • AlphaNoodle

    Ik vind het verhaal tot nu toe heel gaaf! Erg spannend, omdat je graag wil weten wat er eerder gebeurde
    Keep on going!

    7 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen