Hoofdstuk 3

Albus


Ik stapte zijn coupé binnen en ik zei heel droogjes 'hoi' en hij zei niks. Ik ging tegenover hem zitten. Hij keek even naar me, en ik keek recht in zijn ogen. Op dat moment voelde ik een soort van herkenning. Zijn ogen waren een beetje groen. Ik herkende die ogen, maar ik wist niet meer waarvan. Ik had ook geen tijd om verder te kijekn, want hij draaide zijn hoofd weer weg. Hij wou opstaan, maar ik duwde hem naar beneden. 'Ik wil je wat vragen,' zei ik. 'Waarom pestte je me altijd?' 'Ik kon er niks aan doen oké? Het ging vanzelf. De andere jongens dwongen me maar ik wou het helemaal niet. Toen ben ik er niet meer mee opgehouden.' 'Had je dat dan niet gewoon kunnen zeggen?' 'Dat ging niet.' Antwoordde hij. 'Als ik dat zei gingen ze met een verhaal naar professor Anderling.' 'Welk verhaal?' Wilde ik weten. 'Ze gingen haar vertellen dat ik jou altijd pestte, en dat ik hun ook pestte. Het was drie tegen één geweest, snap je?' 'Ja.' Ik was pissig geworden en stond op om James te gaan halen. 'Kom mee,' zei ik tegen Scorpius. 'We zijn er bijna, en vanavond moeten we iets afhandelen, en dat moeten we nú bespreken.' Ik trok Scorpius met me mee en ik liep terug naar de coupé. Bij de coupé van Nasi en Bami stopte ik even. Ik twijfelde of ik zou vragen of zij ook wouden helpen. Nee. Dan wil niemand nog vrienden met ze zijn. Ik liep snel door, maar toen ik bij de coupé aankwam zag ik de drie oude vrienden van Scorpius zitten. Ik deed de deur open en zei: 'waar is mijn familie?' Ze grijnsden en wezen naar de gang. Ik keek om het hoekje, maar ik zag niemand. 'Waar zijn ze?' Herhaalde ik rustig. Ze zeiden niks. 'Waar zijn ze?!' Nu schreeuwde ik. Ze leken geschrokken, maar toen stonden ze op en ze liepen op me af. Ik wist dat ze me in elkaar gingen slaan, maar ik was een kop groter dan alle drie. Op dat moment zag ik James aankomen. Ik zette een stap naar de jongens toe en maakte me klaar om te vechten. Er ging een seconde voorbij, en toen voelde ik een pijnscheut door mijn kaak gaan. Maar ik bleef staan. Ik gaf de grootste jongen een klap op zijn neus zodat hij in elkaar zakte. Toen kreeg ik een stekende pijn in mijn ribben en ik smakte op de grond. Ik zag een schoen op me af komen en toen kwam James binnen. Toen werd alles zwart.