Hoofdstuk 4

Lily


Nadat ik James weer had opgehaald en ik had moeten dreigen met een brief naar mam, zaten we weer in de coupé. Ik zat te kletsen met Hugo en Roos over wat er dit jaar zou gaan gebeuren, toen James opeens opstond. Ik vroeg waar hij heen ging en hij zei heel droog: 'ik ben zo terug.' Ja, daar had ik veel aan. Toen james een tijdje weg was hoorde ik een schreeuw, maar ik wist niet van wie. Waarschijnlijk iemand in een andere coupé die schrok. Maar toen hoorde ik nog een schreeuw, en die was van mezelf. Er vloog een vogel tegen het raam en ik schrok me helemaal de pleures. 'Ik ehm, ik ga me omkleden.' Zei ik. 'Als jullie allemaal even niet willen kijken dan zou dat heel fijn zijn.' Ik deed de gordijnen dicht en ik ging me omkleden en trok mijn gewaad aan. Ik hoorde dat de anderen mijn voorbeeld volgden. Toen ik klaar was wachtte ik nog even en vroeg daarna: 'is iedereen zo ver?' 'Ja' hoorde ik. En jij Roos? Maar van Roos kwam geen antwoord. 'Roos?' Nog steeds niks. Ik draaide me om en ik zag dat Roos verdwenen was. 'Waar is Roos nou weer heen?' 'Kan ik me al omdraaien?' Vroeg Hugo. 'Ja. We zijn nog maar met zn tweeën. Weet jij waar Roos heen is?' 'Nee.' Hugo draaide zich om en keek de gang in. 'Ik kan haar hier niet zien.' 'Waarschijnlijk is ze naar het toilet. We wachten wel even.' Ze had haar gewaad nog niet aan, groot gelijk heeft ze, want het is lastig om met dat gewaad naar het toilet te gaan. Als ze na tien minuten nog niet terug is, ga ik haar opzoeken. En ze was nog niet terug. Ik liep de gang in en ging in de richting van het toilet. Boven de deur stond altijd wie er op zat, maar er stond geen "Roos". Dus ik liep langs de coupees en keek overal naar binnen. Toen kwam Roos uit een coupé. 'Waar was je?' Was mijn eerste reactie. 'Ik was bij Nasi en Bami. Ik hoorde Nasi vertellen over dat boek, en daar wou ik meer over horen.' 'Ik geloof je niet. Ik had alles al verteld over dat boek.' Roos mompelde iets, maar ik kon het niet horen door een schreeuw uit een andere coupé. Ik liep er snel heen, en ik zag Albus op de grond liggen. En ik zag James vechten met die vriendjes van Scorpius. De jongen had Albus knock-out geslagen en als ik niet snel iets deed, dan zou hij dat ook bij James doen. Ik trok mijn stok en zei: 'petrificus totalus!' De jongen viel languit achterover tegen een hoek van het tafeltje aan, en ik zag een straaltje bloed uit zijn achterhoofd sijpelen. Ik probeerde Albus wakker te schudden terwijl James de andere jongen probeerde te kalmeren. Maar dat lukte niet. De jongen was zo wild om zich heen aan het slaan, dat ik zijn knokkel tegen mijn slaap aan kreeg. Ik voelde dat ik duizelig werd, en viel neer. Ik kon nog net om hulp roepen.