Schrijfopdracht
In plaats van dat je een personage ontwikkelt die de rol van
damsel in distress op zich neemt, zal jij dit keer deze rol
vertolken. Jij komt zelf in aanraking met een mythisch wezen.
Welk wezen dit is, mag je helemaal zelf weten. Zorg dat het
een zo realistisch mogelijk verhaal wordt. Stel dat je oog
in oog komt te staan met een weerwolf. Hoe zou jij dan
reageren? Wat gaat er door je heen? En belangrijker nog:
hoe zal het eindigen? De enige eis die ik stel is dat je
in jouw verhaal in een enge/gevaarlijk situatie terecht
komt. Overleef jij het of niet?

Maximaal 1500 woorden. Er is geen minimum.
Als jij denkt dat je een goed verhaal kan neerzetten
met 100 woorden, moet je dit vooral doen.
Denk aan je spelling en creativiteit.
Deadline: Maandag 28 augustus 23:59

Door een warm en kleffig weertje liep ik in India. Waarom ging ik ook al weer naar India? Ik kon helemaal niet goed tegen warmte. Maar ik vond cultuur wel heel interessant. Dat was de reden. Ik liep door een piepklein dorpje waar bijna niemand te zien was. Ik slenterde naar een museum, het was veel te warm om op Nederlands tempo te gaan lopen.
      Het museum was oud en wat afgebladderd, maar het had nog wel zijn charme. Er was een tentoonstelling over mythische wezens die in India gesignaleerd zouden zijn. Op de voorkant van de folder stond de Manticore, die ik heel erg interessant vind. Ik kocht een kaartje en ging naar de tentoonstelling. Plots hoorde ik een enorm geluid en ik schrok me dood. Ik keek naar de uitgang en zag dat er een optocht bezig was met olifanten en danseressen. Het leek een beetje op carnaval in Rio de Janeiro. Toen het tot me was doorgedrongen dat de feestgeluiden geen gevaar waren, ging ik verder naar de tentoonstelling. Het was een klein museum, dus ik was zo uitgekeken. Toch boeide alles me heel veel. De Manticore had een heel groot bord en erna stond een kast, waar niks inzat. Ik bekeek het museum nog eens goed en ging weer op weg naar de uitgang, waar de optocht nog steeds bezig was. Olifanten waren prachtig aangekleed en ik bleef in de hal van het museum staan om ernaar te kijken. Overal gejoel, geschreeuw en muziek. Achter hoorde ik ook gegil, maar ik dacht er niet over om te kijken, want alles was gegil.
      Iemand rende keihard het museum uit en struikelde bijna over mijn rugzak, die ik naast me op de grond had staan.
      'Pergi, Bershi!' werd er naar me geschreeuwd. 'BERSHI!' de man die het riep, keek wanhopig naar me en gebaarde dat ik weg moest. Hoezo, weg? Ik ga niet het feestgedruis en de zon in, dankje de koekoek. Tot ik wat geschuifel achter me hoorde. Het klonk als hondenpoten, maar dan groter. Eerder de poten van een leeuw. Een leeuw. Plots ging er in mijn hoofd een knop om en ik keek vlug achterom. Wat ik vreesde was waar. De Manticore was er.
      Ach, welnee. Dit was vast een mop om toeristen angst aan te jagen zei een stem in mijn hoofd. Maar tegelijkertijd zei een andere stem: Rennen, weg hiervandaan! Die man die je net zag, was ook bang! Weg! In een kwartseconde had ik besloten dat ik het feestgedruis in ging. Behalve dat dat er niet meer was. De man die uit het museum was gerend, had het dorp gewaarschuwd en iedereen was gevlucht. Alleen de olifanten stonden nog wat versuft met hun kleedjes in de zon. Ik sprintte naar buiten en de Manticore kwam achter me aan.
      'Niet wegrennen, ik eet geen mensenvlees meer! Waarom rent iedereen toch voor me weg...' riep een trillende stem me achterna. Ik had medelijden met de stem, totdat ik omkeek en de Manticore zag. Wat ik had gelezen op de bordjes, was dat ze een erg misleidende stem hadden. Hij zou dus wel degelijk mensenvlees eten.
Mijn redmiddelen waren beperkt, ik kon een huis in vluchten, wat heel waarschijnlijk zou instorten als de Manticore ertegenaan botste, of ik kon op een olifant stappen. Mijn keuze was snel gemaakt, want de Manticore kwam langzaam dichterbij. Poot voor poot keek hij me dreigend aan, met zijn staart zwiepend. Voor degenen die niet weten wat er zo gevaarlijk is aan de staart van een Manticore, hij heeft stekels die bijgroeien zodra hij ze heeft afgevuurd. Hij vuurt zijn stekels niet af, wanneer hij denkt dat hij je nog kan grijpen met zijn mond, want dat is lekkerder. Ik renwandelde naar de olifant die het dichtst bij mij stond en probeerde een plan te verzinnen waarmee ik ongemerkt op de olifant kon zitten. Olifanten kunnen niet geraakt worden door de stekels, die doen hen niks.
Mijn hersens kraakten op volle toeren en ik had een plan verzonnen dat onmogelijk kon werken, maar een plan is beter dan geen plan. Het zweet kwam overal vandaan, ik wist dat ik op het punt stond om dood te gaan. Ik voelde ogen prikken, meer dan alleen die van de Manticore. De mensen uit het dorp keken me met angstige, grote bruine ogen aan. Iedereen was een huis in gevlucht en vertrok geen spier, want elk geluid kon de Manticore horen. Als ik levend hieruit wilde komen, moest er iemand een geluid maken. Ik dacht aan Harry Potter en de basilisk, bukte en gooide een steentje met een kleine polsbeweging naar de rechterkant, weg van de olifant. Het werkte. Een zucht van verlichting ging door mijn lijf. De Manticore draaide zich hevig zwiepend met zijn staart om naar waar het geluid vandaan kwam. Ik probeerde de mensen in de huizen of in steegjes te bereiken, dat ze zo de Manticore zo ver mogelijk weg van de olifant moesten zien te krijgen.
Met grote spanning wachtte ik of iemand iets ging doen. Jawel, een klein jongetje gooide ook een klein steentje, verder weg van de olifant. Ik was hem zo erg dankbaar, dat ik naar hem toe wilde rennen om hem iets te geven, maar bedacht tegelijkertijd dat dat het domste was wat ik nu kon doen. Ik liep naar de olifant en klom op het huis waar de olifant naast stond. Langzaam en zonder lawaai te maken, krabbelde ik op de olifant. Ik schoof mezelf naar voren en kwam achter de oren te zitten. Ik wist hoe de olifant bestuurd kon worden, dat had ik gezien in de optocht. Ik krabbelde de olifant op z'n kop en trok zachtjes aan het rechteroor, achter de Manticore aan.

