Red me van wat ik wil
Over zaken die nooit zijn gebeurt en nooit zullen gebeuren. Waar ligt de grens en wat als andere denken dat je die hebt overschreden. Niets is wat het lijkt en de waarheid is enkel gekend door twee personen, gescheiden door hun leeftijdsverschil.
Mijn hand veegt de laatste restjes gom weg van mijn blad dat, ondanks al het gekrabbel, nog steeds blank ziet. Het potlood blijft doelloos boven het papier hangen. Zelfs hier, in het zogenaamde paradijs, kan ik geen inspiratie vinden. Hoezeer ik het ook probeer, sinds haar dood is er niets nuttig meer uitgekomen en blijft het witte papier winnen. Ik lach als ik mezelf op deze leugen betrap. Een leugen die ik mezelf maar blijf voorhouden in een poging het mezelf te vergeven. Sinds haar dood heb ik nog nooit zoveel schilderijen en tekeningen verkocht. Een onbewuste aantrekking tot drama brengt het beste in me naar boven. Nogmaals moet ik me hier verbeteren, verdriet wakkert mijn creativiteit aan, maar brengt allesbehalve het beste in me naar boven als persoon. We kenden elkaar ongeveer twee jaar, toen haar diagnose werd gesteld. Een auto immuunziekte die haar langzaam verteerde. Het begon met verlamming en dreef haar vervolgens de dood in. Het kwam niet door de ziekte zelf, maar door haar eigen toedoen. Of was het het idee dat haar man vreemdging? Dat ik, gefrustreerd door haar aandoening, snakkend naar een aanraking, de liefde ergens anders ging zoeken? Ik kan haar geen ongelijk geven en ik geef er mezelf nog altijd de schuld van: niet de ziekte, maar ik dreef haar tot het uiterste. Enkele pillen en de pijn was er niet langer. Emotionele pijn kan zoveel meer schade aanrichten dan de fysieke.
In tegenstelling tot de meeste personen verdronk ik niet in mijn eigen medeleven, in mijn zelfhaat, in het verdriet, maar maakte ik er gebruik van. Ik putte er de creativiteit uit die me uiteindelijk tot hier heeft gedreven: een klein vakantieoord in Italië. De vrouw met wie ik vreemdging, een persoon die niet meer dan mijn fantasie was, verdween en maakte plaats voor koopbare liefde. Ik heb haar nooit bedrogen, maar fantaseerde er wel over. Daar ben ik schuldig aan, aan het zwijgen.
Als ik eerlijk ben, ben ik ook niet zeker dat ik ooit van haar heb gehouden. Ze was een schat van een vrouw, wat voor lange tijd twijfel bij me teweegbracht. Als ik haar niet kon liefhebben, kan ik dan überhaupt wel verliefd worden? Vandaag werd ik nogmaals op mijn ongelijk gewezen. Ik kon wel degelijk liefhebben, maar de vrucht van deze liefde bleek vergiftigd te zijn. Net als bij Eva brokkelde mijn paradijs af na het proeven ervan. Een giftig geschenk, gehuld in een blauwe jurk.
Twee bruine ogen kijken me nieuwsgierig over het papier heen aan. Op dit moment kan ik haar schoonheid nog niet bewonderen, laat staan gaan houden van de blauwe jurk die ze draagt. Alles verschuilt zich achter het blanke papier, tot mijn ogen de hare opvangen en ik het blad laat zakken.
‘Wat teken je?’ Haar zeemzoete stem haalt me uit mijn gedachten. Haar eerste woorden gevolgd door mijn korte, botte antwoord.
‘Niks.’
Er zijn nog geen reacties.