2- AYUDAR
KARMA IS GONNA COLLECT YOU DEBT
De stad was wanneer het schemerde altijd al een mooie plek geweest. Het park lag erbij zoals het hoorde, rustig en met af en toe iemand die nagenoot van de dag of het laatste beetje zonlicht wilde opvangen voordat de nacht haar tol eiste. Aydar deed geen van beiden. Hij staarde naar de papieren in zijn handen, die werden beschenen door het gele licht van de lantaarnpaal. Zijn handen trilden lichtjes, maar niet door de zenuwen of angst dat Desastre hem nu al zou pakken. Ze trilden omdat de winter op deze avond te koud was om zonder handschoenen te ervaren. Natuurlijk had hij ze weer laten liggen op het bureau van de Orden, waar hij vorige week werd gevraagd.
Zijn gedachten zouden deze keer niet afdwalen naar of Desastre de eerste zet ging doen. Hij wilde die doen. Hij moest die doen. Zo ging het elke keer, en elke keer had hij gewonnen. Maar dit zooitje was andere koek en ze hadden daarnaast een lid die hem te goed kende. Derecho was hem zeker weten nog niet vergeten. Ayudar was hem in ieder geval niet vergeten.
‘De stukken en hun namen,’ fluisterde hij tegen zichzelf, terwijl hij op het bankje waarop hij zat de papieren neerlegde. De wind was rustig, het zal niets weg laten waaien, en anders was zijn huis toch wel aan het einde van het park. Diep weggedoken onder zijn zwarte capuchon begon hij de gegeven informatie opnieuw te lezen. En opnieuw. En alweer opnieuw. Net zolang totdat hij iedereens lengte, leeftijd, sterrenbeeld en gezicht kon dromen, en de rest van de informatie ergens anders had opgeslagen dan bij de belangrijkste punten.
Met een zucht stond Ayudar weer op. Zijn benen tintelden zodra ze de harde, knarsende ondergrond aanraakte en hij trok de conclusie dat ze sliepen. Fijn, dacht hij knarsetandend, het is maar dat mijn huis niet zo ver lopen is.
Met de stapel papieren stevig in zijn handen gedrukt, liep hij de kleine zeven minuten de weg terug naar zijn huis, waar hij zich gelukkig op de bank liet vallen. ‘Daar ben ik weer, hallo eeuwige stilte,’ mompelde hij tegen het grote, lege huis. Zijn ouders zouden vast en zeker deze maand zeggen dat hij werk moest zoeken dat hem dit huis liet betalen, maar elke keer betaalden zijzelf weer de huur en zo kon de jongeman hier blijven wonen. Echter, zijn ouders wisten niet dat hij deze baan had. Het was een dubbelleven leiden, die van een normale zoon die nog geen idee had wat hij wilde doen voor de kost, en de succesvolle jongeman die de buurt stil hield zodat zijn ouders veilig waren. Hoe lang hij het kon volhouden, was hem onbekend. Plannen om ermee te stoppen had hij niet. Het leven beviel hem wel op deze manier, bekend zijn voor slechts een klein deel van de bevolking.
Het bureau de Orden wilde niet dat hun mensen bekend werden. Dat maakten hun werk alleen moeilijker. Informatie kon makkelijk doorlekken en zo in verkeerde handen vallen. Maar de Orden was ook niet zoiets als een school die geheime agenten opleiden, die spionnen had en andere super geheime zaken. De mensen die er werkten hadden welverdiende privacy en konden dat opzeggen als ze dat wilden. Niet dat iemand dat deed, door bendes neer te leggen, maakten ze vijanden en die waren uit op elk soort informatie. Daarom wilde het bureau de Orden bekend blijven in een kleine kring. Voor de veiligheid.
Voor minutenlang bleef Ayudar zitten en staren naar het lege televisiescherm voor hem. Uiteindelijk stond hij toch op, pakte een glas water en een zak chips uit dezelfde kast waar hij een oude schaakmat uit haalde. Hij moest twee keer lopen om alle stukken, die die zwart en wit waren, te pakken en klaar te zetten. Het leek alsof hij wilde spelen, maar tegen wie speelde hij dan?
Genietend van het verfrissende water sloot hij zijn groene ogen. Het beeld van het volle schaakbord stond op zijn netvlies gegraveerd, hij zag het zonder echt te zien. Maar zijn medespeler, zijn tegenstander, zag hij niet.
Schaken, het was een spel. Het spel van het leven, waar mensen zelf konden bepalen welk stuk ze waren. Alleen zodra ze dat hadden gedaan, was er geen weg meer terug. Tegen zijn wil in, dwaalde Ayudars had af naar de stapel papieren en met zijn ogen nu geopend legde hij de papieren wederom verspreid over de tafel. Verschillende gezichten keken hem aan, allemaal op hun eigen, intimiderende manier. Tegen wie zou hij spelen? Had hij daar überhaupt de keuze in? Iedereen leek hem uit te dagen.