Het plan was perfect. Behalve dat ik er geen rekening mee had gehouden dat de olifant niet stilletjes door de straten sluipt. De olifant banjerde door de straten, wat ontzettend hard klonk, nu er verder helemaal geen geluid te horen was, de vogels waren gestopt met zingen en er was stilte voor de storm. Letterlijk en figuurlijk. Ik voelde druk op mijn hoofd en wist dat het niet lang zou duren voordat er onweer kwam. Ik had eigenlijk geen flauw idee hoe ik de Manticore moest doden, mijn plan was om hem onder de voeten van de olifant te krijgen. Grommend met zijn drie rijen tanden en het menselijke gezicht keek hij me aan. Ik moest dood en wel zo snel mogelijk, dat was zonneklaar. Zachtjes begon de regen te spatten en de druppels werden groter en groter. Plotseling schoot er een stekel uit de staart van de Manticore. Met dank aan mijn paardrijreflexen kon ik de olifant snel genoeg keren en ketste de stekel af op de huid. Het gevecht was begonnen. De regen kwam met pijpenstelen uit de lucht, warme, dikke druppels vielen op mijn bril en mijn zicht vertroebelde. De Manticore was snel en probeerde in de voeten van de olifant te bijten. Mijn olifant was daar niet van gediend en gaf hem een schop. Onweer rommelde in de verte en het kwam dichterbij. De flitsen kwamen om de tien seconden en het enige waar ik aan dacht was: Hoe blijf ik in hemelsnaam in leven. Ik had het nog niet gedacht, of de bliksem sloeg in in een huisje net naast de Manticore. De Manticore bleef verstijfd staan en viel langzaam om. Ik wist niet wat ik zag. Waarom viel hij om? En waarom mijn olifant niet? Toen kwam het dagen. De Manticore stond vijf meter dichterbij het huisje waar de bliksem insloeg, dan ik. Vijf cruciale meter was ik ver genoeg weg om niet dood te gaan door de bliksem. De Manticore schoot nog vertwijfeld zijn staartstekels af, maar die waren niet goed gericht en ketsten allemaal af. Even later was hij echt dood.

Het rumoer in het dorp kwam weer terug en iedereen begon te juichen. Ik zag de ene jongen die mij van de dood heeft gered en gleed van de olifant af. Ik liep naar hem toe en gaf hem een knuffel. Hij wist niet hoeveel dit voor me betekende. De andere olifanten kwamen weer terug en met luid getrompetter verlieten zij het dorpje, op weg naar de rand van de jungle, waar hun eten stond.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen