Tot zijn familie hem voorbij is
Zijn blik flitste om zich heen maar niemand lette op hem. Vlug stak hij een groot blik soep in zijn tas en vervolgde daarna zijn weg door de supermarkt alsof hij niets had gedaan. Hij bleef even kijken bij een willekeurig vak en liep vervolgens vlug door toen hij erachter kwam dat het maandverband was. Hij liep het volgende gangpad in en zag een meisje van een jaar of zes op haar tenen staan om bij het hoogste schap te komen waar blikken met groenten stonden.
‘Kan ik je helpen?’ vroeg hij vriendelijk aan het meisje, wat hem met grote ogen aanstaarde, voordat ze voorzichtig knikte. Eigenlijk wilde Viggo zo snel mogelijk de winkel uit, want hij kreeg er altijd een heel naar gevoel van als hij iets had gestolen, maar hij kon het niet helpen om dit meisje te helpen.
‘Ik heb mais nodig,’ zei ze zacht. Ze had een accent uit het zuiden, maar Viggo wist niet zeker of ze een Vlaamse was, of uit Limburg of Noord-Brabant kwam. Viggo knikte en keek omhoog naar de schappen. Hij stak zijn hand uit en deed net alsof hij er ook niet bij kwam.
‘Oh nee, ik kan er ook niet bij!’ zei hij, ‘maar misschien kan ik je wel helpen. Als ik je optil kan je er vast bij!’ Het meisje knikte weer en stak haar armen uit naar Viggo. Voorzichtig tilde hij haar op.
‘Wat doe jij met mijn kind? Zet haar neer!’ riep een vrouw geschrokken. Het meisje had inmiddels de mais gepakt, dus Viggo zette haar weer neer.
‘Mama! Hij hielp me alleen. Hij is aardig,’ zei het meisje met haar mooie zachte G, maar haar moeder pakte haar hand en trok haar weg.
‘Niet met vreemden praten, Senne en jij, blijf weg bij kinderen of ik geef je aan!’ Het tweetal liep weg en Viggo staarde ze verbijsterd na. Kijk, het maakte eigenlijk ook geen hol uit of hij aardig was of gewoon een onbeschofte lul, want mensen zouden toch wel vooroordelen hebben. Wat boeide het toch allemaal. Hij schudde zijn hoofd en liep toen maar naar de uitgang van de winkel.
In een razendsnel tempo fietste hij naar huis. Hij wilde eerder zijn dan zijn moeder, want die was vandaag jarig. Hij wilde haar verrassen met eten en een cadeautje. Oke, een blik soep was misschien niet een heel luxe verjaardagsdiner, maar als je bedenkt dat Viggo en zijn moeder de laatste tijd echt te weinig hadden om rond van te komen, was het op zich logisch. Hij stak voor een auto langs zonder ook maar zijn hand uit te steken, wat hem een hoop getoeter opleverde. Eenmaal in zijn straat stapte hij af, gezien er mensen aan het vechten waren. Voorzichtig naderde hij de groep. Het was echt precies voor zijn huis.
‘Kom dan!’ riep een van de mannen, maar hij werd met een kaakstoot tegen de grond geworpen. Viggo wist dat hij de groep eigenlijk gewoon moest ontlopen, maar hij wilde zijn moeder verrassen.
‘Pardon,’ zei hij zo zelfverzekerd mogelijk, maar zo’n vechtende groep maakte hem altijd bang. De mannen keken op, ‘daar is mijn huis. Mag ik erlangs?’ Een man begon te lachen en in zijn rug kreeg Viggo een harde duw. Hij kon zich nog staande houden, maar hij liet zijn fiets wel vallen.
‘Je mag erlangs als wij je geld mogen,’ zei een van de mannen en er begonnen meer mannen te lachen. Viggo raapte zijn fiets weer op en begon naar zijn voordeur te lopen.
‘Kom vechten dan! Laat zien wat je kan. Dat deed je broer Leo ook tot hij zo dom was om-‘ Viggo’s vuist raakte de man vol in zijn gezicht. De fiets was weer gevallen en even was het doodstil in de straat, maar toen zag Viggo in zijn ooghoek dat iemand een mes had getrokken. Hij stak zijn handen in zijn zakken en voelde zijn sleutel. Viggo was bang, heel bang en hij draaide zich om, om vliegensvlug de deur te openen, naar binnen te duiken en zijn voordeur weer dicht te smijten. Hij haalde zijn telefoon uit zijn tas.
‘112 Alarmcentrale, hoe kan ik u helpen?’ hoorde hij aan de andere kant van de lijn.
Reageer (1)
Oh god. Mensen zijn vreselijk though.
7 jaar geleden