Rico met zijn zwarte ogen, zo zwart als de zwarte stukken op het schaakbord, maar ik val niet meer voor die blik, begon Ayudar met het staren naar de foto’s en het bedenken van zijn vijand. Het is een onmenselijke, eentje zonder emotie, en dat maakte Rico meer een robot. Computers doen bij dit spel altijd de beste set en daarom is het moeilijk om ze te verslaan. Echter, het is niet onmogelijk. Ik heb het al zo vaak gedaan, uit pure verveling en zal het zo nog een hele avond kunnen doen.
Gemelo lijkt mij te bespotten in stilte. De roze glinstering op zijn neus is hetzelfde als die van Hermana. Als ik ervoor kies met hem te spelen, dan speel ik zeker weten tevens tegen zijn tweelingzus. En dat maakt mij zwakker dan mijn tegenstander, want twee weten meer dan één. Hoe graag ik de spot wil drijven met de broer, ik wil niet Hermana erbij betrekken. ik moet ze apart nemen, maar tweelingen waren als puzzelstukjes die niet meer uit elkaar te krijgen waren. Ze pasten perfect bij elkaar.
Diep in gedachte verzonken, vouwde de jongeman zijn handen in elkaar en plaatste ze onder zijn kin. Deze drie mensen vielen af. Hen bespelen kon nog altijd nadat hij de bende had neergelegd, als een voorstelling na de grootste voorstelling. Ernaar uitkijken deed hij niet, het was eerder een motivatiemiddel om door te willen.
Hoewel Hermana schattig lijkt en niet zo spottend als haar tweelingbroer, ís Belleza schattig. Ze is vast een dame die weet dat haar schoonheid impact heeft op mannen en misschien vrouwen. Dat is haar wapen en dat weet ze en dat gebruikt ze. Niets wist Ayudar met zekerheid, maar hij nam het zich voor. Hij maakte het zichzelf wijs omdat hij deze gevallen kenden. Veel vertrouwen in haarzelf, veel vertrouwen in de bende waar ze lid van is. Maar waarom is ze lid geworden? Waarom zijn ze allemaal hiervan lid geworden als ze de consequenties kennen ervan?
Een schok, die te voelen was door zijn hele lichaam en na dreunde in zijn hoofd, en daardoor merkte Ayudar dat hij aan het afdwalen was. Snel stond hij op en schreef de vraag op een briefje, om vervolgens zichzelf voor te nemen met de Orden te bellen. Zij hadden vast iets dat leek op een antwoord. Zo niet, dan zou dat zijn eerste zet worden. Uitzoeken waarom mensen lid werden van Desastre.
Terug naar Belleza gaan, Ayudar. Deze dame kan je zelfs al afleiden zonder er echt te zijn. Ze is te mooi om hierbij te horen, een koningin in het echte leven. Maar meneer Jefe zei eerder dat haar rol maar bescheiden is en ze goed is met messen. En single. Ze is de langste van het stel, langer dan iedere man en waar zou ze van houden?
Met een klap zette de jongeman zijn nu lege glas op de tafel. Waarom dacht hij zoveel vragen over deze vrouw en niet over de anderen? Zuchtend probeerde hij zich terug te concentreren op het bloedmooie gezicht van Belleza. Hij was niet eens geïnteresseerd in vrouwen, dus ze deed hem niets. Haar foto was gewoon materiaal die meneer Jefe liever zag.
‘Volgende,’ gaf hij zichzelf een commando. Gelijk voelde hij spijt ergens vandaan komen, gevolgd door een bui vol angst. De rode ogen van Enojado staarden hem strak aan, keken dwars door hem heen, op zoek naar zijn zwaktes. Diep haalde Ayudar adem en nam zichzelf voor dat het slechts zijn uiterlijk was. Misschien was de albino wel een aardige gozer, de zwakke schakel van de bende.
Wie gelooft dat nou weer? Enojado is diegene waar je niet mee moet spelen. Hij heeft niet voor niets een litteken zitten, die heeft hij verdiend omdat hij Brutus aanviel. Zwak is die om die reden niet. Hij is de perfecte soldaat, doet alles effectief. Een typisch moordenaar, een voorbeeld voor de rest van Desastre. Zelf meneer Jefe is bang voor hem, dat moet genoeg zijn om ook bang te zijn.
Zijn gedachtegang ging verder in een reeks scheldwoorden in allerlei talen. Engels en Frans werden afgewisseld door Spaans en Japans, totdat zijn angst zo ver was gezakt dat hij tot de conclusie kwam dat tegen Enojado ook niet nodig was. Niemand leek tot nu de juiste tegenstander die verslagen moest worden.
