Hoofdstuk 2
James
Toen ik eindelijk mijn spullen had opgehaald en we in een andere coupé zaten, kwam de vrouw met het snoepkarretje langs. 'Willen jullie een snoepje jongens?' 'Ik ben een meisje, thank you very much.' Zei Roos. Albus moest lachen, en de rest maar een beetje giechelen. Ik vond het helemaal niet zo grappig, en ik zat voor me uit te staren. Albus bestelde smekkies, Hugo en Lily bestelden chocokikkers, en Roos en ik bestelden niks. Albus liep weg om zijn vriendinnen Bami en Nasi Patil op de zoeken. (Raaaaaare meisjes.) Toen Albus weg was begon iedereen aan me te vragen waarom ik was blijven zitten. 'Ik stond vier onvoldoendes,' antwoordde ik nuchter. 'Waarvoor dan?' Was Roos' vraag. 'Onder andere voor gedaanteverwisseling en toverdranken,' zei ik droogjes op mijn beurt. 'Waarvoor nog meer?' Ik begon een beetje geïrriteerd te raken door al die vragen. 'Geschiedenis van toverkunst en waarzeggerij.' Ik hoorde Nasi enthausiast vertellen over een of ander boek op de achtergrond. 'Ik kan je dit jaar wel helpen met al die vakken hoor!' Dat was de druppel. 'Dat boeit me niet Roos, je kan me niet helpen en ik wil niet geholpen worden!' Schreeuwde ik door de coupé. Ik ging met een mengseltje tussen stampen en rennen de coupé uit. Dat mengseltje was één van mijn specialiteiten. Ik weet alleen niet of dat een goed teken is.
Ik ging ergens in een donker, kil hoekje in de trein zitten toen ik Albus weg zag gaan bij Nasi en Bami. Ik hield me zo stil mogelijk in de stille hoop dat hij me niet zag. En mijn wens ging in vervulling. Albus liep de andere kant op en ik haalde opgelucht adem. Dat deed ik niet echt, maar dat zeggen mensen als ze blij zijn ofzo. En ik was even blij, totdat hij stopte met lopen en een coupé in keek. Aan de rand van de coupé zag ik een groen met zilvere hutkoffer staan waarop stond: S.M. En ik wist meteen van wie die koffer was. Ik wenste vurig dat Albus juist die coupé niet open zou doen, maar ik kon niet zien of hij dat deed, want Lily verscheen voor mijn beeld. Lily, mijn kleine zusje, was de enige uit mijn familie waarmee ik altijd goed kon praten. Alhoewel, met mijn moeder soms ook. Roodharigen hebben dat soort dingen gewoon. Lily kwam naar me toe lopen en ging naast me zitten. En ze begon te praten. Ze had blijkbaar mijn moeder beloofd om op me te passen, zodat ik geen rare dingen ging doen. Ik wou tegen haar snauwen, maar dat zag ze. 'Kijk uit hoor, ik schrijf een brief naar mam.' Zei ze met een grote grijns. Ik moest een beetje lachen. 'Hou je mond, Pretface.' 'Ik heb geen pretface,' zei ze. 'Heb je wel.' Antwoordde ik. 'Wil je dat ik er een foto van maak?' Ik gaf haar een speels porretje in haar zij. 'Kom, dan gaan we weer naar de coupé.' En terwijl we terug liepen probeerde ik nog een glimp van de coupé waar Albus voor stond op te vangen, maar dat lukte niet.
Reageer (2)
Snel verder! Superleuk!
7 jaar geledenLeuk!!! Schrijf snel veder❤️
7 jaar geleden