Hoofdstuk 6.
De dagen na het voorval tussen mijn ouders is het veel rustiger. Mama heeft geaccepteerd dat ik op missie ga, maar heeft nog wel een hartig woordje gesproken met de ridders. Laat Acacia niet verhongeren, laat Acacia niet alleen met wilde dieren, leg Acacia uit hoe ze zich moet gedragen bij de Feeënkoningin… en zo verder.
Alsof ik dat niet allemaal weet! Ik weet niet of mama het weet, maar ik ben een ridder in opleiding! Logisch dat ik het allemaal wel weet.
Op de zevende dag sta ik vrolijk op, trek snel mijn reiskleding aan plús een maliënkolder, handschoenen met maliën, stevige laarzen en hang ik mijn zwaardschede aan mijn riem. Ik vlecht mijn lange, mosgroene haar vast in een zijwaartse vlecht langs mijn hoofd.
Als ik nu in de spiegel kijk, zie ik niet dat meisje van gisteren. Dat magere, verlegen, kleine meisje is weg. In plaats daarvan staat nu voor me een zelfverzekerde tiener, die weet wat ze doet en geen enkele uitdaging uit de weg gaat.
Plotseling hoor ik geklop op de deur, en snel roep ik: ‘Ik kom al!’
Mijn moeder staat voor de deur, en ze kijkt me aan met half betraande ogen.
‘Alles oké, mam?’ vraag ik verbaasd.
Ze knikt. ‘Ja, het gaat wel. Je wordt toch zo snel groot…’
Ik begin te lachen, want dat zegt ze wel vaker. ‘Mam, daar kan ik ook niks aan doen.’
‘Ik weet het, Ace, ik weet het.’
In het halfuur daarna pak ik mijn spullen in, zeg mijn familie gedag en haal Nidilia, mijn draak op. Ze kijkt me verbaasd en vrolijk aan als ik zeg dat we op een missie gaan.
Even later arriveren de ridders. Nu gaat het gebeuren.
Belangrijke spoiler!!! Info over het verhaal! Dit moet je even lezen!
Reageer (1)
fijne vakantie!
7 jaar geledenDankjewel!
7 jaar geleden