De blik van Ayudar dwaalde af naar de verder onaangeraakte zwarte stukken. Uit het laatjes van de tafel waarop alles stond, haalde hij een schaar en hij knikte alle foto’s uit. Nadenkend liet hij de schaar ronddraaien, zijn ogen vlogen van de kleine gezichten naar de stukken en weer terug. Stukken en hun namen, dat was wat hij zocht.
De leider was de koning. De rest konden gezien worden als pionnen, even belangrijk en offers om hem in leven te houden. ‘Dulce is hun echte leider en hij is de gevaarlijkste van hen allemaal, Ayudar,’ galmde de stem van meneer Jefe door het huis heen. ‘Het probleem is dat iedereen hem volgt omdat ze dat willen, niet omdat hij hen ertoe dwingt. En daarom is Desastre gevaarlijk, want hun leider kan mensen dingen laten doen uit vrije wil.’
Langzaam liet Ayudar de foto van Rico weer los. De aanstalten om het neer te leggen bij een pion, zoals hij iedereen daar kon leggen, verdween. Zijn manier van denken had een ander level bereikt. Hij voelde de wil om te spelen door zijn aderen heen gaan, de wil om mensen te verslaan. ‘vergeet alles wat je dacht toen je ze voor het eerst zag, en ga verder met denken zoals je daarnet deed.’ Zijn wens werd zwakjes uitgesproken en hij volgde hem zelf op.
‘Derecho,’ fluisterde hij de naam van de volgende persoon die hij onder de loep zou nemen. Je ogen zijn nog zo bekend, maar hun glinstering is verdwenen en ze zijn zo donker. Donkerder dan ik mij kan herinneren. Weet nou eens dat de wereld geen plaats is voor liefdadigheid, dat liefde verdoemd is kapot te gaan onder jaloezie en ontelbaar veel beoordelingen. Je luisterde, je liefde is weg uit die blik. Wat heeft Dulce wat ik niet heb? Wat zorgt ervoor dat je hem volgt en mij niet meer?
Het idee om Derecho te bellen, schoot door Ayudar hoofd heen. Hij onderdrukte die gedachte vlug en vervolgde met nadenken op dezelfde manier als hij bij ieder ander lid had gedaan. Het verleden was achter hem, vervaagde alleen nog traag, zoals het hoorde te doen. Er was nu geen tijd om daarin vast te zitten.
Spelen tegen Derecho zal alleen maar moeilijker worden. Hij is de rechterhand van de leider. Als hij de dame is, de koningin, zoals ik wel denk, dan is hij het machtigste stuk van het spel. Zij kan de meeste stappen zetten, zij kan de meesten slaan, en Derecho kennende zal hij dat genadeloos doen. Maar stel dat hij juist niet de rechterhand is, maar zoiets als een soort rechterhand? Het moet een val zijn. Derecho loopt niet achter mensen aan, hij wilt altijd de leider zijn. Hij moet de informatie zo hebben gemanipuleerd hebben dat het lijkt alsof hij minder belangrijk is. Dat is zo typisch jou, Derecho.
Oude vrienden, dat was het woord dat op Ayudars voorhoofd leek geschreven terwijl hij na zat te denken. Derecho en hij hadden wel een paar bladzijden van hun geschiedenisboek gemeen, tegen de wil van Ayudar zelf. Het liefst verbranden hij die hoofdstukken, dan had hij nog iets om zichzelf warm te houden tijdens deze winternacht. Een lange nacht zou het worden als hij zo doorging. Het was echter nodig. Hij moest een plan hebben opgesteld en daarna pas zou hij spelen, want zo deed hij het altijd. En er was niets gebeurd dat het nodig maakte het plan te veranderen.
‘Fijn, Derecho, heb je nu wat je wilt? Nog steeds in mijn hoofd rondspoken, demon dat je bent.’ Vliegensvlug schoof hij de papieren aan de kant, waardoor een nieuw soort bloot kwam te liggen. Een glimlach kwam aan het licht, die na een paar seconden te horen was. Nog steeds was een grappig gezicht om tussen alle serieuze en haast dode gezichten een stralende lach te zien. ‘Dulce,’ fluisterde de jongeman, intussen de foto oppakkend om hem eens goed te bekijken. ‘Schattig.’ De betekenis van de naam was het perfecte woord dat de jongen op het plaatje omschreef. Onschuldigheid kon een ander woord zijn als hij niet de leider van de beruchte bende was.
Waar moet ik beginnen als ik je gepakt heb? Je gaat zeker voor problemen zorgen. Als je mensen je kan laten volgen zonder te dwingen, dan ben je slimmer dan ik eerst dacht. Op deze manier praten, zorgde ervoor dat Ayudar dacht aan de woorden die hij wilde zeggen als hij Dulce had gepakt. Levens zijn niet om mee te spelen, Schattig, ze zijn om te beschermen en zolang jij denkt dat je de koning bent van het spel, is dat je probleem. Tegen jou zal ik moeten spelen. Een andere keuze van een tegenstander geeft niemand mij.
Er zijn nog geen reacties.